2e zondag van de advent A (2007)

Het is totaal in de mode om af en toe een makeover te doen. Je hebt carmakeover – een autopoetsbedrijf, wat minder extreem als Pimp your Ride of de Grote Beurt; een werkplekmakeover – pimp je werkplek tot een oase van arbeidsplezier; brand-makeover – een nieuwe identiteit voor hetzelfde merk (rebranding: nieuw logo, naam etc.); en natuurlijk extreme makeover – een vrouw of man die voor de draaiende camera van lelijk eendje tot topmodel wordt met wat liften, knippen, gellen en bijschilderen.Maar dat is allemaal buitenkant. Vandaag een nieuw programma. Johannes presenteert: de soulmakeover. Oftewel: maak die oude boel van bínnen eens nieuw en zie er weer uit als een pasgeboren kind van God.Misschien worden sommigen wel misselijk van al die Engelstalige modeklets, maar ja, in de eigen volkstaal lijkt niemand meer te luisteren en dat geldt ook voor de oude woorden van het evangelie. Want wie wordt er nog wakker bij het woord ‘bekering’? Helpt dreigende taal, zoals Johannes in het evangelie ons presenteert? Ook al niet.Toch snijdt de makeover-vergelijking helemaal hout en geeft ze ook precies aan waarom mensen zo weinig warmlopen voor een soulmakeover. Mensen die hun auto, werkplek of uiterlijk eens opfrissen, doen dat omdat ze ergens ontevreden zijn met wat ze zijn en hebben. Niemand blondeert zijn of haar haar als men helemaal tevreden is met de natuurlijke kleur. Niemand pimpt een rode Ferrari, omdat blauw ook wel leuk is en wat extra bling-bling de wagen mooier zou maken – want dat is niet zo. Niemand gooit het bekende schelpenlogo van een even bekende oliemaatschappij overboord, om er iets waanzinnig nieuws van te maken. En zo verandert niemand van levensstijl als… men eigenlijk heel tevreden is met hoe we nu leven. Niemand bekeert zich kortom, zonder innerlijke aandrang. En dan is het bij de meeste mensen zo, dat we liever de buitenkant opfrissen dan de binnenkant. Want zo innerlijk... zijn we dat eigenlijk wel? Waar is überhaupt enige innerlijke aandrang? Doen we ons niet liever beter voor aan de buitenkant dan we van binnen zijn? Om het dan maar niet over een lichaam te hebben om niemand te beledigen... bijvoorbeeld een matige auto weer als nieuw maken terwijl de motor niet gereviseerd is?Nu heb ik vorige week nota bene gesproken over dankbaarheid – en dat doe ik vaker. Waarom zouden dankbare mensen nog moeten veranderen? We hebben het toch goed – dank u wel – en we doen het toch goed – dank u wel? Waarom dan veranderen? Moeten we dan ondankbaar worden of zo?In christelijke zin lijkt het gepreek van Johannes tegen dovemansoren gericht. Mensen die dik tevreden zijn met zichzelf, zijn eerder conservatief, veranderen juist liever niet. Niet gemotiveerd. Toch kunnen we de Advent niet voorbij laten gaan met alleen wat achtergrondruis van Johannes die ‘bekering’ sist tegen het adderengebroed – en vrolijk verderleven. Ook mensen die tevreden zijn met hun leven kopen soms eens iets nieuws. We passen ons allemaal aan, nemen een platte tv terwijl je dezelfde programma’s ook op een zwart-wit-buizen-tv zou kunnen zien. Nemen een nieuwe auto met airbags en abs, terwijl een oude eend ook rijdt zonder. Zelfs bejaarden zitten massaal te internetten in plaats van te kaarten in het café. Een beetje vernieuwing… moet toch kunnen? Wat kunnen we dan beter krijgen dan een jong en fris hart, een beetje meer geestkracht voor een oud lichaam?Laten we daarom op deze tweede zondag een beetje beginnen met de soulmakeover van bekering. Niet te extreem, maar wel serieus. Als we alleen al eens zouden beginnen met “Bereidt de weg van de Heer door zijn paden recht te maken.” Rechte paden. Recht-door-zee zijn in het geloof. Niet rechtpraten wat krom is. Niet zeggen: alles komt wel goed als je maar van huis uit, als traditie een beetje gelooft. Dat is de hedendaagse vertaling van: “We hebben Abraham tot vader.” Niet zo gemakkelijk zeggen: ik ben toch gedoopt, dus… Nee, misschien ons eerder eens afvragen: wat hebben wij dan met die Heer die komt, met Jezus, met de Vader? Gedragen wij ons altijd wel als kinderen van God of doen we uit traditie maar niet te veel moeite? Nee, laten we eens goed poetsen in ons hart en ons weer bewust worden van de genade die ons in het doopsel gegeven is. Ons kindschap Gods weer onder het stof vandaan halen. Inzien dat we met een béétje meer wilskracht dan het gemiddelde misschien sneller ontdekken wie we in Gods ogen zijn dan we denken.Laten we ons in deze vier weken voor kerstmis eens wakker schudden. We zijn misschien geen adderengebroed, maar om nou net te doen alsof alles wel tot tevredenheid stemt, is ook wat te veel gezegd. Laten we eens in de spiegel kijken. Is onze ziel onderhand toe aan een opfrismoment, een kleine beurt, een kleine makeover? Als we alleen al die vraag op ons toelaten, maken we weer een pad recht voor de komst van de Heer. Amen.