Misschien is het u ook wel eens overkomen: dat u b.v. hier in Best op de markt rondloopt of ver weg in New York of zo, dat u plotseling een oude bekende meent te zien. Hij of zij is uiterlijk misschien veel veranderd, maar de stem, de manier van lopen en gedragen zet je op het spoor: "Ja, die is het. Wat is de wereld klein". Er zijn heel wat menen die we nog wel eens terug zouden willen zien, vooral als we het goed met hen konden vinden. Je zou een hele groep bij elkaar willen brengen van mensen die elkaar goed verstaan. Die heimelijke wens is niet eens onvervulbaar en die hoeft eens gezocht te worden onder de oude bekenden. Zulke mensen zijn ook te vinden onder nieuwe kennissen. Het zijn mensen waar je wat aan had en vooral aan hebt. Ze tillen je even weg uit de platte, maar soms noodzakelijke, bezigheden van alledag.
Dat kun je niet van iedereen zeggen. Er is immers zo veel dat ons wordt opgedrongen en ons tot de zwarte massa wil doen behoren, om te dansen naar de pijpen van wat anderen verzinnen. Onze geest kan helemaal verdoofd raken door het aanbod van verre en o zo goedkope reizen, van filmpjes en dvd's waar het lawaai en het bloed vanaf spat, van superaanbiedingen en noem maar op. Toch zijn er altijd weer mensen die ons daar uit weg redden omdat ze een heel andere geest in zich dragen en uitstralen. In wezen zit die mogelijkheid in iedere mens, maar bij de een komt dat uitdrukkelijker voor de dag dan bij de ander. De evangelisten beschrijven zulke mensen als degenen die de geest Gods gestalte geven. De evangelist Johannes vertelt vandaag dat Johannes de Doper zo iemand tegenkwam in de persoon van Jezus Christus. Niet zo maar als een van de velen, die af en toe zo'n beetje boven alledag weet uit te spartelen, dus niet helemaal vervreemd van zichzelf. Nee, hij herkent Jezus als een van degenen die kennelijk zo uitdrukkelijk door God zijn aangewezen dat ze er niet onderuit kunnen om diens geest in woord en daad uit te dragen. Onder profeten kwam dat meer voor. Ze zeggen soms dat ze er wel onderuit zouden willen, maar niet kunnen, "want het brandt in mijn hart, ik kan niet anders" laten ze weten. Johannes de Doper herkende dat in Jezus als gedoopt in en bovenmate overgoten van de heilige geest. Hij kon dat alleen zeggen omdat hij wist wat dat voor een geest is: de geest van wijsheid, waarheid, geduld, hulpvaardigheid.
Wij zijn niet allemaal zo uitdrukkelijk daartoe aangewezen, maar we zijn er ook niet per se vreemd aan en zien dat bij mensen om ons heen, die vrijwilligers, ouders, verzorgers enz. Ondanks alle geweld van reclame zijn er heel veel mensen die weten te ontsnappen, minstens voor een deel, aan het appel van de hebzucht, het vertier, de schone schijn. Omdat die mogelijkheid in elk mens woont vindt je ze dan ook onder arm en rijk en alles daartussenin.
Het mag ook wel eens gezegd: Ja er zijn echt ook zeer welvarende mensen die daar, de een wat vaker en wat meer dan de ander, die zich voelen aangewezen en er op ingaan om er bovenuit te krabbelen. Het is goed om die geest te herkennen en als een oproep aan onszelf te verstaan: Maak eens wat meer ruimte voor die geest van God in ons, want dat is redding voor ons allemaal. Dan kan het gebeuren dat een oude of nieuwe bekende u op de markt in Best of op een verre plek op onze aardbol bezig ziet en denkt: "Die ken ik ergens van". Misschien niet van de stem of het uiterlijk, maar wel van die typische gedragingen van mensen in wie de geest Gods woont. Amen.