18e zondag door het jaar A (2008)

Na een paar uur electro, bouw of kantoor kwamen de jongens en meisjes bij mij in de les. Een uur godsdienstige of maatschappelijke vorming. Wat doe je dan met de verhalen die Jesus verteld heeft? Vandaag is daar zo'n voorbeeld van. De wonderlijke uitdeling van brood aan een grote massa mensen. En dan nog  alleen aan mannen. Kinderen en vrouwen worden niet meegeteld. Hoe kan dat nou? Met 5 broden en twee vissen 5000 mannen te eten geven? En het wonderlijke is dat dit verhaal  nog steeds wordt verteld. Hoe laat ik de boodschap achter in de klas?
Tegen de jongens en meisjes zei ik, dat ze de banken en stoelen even aan de kant moesten schuiven. Zelf moesten ze dan in een grote kring gaan staan. Nou, dat wilden ze best. Alles beter dan schrijven of in de bijbel lezen. Ik telde alle jongens en meisjes. Ik zei dan: "Jullie zijn met zijn twintigen, Achmed en Melika zijn er ook. Dat zijn de kleinsten en die mogen een stap naar voren doen."Ik vertelde  de klas dat ik gisteren bij de Aldi 40 kleine stukjes Mars had gekocht. Ik zei: " Begrepen? Jullie zijn met zijn twintigen en jullie weten hoeveel stukjes Mars ik heb." Akkoord, meneer." Als ik een teken geef, leg ik de Marsen  in jullie midden en jullie mogen dan pakken." Zo gezegd, zo gedaan. Het is even een grote puinhoop, een wirwar van jongens en meisjes. Even later staat iedereen weer. Achmed en Melika hebben ieder twee stukjes.  De meeste meisjes hebben helemaal niets. De grote praatjesmakers in de klas hebben  een handvol, soms wel een stuk of 8. En iemand roept:" Ik heb helemaal niks, want ik heb mijn arm in het gips".
Ik zeg tegen de klas:  " zie je, zo gaat dat ook in de grote wereld. De grootsten en sterksten krijgen het meest. Dat zijn de grootste graaiers. De zwaksten en helaas horen daar ook vaak de vrouwen en kinderen bij krijgen niks. Achmed en Melika hebben nagedacht en ieder twee stukjes gepakt.
Wat wil Jesus duidelijk maken met dit verhaal?  Iemand die volgeling van Jesus wil worden hoort niet thuis bij de graaiers, maar bij de delers. En daar kun je een goede christen aan herkennen. En daarom is het verhaal nog steeds actueel. Een paar voorbeelden.
Want het is heel goed dat wij ons bewust worden dat de voorraden aan voedsel  in de wereld beperkt zijn. Er zijn al veel mensen die honger hebben. En toch gaan wij landbouwgronden gebruiken om er gewassen op te verbouwen, waar brandstof van gemaakt worden. Dat allemaal voor de  heilige koe en de mensen in de derde wereld krijgen nog minder te eten. Het grote graaien doet zich voor bij mensen die  vette bonussen binnen halen en  een gouden handdruk meekrijgen. Werknemers zien met lede ogen hoe hun bedrijf gesloten wordt. Er zijn best nog meer voorbeelden te noemen. Bossen die de longen van de aarde worden genoemd, worden gekapt. Hele oerwouden verdwijnen.
Er is natuurlijk ook een andere uitleg mogelijk, minder politiek beladen, van beide lezingen. Het gaat niet over echt brood, over eten om in leven te blijven.
Het gaat niet over materiele zaken. Het gaat over de rijkdommen van de H.Schrift, om voedsel voor de geest, het gaat over de woorden van Jesus.
En daar is ook alle reden voor. Want Jesaja zegt in de eerste lezing:"Luistert naar mij, dan eet gij wat goed is, dan verzadigt gij U aan heerlijke spijs". Dat is een hele goede en mooie uitleg. Maar ook een uitleg om je achter te verschuilen en buiten de deur alles op zijn beloop te laten.
U mag vanmorgen kiezen voor een uitleg. Ik kies voor de uitleg, dat een christen zich hoort te scharen achter de delers. Voor mij geldt: genoeg is genoeg. Ik wil de ander ook graag zien staan.
Daarover tot slot een kleine anekdote. Op school leerde je een werkwoord vervoegen. Bv.  het werkwoord hebben: en dat gaat zo: ik heb- jij hebt- hij heeft- wij hebben=jullie hebben en zij hebben.Ik en wij altijd voorop. In de taal waarin de bijbel geschreven is, het hebreeuws, gaat dat anders. Daar beginnen zij met: hij heeft, jij hebt en ik heb, zij hebben, jullie hebben en wij hebben.De aandacht gaat dus uit naar de ander, anderen. Wanneer hij genoeg heeft en jij, dan komt het met mij ook wel goed. En dan zijn de woorden van moeder Teresa mij uit het hart gegrepen: " Wij kunnen geen grote dingen doen, maar wel kleine dingen en dan met liefde." U bent creatief genoeg om  zelf in te vullen, hoe je in het klein, in je omgeving, op je werkplek, in je gezin niet gerekend wordt tot  de graaiers maar tot de delers.