Spring maar, ik vang je op!

Beste vrienden,

Hoe kan ik dat weten? Hoe kan ik weten dat ik niet bang moet zijn?   Waarom zou ik moeten geloven dat die God het echt goed met mij meent, dat Hij, zoals Jezus ons dat altijd weer verzekert, ons echt opvangt, dat ik door Hem gedragen word en dat ik helemaal blind op hem kan vertrouwen? Wie zegt mij dat het ook werkelijk zo is?  Ik denk dat iedereen die zich met God bezighoudt, altijd weer met die vragen in zijn hoofd zit. Wie kan mij garanderen dat ik werkelijk op die God kan vertrouwen?  Ik vrees dat het antwoord op die vraag in wezen heel eenvoudig is. Het antwoord luidt namelijk kort en bondig: niemand! Er is niemand die me dat echt kan garanderen. Niemand die uiteindelijk al mijn twijfels zou kunnen wegnemen.   

Misschien is het een beetje zoals bij een klein kind dat in het zwembad op de rand van het bad zit en waar zijn mama tegen roept: „spring maar, ik vang je wel op! Je moet niet bang zijn, je gaat niet onder, ik hou je wel vast!”  Wie garandeert dat kind dat het ook werkelijk zo zal zijn? Wie kan aan dat kind de garantie geven dat zijn moeder het ook echt zal opvangen en vasthouden?  Het kind kan niets anders doen dan het gewoon proberen. Gewoon in het water springen in de hoop dat het wel goed zal aflopen. 

De eerste keer zal het dat waarschijnlijk heel aarzelend doen, even wachten, dan een aanloopje nemen en terug inhouden, en dan uiteindelijk na opnieuw door zijn mama te zijn aangemoedigd, toch te springen. En wanneer het kind dan door zijn mama opgevangen werd, wanneer het ondervonden heeft hoe geweldig dat kan zijn om zich helemaal op een ander te kunnen en te mogen  vertrouwen, want mama heeft me werkelijk opgevangen en niet laten vallen, dan weten we toch allemaal hoe een kind dan reageert. Wanneer het kind de eerste keer heeft durven springen, en wanneer het dan met veel gespat in de armen van zijn mama is beland, dan komt in de regel direct als eerste reactie: „Mama, nog een keer!“  

Het Evangelie van vandaag wekt in mij de indruk dat God ons, juist zoals die mama in het zwembad van daarnet, ook toeroept: “Spring toch, ik vang jullie wel op! Jullie moeten niet bang zijn, ik laat jullie nooit vallen want jullie zijn immers toch veel meer waard dan duizend mussen!”

een garantie op wat Hij ons daar zegt, die is er niet. Maar we hebben het toch allemaal al beleefd. Wanneer we op ons eigen leven terugblikken en zo menige situatie bekijken waarbij het nog net goed voor ons is afgelopen, en waarvan we achteraf bekeken moeten zeggen: “menslief, daar heb ik toch werkelijk geluk gehad!” Wanneer we aan een dergelijke gebeurtenis in ons leven denken, dan kunnen we ontdekken dat die God ons reeds meerdere keren in het verleden opgevangen en vastgehouden heeft. Dan zouden we ons toch ook zo moeten voelen als dat kind dat door zijn moeder voor de eerste keer werd opgevangen en duidelijk aanvoelde: “Ja het is waar, ze vangt me op, en laat me niet los in het water.

Ik mag op God vertrouwen, niet omdat er ergens iemand zou zijn die me daar een garantie voor geeft, en zeker ook niet omdat ik alles zou begrijpen wat Hij doet. Ik kan op Hem vertrouwen omdat Hij me al zo dikwijls heeft aangetoond dat Hij me niet in de steek laat. Want wanneer ik dat een keer heb meegemaakt, dan kan ik erop vertrouwen dat ik het ook in de toekomst met die God kan wagen.  Amen