2e zondag door het jaar A (2008)

Beste dorpsgenoten,

2008 is het Jaar van het Religieus Erfgoed, waaraan Nederland ongekend rijk is. In dat verband stond er een artikel in de krant (Trouw): "Hapje eten in de kerk." Daarmee werd niet bedoeld het eten van het Lichaam en Bloed van Christus. Het ging over een klein, oud en sterk vervallen kerkje in Groningen dat dank zij de inzet van dorpsbewoners wordt gerestaureerd. Eind 2009 heropent de kerk haar deuren, als leer- en werkrestaurant, met Groningse streekproducten op het menu.

's Zomers bellen er mensen aan of ik word op straat aangesproken door vakantiegangers die willen weten waar ze iets kunnen eten en drinken. En dan moet ik met schaamte zeggen: "Nergens," terwijl deze streek zo gastvrij wil zijn. En ik moet hen verwijzen naar Meijel of naar Roggel waar ze vlak bij de kerk twee restaurants vinden. Ik zou het ons allemaal gunnen dat zomerse reizigers in onze kerk terecht kunnen, eens, als wij er niet meer zijn.

En ik dacht: "Waarom wachten tot we allemaal dood zijn?" Dikwijls staan zo'n 12 tot 16 banken leeg als we mis vieren in de kerk. Zouden we die 's zomers niet opzij kunnen zetten en zo ruimte scheppen om mensen een kopje koffie of een frisdrankje aan te bieden? Dan zouden we blije gezichten in de kerk krijgen, waar ze in de geest van Jezus voor bedoeld is. In een kerkdienst krijgen we dat niet klaar!

Iets om creatief over na te denken of te grauwelen.

In de eerste lezing staan weer prachtige woorden, geschreven door een dichter of romanschrijver, onder de beroemde naam Jesaja. Het zijn woorden die verwijzen naar een tijd zo'n 1000 jaar eerder. Met die woorden probeerde hij de mensen van zijn tijd aan te moedigen en te inspireren. En uit de geschiedenis hebben we het bewijs dat hem dat gelukt is. Het beste bewijs is wel dat uit het kleine volkje waar hij voor schreef, Jezus van Nazareth is voortgekomen, die nu, 2000 jaar later, nog mensen raakt en inspireert.

Wij zijn hier bijeen, omdat wij geraakt en geinspireerd zijn door Jezus van Nazareth. Dat zeg ik wel. Maar is het ook zo?

Is Jezus een "programma", zoals we ze op TV zien en waar we naar kijken zoals we kijken naar Boer zoekt vrouw?

Ik vind het heel moeilijk om te zeggen wat Jezus belangrijk maakt in onze tijd en voor de omstandigheden waarin wij leven. Eerlijk gezegd vind ik dat hij heel veel mensen niet meer aanspreekt, of ze naar de kerk gaan of niet. Hij is voor ons een vreemde geworden, omdat we nog altijd over hem horen spreken met woorden die niet van deze tijd zijn. Jammer, maar is het niet zo? Ik moet opeens denken aan "de boer, hij ploegde voort." Ik zie hem achter de ploeg, zorgvuldig de aarde omleggen. Mooi om naar te kijken maar wie zou daar nog van kunnen leven zoals we dat nu gewend zijn.

Zijn wij dan die heidenen uit de eerste lezing, die in het duister zitten? Mensen die achter afgoden aanlopen, die onderworpen zijn aan allerlei vreemde overheersers? Mensen, die aan de grenzen van de aarde wonen?

Daar hebben we geen last van. Als we over de aarde rondkijken, en ons vergelijken met mensen in Afrika, Azië, Zuid Amerika, dan zitten we volop in het licht, dan komen wij niets tekort. Wat zou God of Jezus Christus nog aan ons leven of aan ons geluk kunnen toevoegen? Zijn wij anders, beter dan goedlevende atheïsten?

Heel lang geleden heb ik ergens dit zinnetje gelezen: "Alles wat leeft, groeit. Wij groeien tot we dood gaan. En als we niet meer groeien, zijn we dood."

En John Henry Newman (1801-1890), een belangrijke Engelse filosoof en schrijver, spreekt over veranderen en zegt: "Leven is veranderen en goed leven is dikwijls veranderen."

Zonder dat ik er naar gezocht heb, mengt Jezus zich in het gesprek: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven." Die woorden komen uit het evangelie van Johannes.

De weg. Een weg voor ons is goed geasfalteerd met duidelijke,witte lijnen. Een waarheid is voor ons een waarheid als een koe. En leven? Daar weten we niet veel over te zeggen. De weg van Jezus is de weg die ontstaat terwijl wij er over reizen. Waarheid is iets dat aan ons groeit en waarvan we nooit zeggen, met de vuist op tafel, :"Zo is het." En leven op zijn manier? Dat vat ik samen in deze drie woorden: Compassie, zegen en vreugde. En daarin kunnen we groeien, vinden we onze weg, ontdekken we hoe mooi en bevrijdend dàt is. We zetten niet meer de hakken in het zand, we durven van standpunt te veranderen. Er is plaats voor anderen tussen de twee handen die de aardbol vasthouden. We leven.

Daarbij vertrouwde Jezus op een richtingwijzer die toen al 1000 jaar oud was, de Gulden Regel: "Wat gij wilt dat anderen u doen, doe dat ook aan hen." En voegde daar aan toe: "Dàt is de hele "bijbel."

Wie vindt dat hij of zij daar al heel goed in is, hoeft alleen maar te doen wat een goede voetballer doet: oefenen om nog beter te worden!

Zo is het.