Wees niet bang om uw mening te zeggen!

Beste vrienden,

Wie Jezus in de luren wil leggen moet vroeg opstaan. Zo gemakkelijk laat Hij zich niet beetnemen. En ze hadden hun verhaal toch zo goed ingekleed. We stellen Hem gewoon voor de keuze tussen Keizer en staat aan de ene kant en God en religie aan de andere kant. En gelijk voor welke kant Hij kiest, vallen ofwel de vertegenwoordigers van de Romeinse Keizer,  ofwel de vertegenwoordigers van de Joodse religie over Hem heen. Het was goed geprobeerd, maar zo gemakkelijk laat Jezus zich niet vangen.  Met een meesterlijke perfectie omzeilt Hij alle klippen en hindernissen waarmee de vraagstellers Hem willen bedonderen. Als een paling glijdt Hij door hun vingers, maar interessant genoeg, niet door het debiteren van nietszeggende uitspraken, maar door doelbewust hun vraagstelling te doorzien en als vals te ontmaskeren, en dat met een ontwapenende eenvoud.

Niet de keizer OF God, niet de staat en de mensen OF het geloof en de religie, neen: „Geef de Keizer wat van de Keizer is en geef aan God wat van God is!”   

Christen zijn betekent niet dat je moet kiezen tussen God en de wereld, ook al is die mening in onze huidige tijd schering en inslag. Gelovig zijn betekent niet dat je je op het spirituele en het mystieke moet concentreren, en het betekent ook zeker niet dat je je in vrome zelfbespiegeling moet terugtrekken. Jezus Christus maakt ons duidelijk: ons leven in de maatschappij EN onze religieuze overtuiging, ons geloof aan God, die moeten één geheel vormen. We moeten dus als Christen in de maatschappij leven.

Christen zijn betekent dat we, bewust van onze verantwoordelijkheid voor God en voor de wereld, ook de verantwoordelijkheid voor de andere mens ernstig moeten nemen. En dat in de meest verscheiden speelwijzen die in de huidige maatschappij en in ons leven mogelijk zijn.

Die gedachte is voor mij zo belangrijk en actueel, omdat juist nu, en vooral onder jonge religieus denkende mensen, eerder een tegengestelde beweging kan worden vastgesteld. Een terugtrekken in spirituele knuffelhoekjes, een terugplooien op privé lijkt onstuitbaar in opmars te zijn.

En die wijze van denken neemt meer en meer toe, als zou het beïnvloeden van de staat of van de maatschappij niets zijn voor christenen, en zeker niet voor katholieken. Alles wat ook maar in de verste verte naar macht ruikt, wordt in steeds grotere mate als ongepast aanzien, en de roep naar een machtsvrije maatschappij wordt alsmaar luider.

De vele ervaringen met ontaarde macht uit het verleden heeft mogelijk onze objectieve blik daarop verduisterd, een blik die ons zou kunnen laten zien hoe gevaarlijk een dergelijk denken is. 

Want hoegenaamd geen macht uitoefenen leidt tot onmacht. Zonder macht te zijn is onmachtig zijn. Maar indien dat nagestreefd wordt, wanneer het als ideaal wordt aanzien dat iedereen zonder macht moet zijn, dan vraag ik me werkelijk af wie er dan nog iets zal doen. 

Iets teweegbrengen, iets bereiken, iets bewegen, het is toch allemaal gebonden aan de voorwaarde dat ik daar de mogelijkheid toe heb, dat ik dat aankan, dat ik er de macht toe heb. En ik ben ervan overtuigd dat juist mijn verantwoordelijkheid tegenover God me ertoe verplicht iets te doen.

Ze eist van mij dat ik ervoor zou zorgen, dat ik er zelfs voor zou vechten, opdat de mens zou ophouden om voor andere mensen een wolf te zijn, dat de mens voor de andere mensen een medemens zou worden.

Ze eist van ons, dat wij ons ook in het openbaar, in Gods naam, daarvoor zouden inzetten. Ik wil geen bijstander zijn, noch als mens, noch als christen.  Ik wil er niet zomaar bijstaan, maar ook mee kunnen praten, wanneer naast mij de wissels voor de toekomst worden gesteld en op die manier over de toekomst van de mensen wordt beslist.

Ik wil niet slaafs “Ja” en “Amen” zeggen, wanneer enkelen heel bewust op de broodnijd onder ons, rijke westerlingen, appelleren om de armen, de vreemdelingen en de asielzoekers buiten te sluiten. Een houding die bij de “Tooggesprekken” reeds meer en meer succes kent.  

Bij het zoeken naar compromissen en naar oplossingen voor de problemen in onze maatschappij kan er gekozen worden voor de kleinste gemene deler, en dat op het gevaar af dat we terechtkomen in een ethisch minimalisme. Maar er kan bij de keuze ook rekening worden gehouden met de maatschappelijke vragen naar de waarheid, en wat in het verenigingsproces van onze Europese volkeren uiteindelijk bepalend en doorslaggevend zal moeten zijn:  de houding tegenover de zwakken en de weerlozen, en de onderlinge solidariteit en subsidiariteit. Het resultaat van de vele besprekingen dienaangaande zal sterk afhangen van het feit of wij christenen onze verantwoordelijkheden tegenover God en de mensen goed opnemen. Hoe wij christenen onze stem in de openbaarheid kunnen laten horen.   

Men heeft ons, en vooral onze kerk, dikwijls verweten dat we, in de voorbije eeuwen, veel grote geschiedkundige ogenblikken en uitdagingen gewoon hebben verslapen. En dat is waarschijnlijk ook zo. Maar of men onze generatie van christenen in de toekomst zal kunnen verwijten dat ook wij voor menig belangrijk probleem hebben gezwegen en onze kop in het zand hebben gestoken, dat wordt niet binnen 50 jaren bepaald, maar hier en nu!!  Amen