Als profeet kent Johannes de Doper uiteraard de Schriften. Hij weet dat de Messias iemand zal zijn op wie Gods Geest rust, maar Hij weet ook wat deze Dienaar te wachten staat. Hij weet dat dit het ultieme offer zijn dat God zelf voorziet om God en mens voor eeuwig en altijd te elkaar te verzoenen. Er zal geen bokje meer de woestijn in gestuurd moeten worden, beladen met alle zonden van Israël, neen, God zelf schenkt ons een slachtoffer: zijn eigen Zoon. En dat laatste, daar zitten wij als nuchtere Westerlingen toch mee gewrongen. Waarom moet een onschuldig mens sterven voor de fouten van anderen? Geen gemakkelijk vraag, ik moet dan ook eerlijk bekennen dat ik het antwoord niet weet. Ik kan alleen proberen te begrijpen wat God doorheen dit alles mij te vertellen heeft.
Misschien heeft u het al meegemaakt: iemand uit de omgeving wordt ernstig ziek. Als je als moeder ziet dat je kind aan het afzien is en dat je daar niks kan aan doen, dan voel je je enorm kwaad en machteloos. De meeste moeders zouden onmiddellijk willen ruilen met hun kind om hun dierbare van al die miserie en dat lijden te verlossen. Waarom? Leeft die moeder niet graag? Jawel, die moeder leeft graag, maar uit liefde voor haar kind zou ze zijn lot willen dragen. Als we de kruisdood van Jezus in dat licht bekijken, wordt het een onnoemelijk grote blijk van liefde van God voor de mensen, ook voor mij en u dus. Gods liefde voor de mens is zo groot dat Hij zijn eigen zoon opoffert. Kunnen wij ons inbeelden dat wij zo'n grote liefde zouden hebben voor iemand dat we er ons eigen kind voor over hebben? Ik kan het mij niet inbeelden want het is (bijna) onmenselijk. Dat Christus sterft aan het kruis is geen bewijs dat God Hem in de steek gelaten heeft of er niks mee inzit, maar wel een blijk van enorme liefde van God voor de mens. Dat God Hem niet in de steek laat, blijkt uit de verrijzenis. Maar bij de kruisdood zien we opnieuw dat God zelf voorziet in een offer en dat offer is Zijn eerstgeborene. Het geloof van God in de mens is dus nog groter dan het geloof van Abraham.
Dat Christus voor ons gestorven is, lijkt een vergeten mysterie van ons geloof. Dat Jezus ons liefheeft, ons getoond heeft hoe wij kunnen leven en ons Zijn Geest zond om ons te blijven inspireren, dat gaat nog. Maar dat er iemand gestorven is voor ons? Dat leeft helemaal niet meer. Het christendom is een verlossingsgodsdienst, maar dat is voor veel gelovigen dode letter. Daarom stelt dit evangelie ons eigenlijk voor de prangende vraag wie Jezus voor ons is. Alleen maar een mens met zeer mooie en edele gedachten? Iemand die getoond heeft hoe je als mens gelukkig kan leven? Of is Jezus Iemand die door God gezonden is om de relatie mens-God die altijd weer spaak loopt voor eens en altijd te herstellen? Wie er in slaagt deze laatste belijdenis als waarheid te zien, zal meteen ook veel dankbaarder worden voor het grote geschenk dat God ons in Jezus gegeven heeft. Maar ook dankbaarheid jegens God die zo met de mens verbonden wil leven dat Hijzelf voor het zoenoffer heeft gezorgd. Het is alsof een vrouw bloemen koopt voor haar man zodat hij haar die bloemen kan schenken om het weer goed te maken. Maar het is ook bekennen dat wij mensen zijn die "verlossing" nodig hebben. Ondanks de vele goede voornemens lijken bekoringen van alle kanten ons heel vlug te laten vastlopen. Als we mogen beseffen dat er Iemand is die er voor gezorgd heeft dat we verlost zijn van die oude mens die onderhevig is aan al wat op den duur mensonterend is, dan is het makkelijker daar van los te komen, altijd weer.
We bidden op het einde van de eucharistie het "Lam Gods", het is dan dat het brood gebroken wordt alsof de liturgie ons wil zeggen: zie hier, kijk, het Lam Gods wordt gebroken voor ons. Aan wie beter dan aan dit Lam kunnen we vragen dat het zich over ons zou ontfermen, wie beter dan het Lam dat zijn leven geeft voor anderen kan ons vrede schenken? In dat licht kunnen we ook het vervolg van de eucharistie beter begrijpen: wie zijn wij, mensen, dat die mensgeworden Liefde, tot ons komt? Vandaar: ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden. Misschien kunnen we die woorden vanaf nu ook gemeend uitspreken.