Dakanie
In een vergadering van de pastorale ploeg las Luc een tekst over de stam of de cohorte van de ‘Dakanie’. Wie schuilt er achter deze naam? Het zijn tweevoeters. Ze spitsen de oren, wanneer iemand in hun omgeving het heeft over ‘verandering’ in werk- en denkwijzen. Ze hebben niet graag dat er veel op hen beroep wordt gedaan. De woordenschat van deze mensen is niet uitgebreid. In hun hersenvolume is slechts één uitdrukking opgeslagen, nl “Dat kan niet.” Zo verspreiden ze in hun omgeving een gif, dat anderen in hun inzet ontmoedigt.
Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft
Tegenover de groep der ‘dakanies’, die in alle tijden remmend werken, staan zij die geloven dat veel kan en mogelijk is. De Bijbel steunt hen in deze utopie. Er kan veel, zegt de Bijbelse mens, voor wie zijn hoop vestigt op de Heer. Bij God is niets onmogelijk. Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft (Fil. 4,13). Dit is echter geen vrijbrief voor roekeloos en onverantwoord gedrag.
Paulus is een man met een reuze inzet voor de boodschap van de gekruisigde en de verrezen Heer Jezus. Vanuit een sterk geloof is hij een grensoverschrijder, die op een bepaald moment resoluut gekozen heeft om zich te wenden tot de niet-joden. Met enkele trekken schildert hij op het einde van de brief aan de christenen van Filippi zijn zelfportret. Hij is deze gemeente zeer genegen, want ze is zijn ‘eersteling in Europa’. Hij heeft zich als missionaris geen enkele moeite ontzien. Hij heeft een groot vertrouwen in God, maar hij weet evenzeer dat hij de ondersteuning van anderen nodig heeft.
De trekken van Paulus waren en zijn terug te vinden op het gelaat van veel missionarissen. Missionarissen geraken in de vergeethoek, doordat hun aantal is verminderd en omdat de huidige geloofscrisis de zin van de evangelisatie aantast. In ons land overtreft het aantal oud-missionarissen dit van de actieve. Van 4511 in 1982 viel dit aantal terug op 2266 in 1998. In 2012 waren 852 Belgische missionarissen werkzaam in het buitenland.
Wie van iets of over Iemand durft getuigen, heeft het moeilijk. Identiteit lijkt verdacht. Er wordt vandaag nogal gemakkelijk beweerd dat alle godsdiensten uiteindelijk gelijk zijn en dat alle namen en beelden van de goden verwisselbaar zijn. Het Bijbels volk deelt deze overtuiging niet. “Laten wij ons niets wijsmaken: wie universeel oecumenische praatjes verkondigt, draagt geen offer op, noch aan de oude godin Athena, noch aan de hindoeïstische godin Kali, noch aan de God van Jezus Christus. En als hij het bij gelegenheid toch doet, dan op de wijze van een Amerikaanse toerist die tijdens een tocht door de Sahara ‘Toeareg’ speelt in een boernoes op een kameel” (A. Vergote).
Het goede nieuws brengen
“Geloven is moeilijker dan niet geloven; geloven vraagt zorg, eerlijke bezinning en moed” (A. Vergote, Toekomst van het geloof? Toekomst van het ongeloof? Christenforum Gent, 1999). De apostelen hebben zo een proces doorgemaakt. Zij kwamen tot het verrassend inzicht dat God Jezus heeft doen zegevieren over de dood omwille van diens Godsvertrouwen. Een gesloten wereld wordt door de verkondiging van dit verrassend goddelijk gebeuren opengebroken. Dit was voor hen een blijde boodschap. Zij schonk hun volheid van leven, liefde en vreugde. Zij zijn naar de kruispunten van de wegen gegaan om dit goede nieuws te melden. Zij hebben mensen uitgenodigd om aan te zitten aan het bruiloftsmaal, dat de Heer wil aanbieden. Elke christen mag deze uitnodiging doorgeven. Missionarissen zijn hiervoor naar andere culturen getrokken.
