Zorg voor ons aller huis

We herinneren ons plekjes waar het goed was om te zijn en waar wij ons verbonden voelden met de natuur. “Wie opgroeide in de bergen, of wie als kind gehurkt water uit de rivier dronk, of wie speelde op het plein van zijn wijk, voelt zich geroepen om zijn eigen identiteit terug te vinden als hij naar deze plaatsen terugkeert.” Het lijkt een romantische gedachte in de nochtans zeer ernstige brief van paus Franciscus over de zorg voor het gemeenschappelijk huis (Laudato si’, n° 84).

Hij zag de zaaier en de visser

Jezus had oog voor de natuur (Laudato si’, n° 97). Hij zag de lelies op het veld en de vogels in de lucht, hij voelde de regen en de zon. Hij had oog voor het werk van de zaaier en voor de groei van het zaad. Hij vond er inspiratie voor de vele gelijkenissen die hij vertelde om zijn toehoorders ontvankelijk te maken voor Gods woord, waarvan hij de zaaier was.

Hij kende de zorg van de wijnbouwer bij de aanleg van een wijngaard en het aanwerven van arbeiders voor de oogst van de vruchten van de wijnstok. Hij had als timmerman gewerkt en hij had vrienden bij de vissers op het meer van Galilea, waar het nu en dan weleens hard kon stormen. Bergstromen konden toen en kunnen nog altijd bij storm op huizen inbeuken en ze vernietigen. Ook in de tijd van Jezus was de schepping, naar een woord van de apostel Paulus, in barensweeën. “De hele natuur kreunt en lijdt barensweeën altijd door” (Rom. 8, 22).

De schepping kreunt

Dit woord van Paulus over een schepping in barensweeën is het eerste Schriftwoord dat paus Franciscus aanhaalt in zijn Encycliek Geprezen zijt Gij. Laudato si’. Het staat al op de eerste bladzijde (Laudato si’ n° 2). Deze groene encycliek is een sociale encycliek. Zij is vijf jaar oud en dit is begin juni herdacht met de publicatie van een nieuw, ecologisch document Op weg naar de zorg voor het gemeenschappelijke huis. Zij geeft een impuls aan het ecologisch jaar, dat de paus in dit jaar aanmoedigt.

Deze encycliek kreeg meer gehoor buiten de kerk dan erbinnen. Het stoort bepaalde kringen dat de paus gevoelige thema’s aanraakt die een weerslag hebben op een te liberale economie (Warum Franziskus so viele Gegner hat, katholisch.de april 2020).

Het kreunen van de schepping, daarvoor verwijst de paus naar wat wij onder onze ogen dagelijks zien gebeuren: de vervuiling, de wegwerpcultuur, de klimaatverandering, de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, het watergebrek, de teloorgang van de biodiversiteit, de ontbossing, de toename van woestijnvorming, ook van innerlijke en geestelijke woestijnen.

De schreeuw van de aarde en de armen

Dit alles heeft gevolgen voor de kwaliteit van het menselijk leven en verhoogt de sociale ongelijkheid. De armen zijn er de grootste slachtoffers van. De paus dringt erop aan dat een ecologische aanpak moet evolueren naar een sociale aanpak. “Gerechtigheid moet deel uitmaken van het milieudebat, om zowel de schreeuw van de aarde als die van de arme te horen” (n° 49).

“We moeten het bewustzijn versterken dat we één menselijke familie zijn. Er zijn geen politieke of sociale grenzen of barrières om ons te kunnen afzonderen en daarom ook is er geen ruimte voor globalisering van de onverschilligheid’ (n° 52).

We zijn een deel van Gods schepping en alle schepselen zijn met elkaar verbonden. Franciscus van Assisi, de grote inspiratie voor paus Franciscus, heeft deze zusterlijke band met de ganse schepping beleefd en bezongen. Zijn Zonnelied heeft dan ook gezorgd voor de titel en de dynamiek van dit pauselijk schrijven (n°87)

Dag aan dag zijn we verrast door het kunnen van de mens. We genieten van de technische vooruitgang en we ondervinden de invloed van de digitalisering. Techniek heeft veel veranderd en vergemakkelijkt. Er zijn verworvenheden die we niet wensen op te geven. Maar de drang naar steeds meer en meer heeft een keerzijde. Wij buiten de natuur uit en hebben onvoldoende zorg voor duurzaamheid. Daarbij is er een economie die uit is op winst en steeds meer en meer wil. Daaraan wordt veel opgeofferd. De paus houdt niet op om dit ongebreideld kapitalisme aan te klagen. Hij legt de oorzaak van de ecologische crisis bij de mens.

Hij vraag aandacht voor een integrale ecologie, waar de menselijke en sociale dimensies zijn in opgenomen (Hoofdstuk 4 van de encycliek).

Band met volgende generaties

We mogen ons niet geruststellen en zeggen: het zal onze tijd wel duren. We hebben van vorige generaties ontvangen en moeten kwaliteit doorgeven aan de volgende.

