Altijd, en altijd weer

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Een joodse legende vertelt van een rabbi die een politieke vluchteling had opgenomen en in zijn huis verborgen, omdat hij medelijden had gekregen met zijn gekweld gelaat. Tegen de avond omsingelden de soldaten de stad en eisten de uitlevering van de vluchteling, anders zouden zij de stad met de grond gelijk maken. De rabbi wist niet wat te doen, heel de nacht door studeerde hij de bijbel om een antwoord te vinden. Na lang zoeken vond hij een uitweg: ‘Het is beter dat een man sterft dan dat een heel volk te gronde gaat'.

Toen hij de arme vluchteling aan de soldaten had overgeleverd, verscheen hem de profeet Elia, die hem vermaande: ‘Waarom heb jij niet gelezen in de Schrift die alleen in het hart van de rechtvaar¬dige te lezen staat? Als je in de ogen van die arme man gekeken zou hebben, dan zou je geweten hebben wat God van je wilde'. En de profeet keerde zich om en ging weg zonder groet. Rabbi Jozua legde zijn hoofd op de tafel en hij wist dat hij verkeerd gekozen had.

De betekenis van dit oud verhaaltje is dat je voorzichtig moet zijn met vaste regels en vooraf bepaalde wetten. De eerste norm van handelen is ‘de Schrift, die in het hart van de rechtvaardige ge¬schreven staat'.

Bij Jezus gaat het om de mens in nood, die recht heeft op barmhartigheid. Petrus vraagt hem hoe dikwijls hij zijn broeder moet vergeven: zeven maal? Schriftgeleerden hadden hun antwoorden al klaar: driemaal, vijfmaal. Het antwoord van Jezus doorbreekt alle berekeningen en beschouwingen. Zeventigmaal zeven maal, zegt Jezus, dat wil zeggen altijd, en altijd weer, zonder enige begrenzing, boven elke maat uit. De enige maatstaf is de grenzeloze vergevensgezindheid van God zelf.

In de parabel van de onbarmhartige schuldenaar wil Jezus ons juist duidelijk maken dat wij moeten proberen zo barmhartig te zijn als God, die in zijn barmhartigheid al onze schulden kwijtscheldt en ons daardoor oproept zelf ook de barmhartigheid te beoefenen. Zolang wij blijven tellen en rekenen, zolang wij ons vastklampen aan wetten en voorschriften, gewoonlijk in ons voordeel, zullen wij nooit zover komen dat wij onze broeder van harte vergiffenis schenken. Een geslaagd leven bestaat niet eenvoudigweg daarin, dat men gelukkig door het leven komt, maar vooral daarin dat men een hart heeft voor de ongelukkigen, dat men barm-hart-igheid beoefent. Dat hebben wij in deze tijd vooral nodig, een beetje barmhartigheid.

Als ik in één woord zou moeten samenvatten wat een christen moet kenmerken, dan zou ik het doen met het woord ‘barmhartigheid', zoals Jezus gezegd heeft: ‘Wees barmhartig zoals uw Vader in de hemel barmhartig is'. Over het boze klagen en boze mensen aanklagen, dat kan iedereen, ook als hij een hart van steen heeft. Ook om mensen te oordelen of te veroordelen, heb je geen hart nodig, alleen maar een beetje verstand en zelfgerechtigheid. Maar wie weet dat hij zelf niet beter is dan de anderen en precies zoals de anderen op Gods barmhartigheid aangewezen is, die zal zelf ook wel barmhartig zijn. Voor alle problemen in het leven is meestal een beetje barmhartigheid voldoende.