Mensen onderweg (2008)

Het is geen vrijblijvende dag vandaag, als we naar de lezingen luisteren. We krijgen de wet voorgeschreven op een manier die niet langs ons af kan glijden. Slik, denk ik dan. Komt er een donderpreek? Als we verder lezen in Mattheus, dan ja. Jezus gaat in ieder geval een geweldige tirade houden tegen de Farizeeen die wel woorden hebben maar geen daden. Die het volk een zware last op de schouders leggen aan voorschriften en geen vinger uitsteken om de last te verlichten. O. Het gaat ook over draagbaarheid. Niet alleen over wat we moeten, maar over wat we kunnen. Goddank.

Meester, wat is het grootste gebod in de Wet? 'heb de Heer uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Het tweede is eraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.

Een gebod om lief te hebben. En wij leven in een wereld waarin liefhebben toch vooral een romantische aangelegenheid is: het overkomt je, dat je een ander ontmoet of jaren met haar samenleeft, en geraakt wordt, de ander liefdevol ontdekt. Het overkomt je dat je van iemand gaat houden. Van die liefde die je gegeven is, die soms als een roze wolk over je heen kan dalen. Dat heeft in onze westerse samenleving niets met verplichtingen en geboden te maken.

En toch dan hier dat gebod.

Het stuk dat wij vandaag uit de oude Wet hebben gelezen is een bijzonder stukje. 'vreemdelingen mag je niet uitbuiten, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte.' En: als zij om hulp smeken zal ik naar hen luisteren'. Als je een mantel neemt als onderpand moet je die voor zonsondergang teruggeven want hij heeft niets anders om zich mee te bedekken.' 'Als hij mij om hulp smeekt zal ik naar hem luisteren, want ik ben een genadige God.'

Twee dingen hierover.
Ten eerste Het gaat hier niet alleen maar om de wet voorschrijven en een samenleving rechtvaardig ordenen, om goederen te verdelen, een onderpand nemen als iemand je iets schuldig is. Want na het recht op onderpand gebeurt het: de mantel moet je teruggeven voor het nacht is, want waarmee moet hij anders zijn lichaam beschermen als hij gaat slapen? Dat is ineens niet meer waar jij recht op had omdat je het verdiend hebt, en de samenleving nu eenmaal geordend is met regels, belastingen, toezichthouders, bonussen en wat maar ook. Het gaat hier ineens niet meer over je recht, maar over wat de ander nodig heeft. Niet je recht halen, maar de behoefte van de ander staat centraal.

En dan kom ik bij het tweede bijzondere van dit stukje van de oude Wet: het gaat over de wet en het gaat over de consequenties als je je er niet aan houdt. We zijn het misschien al bijna niet meer gewend. Ons leven kabbelt waarschijnlijk ook wel door als we het niet helemaal redden met onze idealen. Als het niet lukt met wat we zo graag willen en horen hier op zondagen en elkaar toeroepen en pretenderen als Christen. God is ook voor ons toch een barmhartige God als wij niet of niet helemaal in praktijk brengen wat we onszelf voorhouden? Als het niet lukt met onze goedheid en rechtvaardigheid?
Ik meen van wel. Ik denk dat ik dat zelf ervaar. Ik bedoel: op straat in het contact met dak- en thuislozen, lukt er ook veel niet. Het is zoeken naar waar ik wel van betekenis kan zijn.
God is daar een barmhartige God in, als je in de ontmoeting samen later pas ontdekt wat de waarde ervan was. Als je van te voren geen briljante ideeen hebt over hoe het vandaag moet. Maar dat je het dan cadeau krijgt. Cadeau. Genade, kun je ook zeggen.
Ik weet niet hoe het u vergaan is net toen u verplicht met iemand ging kennismaken, maar ik vermoed dat u niet meteen de diepste verlangens en de zin van de ander aan bod hebt gehad. Daar heb ik u in ieder geval geen tijd voor gegeven, en zo vergaat het mij op straat ook meestal niet, als ik probeer iets van het leven mee te leven van mensen zonder thuis. Het kost tijd en moeite en soms mag ik dan even aanraken wat iemand zo pijnlijk verloren heeft, wat iemand ten diepste verlangt. Iemand zijn, aansluiting vinden, die stemmen in het hoofd eens stil, de angst en de eenzaamheid verdwenen, meetellen in onze wereld. Nood en behoefte die zal opstijgen, waarvan ik vurig hoop dat God een weg zal vinden om het te horen en af te dalen. Ook als ik er niet zo briljant iets mee kan doen, maar hoop op Gods genade aan ons allebei in die ontmoeting.

Wat wij kunnen doen, veranderen, bijdragen in onze samenleving, in onze grote gecompliceerde wereld, is niet altijd zo duidelijk. De gevolgen van ons doen EN van ons laten zijn niet altijd meer helder. Wie heeft er last van, als je rondjes met de auto rijdt in plaats van met de fiets? Heeft het consequenties als we even niet meedoen met het redden van de wereld? Maakt het uit als je nu even geen tijd hebt? Maakt onze bijdrage een verschil in het complexe leven van iemand anders?
Ja, het maakt uit in Gods logica. Zelfs als we het zelf niet zien, niet weten wat ons doen en laten teweeg brengt. Het klagen van de weduwen en wezen, het klagen van degene die geen plek heeft om te slapen vannacht, geen jas om zich mee te bedekken, het klagen stijgt op. Want God is een genadige God. God is een God tot wie het verhaal opstijgt. Als wierook zou ik in deze kerk kunnen zeggen. En God hoort, en luistert en daalt af.

U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Het is een gebod en een belofte van God die met het volk meetrekt.

Liefhebben is romantisch, maar dat we het kunnen is ook een gave, een cadeautje. Want het overkomt ons, we maken de liefde niet. Zelfs naastenliefde is niet maakbaar. Ze zal ons overkomen als we naast iemand gaan zitten die we niet kennen, en ons werkelijk interesseren voor het lot van de ander. Als we durven ontmoeten, initiatief nemen, niet de andere kant opkijken, ons niet laten opslokken door kredietcrises, de schoonheid van onze Godshuizen, en dagelijkse beslommeringen van onszelf. De liefde zal ons overkomen als we durven zien wat ons doen en ons laten in de wereld voor betekenis kan hebben. We hebben de liefde gekregen, wij zijn met liefde op de wereld gezet, en niet voor niets. De enige manier waarop we de liefde hebben, is om haar te krijgen, ook de naastenliefde, en de manier om haar te krijgen, is door haar te geven aan de mens naast ons. U zult liefhebben. De liefde zal ons overkomen.

Zo zal het zijn.