30e zondag door het jaar A (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
Ik wil even met u nadenken over deze evangelietekst maar dan wel met wat andere bewoordingen. Voor een zinvol en gelukkig leven zijn twee dingen nodig: dat je in je leven ruimte hebt voor het mysterie én dat je ruimte hebt voor je medemensen. Dat zijn mijn inziens twee heel fundamentele waarden in ons leven.
Ruimte hebben voor het mysterie vraagt dat je oog hebt voor alles wat de werkelijkheid van alledag overstijgt. Het woord mysterie wordt vaak vertaald met geheim, dat is het tot op zekere hoogte maar een mysterie gaat veel verder: Een mysterie is iets ongrijpbaars, iets dat vragen oproept zonder antwoorden, iets dat je met verwondering vervult, en vaak ook met bewondering.
Als een kindje geboren wordt, spreken we van het wonder van het leven, geweldig dat zo'n klein wezentje leeft en alles in zich heeft om uit te groeien tot een volwassen mens. De geboorte van een kind tilt ons uit boven het alledaagse boven al die dingen die we zo gewoon vinden, het confronteert ons met het mysterie van ontluikend leven.
Zo zijn er meer zaken die onze verwondering en bewondering oproepen, de kosmos bijvoorbeeld, die onmetelijke ruimte met al die hemellichamen. maar evenzeer wat men wel de micro-kosmos noemt, die onzichtbare wereld van atomen, chromosomen, bacteriën. Ruimte hebben voor dat mysterie geeft je leven een extra dimensie, het verbreedt je levensvisie, het maakt je sterker en bevordert zo je levensgeluk.
In onze materialistisch en technische wereld raakt dat mysterie vaak op de achtergrond, en dat brengt veel oppervlakkigheid teweeg in het leven, en daarmee ook een stuk geestelijke armoede, en dat zijn zaken die menselijk geluk in de weg staan.
Een tweede voorwaarde voor ons levensgeluk is ruimte hebben in je leven voor je medemensen. We zijn toch altijd met anderen verbonden. Dat vraagt dat je ruimte hebt voor anderen in je genegenheid, in je welwillendheid en respect jegens ieder ander. En dat ruimte hebben voor je medemensen heeft altijd iets wederkerigs: het is: ruimte hebben voor anderen zoals je hoopt dat zij in hun leven ruimte hebben voor jou.
Iemand die buitengesloten wordt, die geen ruimte krijgt, of geen ruimte vindt bij anderen is een ongelukkig mens ook al heeft hij misschien een grote villa en een dure auto. En ieder die teveel ruimte voor zichzelf opeist, waardoor er te weinig ruimte voor anderen overblijft, maakt zichzelf meestal ongelukkig, zeker op de lange duur.
Dat is m.i. wat het evangelie bedoelt met God beminnen boven alles, als een soort bovenlaag in je leven en je naaste beminnen als jezelf, als de directe werkelijkheid om je heen. Dat zijn de voornaamste geboden om levensgeluk te vinden. Zo'n uitspraak, zeker het eerste gedeelte, roept wel allerlei vragen op. Hoe zie je God? Als een strenge rechter die zonden afstraft. Als een barmhartige Vader die voor ieder het goede wil maar wel toelaat dat mensen verdriet en pijn moeten ondergaan. En God boven alles liefhebben klinkt misschien heel mooi, maar wat betekent dat in de concrete omstandigheden van het leven? Zoals vaders en moeders houden van hun kinderen, zo kunnen ze niet van God houden, dat zijn a.h.w. twee verschillende werelden. Maar als je in je leven ruimte hebt voor het mysterie, dan heb je ook ruimte voor dat bijzondere mysterie dat God is en Die kan daardoor wel een onzichtbare bron van kracht voor je zijn.
Maar veel dichter bij huis ligt het tweede gebod: dat je ruimte hebt voor anderen: d.w.z. het grote gebod van de naastenliefde. Het gaat daarbij om ruimte voor vriend en vreemde, in goede en kwade dagen, in rijkdom en in armoede. Sommige mensen hebben "dat-ruimte-hebben" voor anderen op een heel bijzondere manier beleefd en inhoud gegeven.
Zoals bijvoorbeeld moeder Teresa van Calcutta die een groot deel van haar leven deelde met de allerarmsten.. In deze week is in Frankrijk op 99 jarige leeftijd zuster Emmanuelle overleden. Zij is bekend als de voddenraapster van Caïro, waar zij het dagelijkse bestaan van de armen deelde, waarin die alle ruimte kregen in haar leven, terwijl zij met veel minder ruimte voor zichzelf tevreden was. Maar daar lag juist haar levensgeluk: anderen helpen. Voor mensen als Teresa en Emmanuelle hebben we bewondering maar vergeten we niet: ook ons levensgeluk ligt in ruimte hebben voor anderen, niet alleen voor ons kleine lieve kinderen, maar voor iedereen.