“In het licht van Gods woord leren wij
Zijn heilsplan te herkennen in het wereldgebeuren
en in de ervaringen van hen met wie wij het leven delen.
Wij verkondigen de eisen van het Evangelie
en klagen alles aan wat ermee in strijd is”
(Leefregel van Scheut, art. 15).
Wie een goede boodschap brengt, stoot niettemin op het wantrouwen en afwijzen van de fluitspelende kinderen, die van anderen verwachten wat ze zelf niet doen (Mt. 11, 16-19). Wie met een zaak begaan is en die aan de anderen niet kan overbrengen waar hij zelf van vervuld en overtuigd is, voelt in zich een pijn. Hij houdt rekening met tegenwerking en tegenkanting.
De mensen zijn onredelijk,
onlogisch, eigengereid;
Bemin ze toch maar, desalniettemin.
Als je hen goed wilt doen,
zullen ze je beschuldigen van oneerlijke
en zelfzuchtige motieven.
Doe goed, desalniettemin.
Als je succes hebt in je werk,
zal je valse vrienden
en nieuwe vijanden winnen.
Slaag maar in je ondernemingen, desalniettemin (India)
Missio
Missio is een dienst van de plaatselijke kerken om bij te dragen tot de evangelisatie van de volkeren. Alle bisdommen, zowel in de oude kerken van het westen als in deze van Latijns-Amerika en in de duizend zogenaamde jongere kerken zijn in deze opdracht betrokken. Overal worden ze - zeker tijdens de oktobermaand - daaraan herinnerd. Missio ondersteunt deze onderlinge kerkelijke solidariteit. Zij bevordert het contact tussen de kerk in het Westen en de zusterkerken uit andere delen van de wereld. Missio blijft aansporen om interesse te betonen voor het werk van missionarissen, van ontwikkelingswerkers en vooral voor christenen in de jonge kerken zelf.
In ons land richt de oktobercampagne 2014 van Missio de blik op de kerk in Myanmar, een land in Zuidoost-Azië, dat tot 1989 Birma heette. Veertig jaar lang heerste een militaire dictatuur, waarin pas in 2010 een einde kwam. Het is het derde meest boeddhistische land ter wereld. 5% zijn christenen. Daarvan zijn 600.000 katholiek, dit is 1,3 % van de ganse bevolking. Info bij Missio, Vorstlaan 199, 1160 Brussel (info@missio.be)
Elk Vlaamse bisdom blijft in contact met missionarissen en oud –missionarissen. Op 30 juli ontving bisschop Van Looy, zelf oud-missionaris in Zuid Korea, 13 Oost-Vlaamse missionarissen, die op verlof waren. Ze brachten tijdens het samenzijn een kort getuigenis over hun werk in Libanon, Chili, Argentinië, Japan, Rwanda, Burkina Faso en Congo. Zo ging op een levendige wijze de reeks verder van ‘Nonkel Pater’ en van ‘Zusters in Gods naam’.
Deze vertellen dan zowel over leed als vreugde, over de hitte van de dag, over de ontbering en over het stil geluk. Ze danken om de steun, het begrip en de solidariteit. Missionarissen zijn mensen op wie het woord van een Indiaans opperhoofd past: “Je bent op deze aarde niet voor niets geweest als je in de rivierbedding een steen hebt verlegd waardoor de rivier zijn weg naar de zee anders heeft gevonden.”
Ga naar de kruispunten. Gans de kerk is opgeroepen tot een ‘missionaire transformatie’. Trouw aan het voorbeeld van Jezus en de apostelen “is het van vitaal belang voor de kerk vandaag om naar buiten te treden en het Evangelie te verkondigen aan iedereen, op alle plaatsen, bij elke gelegenheid, zonder aarzelen, twijfel of angst. De vreugde van het Evangelie is voor alle mensen: niemand wordt uitgesloten” (Paus Franciscus, De vreugde van het evangelie, n° 23). Velen mogen het feestkleed aantrekken en in deze vreugde delen. We mogen aanzitten aan de feesttafel op de berg, waar de Heer een maaltijd aanricht voor al de zijnen (ZJ 521).