“Het begrip algemeen welzijn sluit ook de toekomstige generaties in. De internationale economische crisissen hebben op een meedogenloze wijze de schadelijke gevolgen laten zien van een miskenning van een gemeenschappelijke levenslot die ook rekening houdt met de toekomstige generaties. Men kan niet meer spreken van duurzame ontwikkeling zonder solidariteit tussen de generaties. Als we kijken naar de situatie waarin we de planeet doorgeven aan de volgende generaties achterlaat, treden wij binnen in een andere logica, die van een gave die wij gratis ontvangen en doorgeven. Als de aarde ons gegeven is, dan kunnen wij ze niet alleen maar benaderen vanuit het utilitaristisch criterium van efficiëntie en productiviteit in dienst van ons eigenbelang. Het gaat hier niet om een persoonlijke keuzemogelijkheid, maar over een fundamenteel rechtvaardigheidsprincipe omdat de aarde die wij ontvangen hebben ook toebehoort aan hen die na ons komen” (n° 159).

Ecologische bekering

De paus suggereert enkele oriëntatie- en actiepunten en hoopt op een koerswijziging. We mogen niet dieper wegzakken in een spiraal van zelfvernietiging (Hoofdstuk 5). Hier wordt zowel de internationale als de nationale en lokale politiek aangesproken en eveneens de religies. Hij hoopt op een ecologische opvoeding en spiritualiteit (Hoofdstuk 6).

Wat leren wij uit crisissen, wat zullen we anders aanpakken na deze coronapandemie? In een interview in The Tablet haalt de paus een Spaans gezegde aan “God vergeeft altijd, wij vergeven soms, maar de natuur vergeeft nooit.”

Een ecologische gevoeligheid leidt tot een andere omgang met het milieu. “Als iemand zich wat dikker kleedt in plaats van de verwarming aan te zetten, ook al laat zijn financiële situatie hem toe meer te verbruiken en uit te geven, dan veronderstelt dit dat hij overtuigd is en gevoelig is voor de zorg voor het milieu.”

“Het is zeer nobele taak om met kleine dagelijkse handelingen te zorgen voor de schepping. Het is schitterend dat de opvoeding daartoe kan motiveren en zo een nieuwe levensstijl kan bevorderen.”

“Opvoeding tot verantwoordelijkheid voor het milieu kan aanzetten tot verschillende gedragingen die een directe en belangrijke invloed hebben op de zorg voor het milieu, zoals het gebruik van plastic of papier vermijden, en materiaal, het waterverbruik verminderen, het afval scheiden, alleen maar koken wat men redelijkerwijze zal kunnen eten, zorgvuldig omgaan met de andere levende wezens, het openbaar vervoer of carpooling gebruiken, bomen planten, nodeloze verlichting uitdoen. Dit alles maakt deel uit van een edelmoedige en waardige creativiteit, die het beste van de mens laat zien. Iets hergebruiken in plaats van het snel weg te gooien, omdat men daartoe echt gemotiveerd is, kan een daad van liefde zijn die onze waardigheid tot uitdrukking brengt” (n° 211).

Minder is meer

In zijn encycliek richt de paus zich tot alle mensen. Maar hij appelleert zeker de christenen van wie hij een ecologische bekering verwacht. Hij herinnert ons aan een trek van de christelijke spiritualiteit die overtuigd is dat “minder meer is” en die soberheid waardeert. “De christelijke spiritualiteit houdt voor om te groeien in soberheid en in staat te zijn om met weinig tevreden te zijn. Het is een terugkeer naar de eenvoud die het ons mogelijk maakt stil te staan om te genieten van de kleine dingen, te danken voor de mogelijkheden die het leven biedt, zonder ons te hechten aan wat wij hebben, of treurig te worden om wat wij niet bezitten. Dit verreist het vermijden van de dynamiek van overheersing en pure opeenstapeling van genoegens” (Laudato si’, n° 222). De zaaier uit de parabel is eerder naar de kwistige kant. Hij strooit het zaad zelfs op plekken waar het niets opbrengt. Verwijzen naar soberheid is geen oproep om te berusten in je lot.

De zorg van de paus voor de ecologie komt aan bod in zijn brief na de bijzondere bisschoppensynode over het Amazonegebied. In Querida Amzonia, Geliefd Amazonië verwoordt de paus vier dromen voor die gebied. Hij heeft een sociale droom, een culturele droom, een ecologische droom en een pastorale droom. Langs deze dromen concretiseert de paus inzichten uit Laudato si’. Hij herhaalt er de band tussen ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid.

God danken

De sabbat en de zondag zijn dagen waarop de mens de greep op de natuur even loslaat en zijn Schepper looft. De verlofperiode biedt ons daartoe eveneens kansen

Laten we even de tijd nemen voor een wandeling in het landschap, om een plekje op te zoeken in de natuur waar we dan even kijken naar de groei en de bloei van de dingen. We mogen dankbaar zijn voor de grond die ons draagt en de vruchten die de aarde ons schenkt door het werk van de mens. We kunnen met een hart als dit van Sint Franciscus de Heer loven en danken voor zuster aarde. We kunnen de Heer prijzen met het loflied van de drie jongelingen na hun redding in de vuuroven (Dan. 3,57-88). We danken voor mensen die met eerbied omgaan met de schepping en die Gods aanwezigheid erkennen in al wat bestaat en leeft.