Johannes de Doper (2007)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 121 niet laden

* Het evangelie (Mt 3, 1-12) van deze tweede zondag in de Advent voert ons Johannes de Doper ten tonele. Hij vertoefde in de woestijn van Juda, oord van bezinning. Hij droeg een kemelharen kleed zoals Elia en andere profeten (2 Kon 1,8; Zach 13,4), voedde zich met sprinkhanen en wilde honig, rein voedsel conform met de Joodse wet. Waarschijnlijk leunde hij aan bij de toenmalige stroming van de Essenen, die daar een kloostergemeenschap hadden en er een zeer sobere en zuivere levenstijl op nahielden. Deze keerden zich vierkant tegen alle morele verwording van die tijd, en niet minder tegen de verloedering van wat er toen in de tempel van Jeruzalem gebeurde.

* Hij stond er arm. Hij verlangde naar de Messias. Het verlangen is de vrucht van de armoede. Wie verzadigd is verlangt niet meer. Zijn armoede maakte hem vrij. Zo kon hij zich laten leiden door de Geest zonder te weten waarheen: “een stem die roept in de woestijn”. En wat riep hij ?  Hij  kondigde de komst aan van de Messias, en hij zei hoe men zich op die komst moest voorbereiden:

1. “Bekeer u… Verander uw hart…”

Dat is de rode draad doorheen de bijbel. Die eis komt steeds weer  terug.  Later vroegen mensen aan de apostelen: “Wat moeten we doen ?”  En deze zeiden: “Bekeer u” (Hand. 2,37).  Draai u om.

- Hoe komt men tot bekering ?  Het is tot bewustzijn komen dat we er nog niet zijn; dat we in het donker leven en het licht nodig hebben; dat we gevangen zitten in valse waarden die ons hart uiteindelijk niet bevredigen; en dat we ondanks die onvrede toch liefst niet gestoord willen worden, eerst nog in die valse nestwarmte willen blijven, om nadien toch de ontnuchtering te beleven, zoals de Franse zanger Michel Delpech. Hij zwolg in toomloze luxe, tot wanneer zijn vrouw hem in het publiek vernederde door voor een andere man te kiezen. Dan zag hij hoe hij in illusies had geloofd.

- Het is zich laten raken door Christus,  zich laten kwetsen door de goedheid van God die ons wil redden. Grote bekeerlingen werden op een bepaald ogenblik op zulke wijze geraakt. Zich laten raken zoals de seksuoloog Dr Jan Vermeire.  Hij werd getroffen door een predikant in Wallonië, die in de kerk tijdens zijn preek een kruisbeeld omhoog stak. Zo werd hij de stichter van “Poverello”. Wij zijn geen vrijblijvende toeschouwers van Gods barmhartigheid. Wij moeten in die reddende barmhartigheid worden opgenomen. Buiten die barmhartigheid gaan staan is de genade weigeren en verloren gaan. Hierom zijn juist de bekeerlingen de levende tekens van Gods barmhartigheid.

2. “ Breng daarom vruchten voort die passen bij bekering.”

- Velen lieten zich dopen bij Johannes: een doopsel van bekering, een uiterlijk teken dat verwijzen moest naar wat binnen in de mens gebeurde. Bij Mt lezen wij dat Jeruzalem, Judea en heel de Jordaanstreek naar hem toekwamen. Zelfs Farizeeën en Sadduceeën kwamen naar hem om gedoopt te worden. Bij de evangelist Johannes lezen we dat gezanten uit de kring van de Farizeeën hem opzochten, maar dan als spionnen (Joh 1, 24-25). Hij kende hun hart. Ze kwamen niet om zich te bekeren (Mt 21,32). Sommigen alleen maar voor het uiterlijk ritueel, een formaliteit dus. Ze leefden van de zelfzekerheid reeds als kinderen van Abraham gerechtigd te zijn: “Wij zijn niet zondig. Wij moeten niet veranderen”.  Die ervaring van die gesloten hardheid en van zijn eigen onvermogen om hen tot bekering te brengen heeft Johannes de Doper nog armer gemaakt.

- Zo gaan ook wij naar een boeteviering, we leggen wel symbolisch een kei neer op de vloer, of we hangen een sierlijk touwtje aan de kandelaar… We gaan even voor de priester staan en zeggen een loze formule op… Maar we spreken onze zonde niet uit. Een formaliteit ? We huiveren voor de moeilijke weg van het hart naar de lippen. In dit zwijgen hebben wij de zonde ook in ons hart niet losgelaten. De psychologische waarde van het spreken heeft de Kerk in het biechtsacrament ingebouwd. De biecht echter van de lage drempel die geen ommekeer omvat, grenst aan die huichelarij en aan de hardheid, die het verdriet is van onze herders vandaag. In de ware biecht spreekt het hart zich uit. Die biecht bevrijdt, schenkt vreugde en is de volste vorm van vergeving.

* Ook wij worden vandaag door de Doper zeer duidelijk vermaand: “Breng liever vruchten voort die passen bij bekering”. De boom die goede vruchten draagt is het symbool van de rechtvaardige, de mens die in eenklank leeft met God. Jezus heeft de beeldentaal van de Doper doorgetrokken. Over de valse profeten zei Hij: “Aan hun vruchten zult ge ze kennen” (Mt 7,16.20). En elders horen we hoe Hij de onvruchtbare vijgenboom vervloekte tot hij verdorde (Mt 21,19) of deed omhakken (Mt 7,19; Lc 13,9). Bij zijn afscheidsredes zei Jezus met nadruk dat wij met Hem, die de wijnstok bij uitstek is, verbonden moeten blijven om rijke vruchten te dragen. Maar de twijgen zonder vruchten knijpt  de Wijnbouwer af. Hij gooit ze in het vuur  en ze verbranden (Joh 15,5.8.16).

* Met bekering zijn we nooit klaar, ook niet wie zich gelovig weten. Paulus zegt dat zij die gedoopt zijn en nu bevrijd zijn van zonde, de vrucht zullen voortbrengen van heiligheid (Rom. 6,22). Onze vruchten worden herkenbaar in onze levensstijl, in onze liefde en in ons geloof in daden omgezet.  En dat is nooit af. Alleen deze uitstraling bewijst de ernst en de echtheid van onze ommekeer.