Vanwaar deze titel? Omdat het verhaal van de zaaier zich afspeelt op twee plaatsen. Jezus zit in een bootje wanneer hij deze parabel voor de eerste keer vertelt aan een grote menigte toehoorders. Daarna neemt hij zijn leerlingen apart (gaat naar huis Mt. 13, 36) en verklaart hen de parabel. Er ontstaat een onderscheid tussen de groep van de twaalf en de grote menigte daarbuiten. Een scheiding tekent zich af tussen Jezus en Israël (Mt. 12 tot en met 16,20).
Waarom spreekt Jezus in gelijkenissen? Samen met zijn leerlingen van toen stellen we diezelfde vraag. Het is een wondere manier van handelen. Hij vertelt aan de grote massa en zegt meteen dat ze het niet verstaan. Het volk (dit zijn de joden) mag wat hij zegt niet verstaan, kan het niet verstaan, wil het niet verstaan? Hardnekkigheid, verstoktheid?
Vrucht dragen
Mattheus haalt er naar zijn gewoonte een tekst bij van Jesaja over de verstoktheid van het hart. Mattheus geeft goed aan dat het aankomt op goed horen en vooral op het handelen naar dat waarheen we opgeroepen worden. Het is Jezus om doen dat zij het Woord zouden horen, zoals ook reeds de profeten er op aangedrongen hebben. Hij wenst dat zien en horen mag leiden tot handelen en het geven van vruchten. “Als de predikant en de catecheet er in gelukt wat over te brengen van het woord van Jezus dat het nu vrucht opbrengt – dan is men er!” Horen – Verstaan – Vruchten dragen!
Mattheus die het verhaal brengt, denkt daarbij allicht aan de toestand van zijn gemeente. Zij bestaat uit christenen die komen uit het Jodendom, maar in conflict geraken met de joden en uit de synagogen werden uitgesloten. Hij bekijkt zijn gemeente waarin het zaad eveneens op een viervoudige akkter is gevallen. Mensen die het niet lang uitgehouden hebben om christen te zijn en te blijven, anderen die moeten uitgenodigd worden om zich te herpakken, een groep van hen die standhouden, die gezien en geluisterd hebben en die vrucht dragen.
Wij hebben Jezus gehoord in de Bergrede, wij hoorden hem wanneer hij zijn leerlingen uitzendt. We krijgen nu een derde verzameling toespraken. Het zijn meestal gelijkenissen, parabels. Jezus doet zijn leerlingen nadenken over het rijk dat hij verkondigt en over zijn eigen optreden; Wat is dit rijk? Wie is hij?
Zo wijd als de winden waaien
Het verhaal over de zaaier is het eerste van zeven beelden die Jezus aangeeft. Wij luisteren drie weken naar parabels van Jezus. We ontdekken hem daarbij als de man die kijkt naar het leven van elke dag, naar wat er gebeurt op de velden, naar zaaiers en vissers, naar kooplui en huisvrouwen. Hun activiteiten brengen ons bij de boodschap die Jezus eigen is en hem zeer lief is, deze van het rijk van de hemelen.
De zaaier lijkt een gemakkelijk beeld. We zien hem het zaad uitstrooien met een breed, zwierig gebaar zo wijd als de winden waaien. W. Barnhard weet hem mooi te omschrijven met het lied: Een zaaier ging uit om te zaaien (ZJ 596).
Wanneer zag je laatst zo een zaaier? Op een prent van Vincent van Gogh, die als predikant in de Borinage heeft gewerkt?
Nieuwe velden
Het zaaien gebeurt nu meestal machinaal en misschien al computergestuurd. Bij het intikken van ‘gecomputerd gestuurd zaaien’ vind je een lange tekst onder de titel: We bouwden op de verkeerde plek. Daaruit komt dit citaat:
“De wereldeconomie vraagt steeds meer concentratie van wonen en werken in steeds groter wordende steden. De meesten van ons gaan het nog meemaken dat de eerste stad met 100 miljoen inwoners een feit wordt. En het gevolg daarvan is wat we nu al in Hong Kong zien. Daar wonen straatarme mensen letterlijk in vogelkooien van twee vierkante meter groot. Meer kunnen ze zich niet veroorloven. Legbatterijen met mensen. Want alleen daar is werk. Alleen daar zijn voorzieningen. Het achterland loopt leeg. Daar is straks niets meer. Enorme, maar dan ook enorme boerderijen gaan de productie overnemen van de kleine boeren. De dorpen lopen leeg. Die ene boerderij kan het zich veroorloven om machines vrijwel zonder mensen te laten werken. Het landschap wordt één vlakte met monocultuur zodat gigantische machines computergestuurd kunnen bemesten, zaaien en oogsten. En in Nederland? We zien dat het werk naar de steden trekt. Limburg, Zeeland, Groningen, ze lopen leeg. Boerderijen verdwijnen, landerijen worden groter en middenstand en bewoners verdwijnen steeds meer in de regio. Er is voor de jeugd niet veel meer. Gepensioneerden houden het vol tot ze afhankelijk worden. In andere landen zien we al spookdorpen ontstaan, zoals tijdens de goldrush.”
Hoe gebeurt in deze nieuwe situaties het zaaien van Gods Woord? Jezus zou nu zeker andere gelijkenissen gebruiken en andere aanknopingspunten vinden. Maar deze zullen toch dezelfde boodschap uitdrukken; houd niet op te verkondigen, zorg ervoor dat het woord van God wordt gehoord, geloof dat wat komt uit Gods mond niet vruchteloos is.
Ogen om te zien
In de parabel gaat het over de Zaaier, het zaad, de gesteltenis van de bodem, de ontvankelijkheid. Veel factoren hebben een rol in de lange weg van zaad tot vrucht. In de parabel van de zaaier bereikt deze uiteindelijk een behoorlijk resultaat. Wij hebben eerder de indruk dat dit nu niet zo goed lukt. Statistieken over kerkbetrokkenheid, over geloofsovertuiging brengen geen hoge toppers. Twee Franse dames Anne Soupa en Christine Pedotti schreven in 2010 het boek, Les pieds dans le bénitier over de kerk in Frankrijk en het verschralen van een bepaald kerkbeeld. In hun boek Gott ohne Volk stellen bisschop St. Oster en journalist Peter Seewald vragen over de kerk in Duitsland. Zaaiers kunnen ontmoedigd worden. Maar de Zaaier in de parabel doet ons geloven dat er altijd ergens goede grond is.
Wat de zaaier moed geeft, is de hoop dat er vrucht is. Wij weten niet altijd welk woord iets uithaalt. Een man zei me dat hij niet meer naar de kerk gaat, maar toch geabonneerd blijft op Kerk en Leven, want hij vindt er nu en dan een woord dat hem inspireert. Elke mens kan een woord spreken dat anderen deugd kan doen en iets goeds laat kiemen.
God, geef ons zaaiers die hun korrels niet tellen en die geloven in de oogst die ze niet zien.
God, sterk ons geloof in Jezus. Hij is het woord en het zaad dat U aan de wereld hebt toevertrouwd. Hij gaat ons voor in het vertrouwen dat de graankorrel slechts vrucht kan dragen als hij aan de aarde wordt toevertrouwd.