Waken en nuchter zijn (2011)

 

De brief is niet te lang.  Vijf hoofdstukken, waarvan het laatste hoofdstuk aansporingen bevat aan de kerk in Tessalonica.  Wie stemt er niet in met de eerste drie verzen van het laatste hoofdstuk van de brief.  Het heeft geen zin te speculeren over tijd en uur, zegt Paulus.  Dat had Jezus al gezegd: Je kunt met al je denken geen el aan je leven toevoegen.

Toch lezen een aantal mensen deze tekst met tegenzin.  We horen niet gaarne spreken over de dood en schuiven de gedachte eraan zo ver mogelijk weg.  “Ik ben niet bang om dood te gaan.  Ik wil er alleen niet bij zijn als het gebeurt.  It's not that I'm afraid to die. I just don't want to be there when it happens” (Woody Allen).

We zijn blij dat Allerzielen voorbij is en de novembersfeer bijna achter ons.  Maar we hebben geen spijt dat we in deze maand de banden met onze afgestorvenen hebben onderhouden.  Wie ons zijn voorgegaan, ze hebben ons nog altijd veel te zeggen.
Dat we zelf gaan sterven, daarover spreken we liefst niet.  Onze maatschappij verdrijft de gedachten aan de dood.  Onze welvaart is er op gericht de levenskwaliteit en levensduur te bevorderen en te verlengen.  Futurologen stellen het voor dat we permanent onze organen gaan kunnen verwisselen, ze herstellen en onze cellen verjongen.

De dood is de wereld niet uit en zal er niet uit verdwijnen.  Hij komt in een aantal gevallen totaal onverwachts, zowel in de nacht als overdag.  Veel overvallen gebeuren immers bij klaarlichte dag.  Maak ’s avonds eens een optelsommetje van het aantal doden, dat je overdag hebt horen vernoemen, gelezen in de krant, gezien in de nieuwsberichten.  Een appartementsgebouw stort in, een treinongeluk met meerdere doden, een aanslag in een moskee.

Hoe gaan we ermee om dat wij als mens geboren zijn om te sterven?  In de reactie hierop treden grote verschillen aan het licht.  Op zolder lag een oude pijpenkoker.  Hij had eerder in de woonkamer gehangen.  Een oom op bezoek had er bedenkingen bij, niet vanuit GVO of als fervente anti-roker.  Hij had morele bedenkingen, want hij vond de spreuk op de pijpenkoker hedonistisch: « Fume , chante et bois.  On ne vit qu’une fois. »  Een geneesheer wou tijdens zijn raadpleging een patiënt-levnsgenieter een gezonde leefstijl bijbrengen.  Hij waarschuwde hem voor Wein, Weib und Gesang.  Deze drie zouden zijn leven verkorten.  De man bedankte de dokter voor de goede raad en zei: “Dokter, ik zal voortaan niet meer zingen.”.  Studenten voegden een woordje toe aan de genotsspreuk van Horatius.  Pluk de dag en neem er de nacht bij.  Carpe diem, noctemque.  Profiteer ervan, we leven maar een keer.  De gedachte aan de dood kan stoicijns worden opgevangen door haar stoer onder ogen te zien. 

 

Paulus pleit voor een waakzame levenswijze.  Hij geeft een raad die op Jezus kan teruggaan en bij de drie synoptici te vinden is.  Wees waakzaam, want je kent dag noch uur.  Doe dit niet vanuit een sombere houding, maar als kinderen van het licht.  Aanzie het leven als een geschenk en een opdracht.  Je mag dankbaar van elk moment genieten, als je weet dat je door God gedragen bent, door Hem beschermd en door zijn stralen bestraald.  Doe de werken van de Geest en bouw mee aan de wereld, waarin je bent geplaatst. 

Bij het begin van het jaar stuurde een vriend classicus een tekst van Claudianus.  Een oud gedicht met een zeer tegendraadse kijk op wat het ware geluk zou kunnen zijn.  Het gaat over De oude man van Verona

Gelukkig wie altijd zijn eigen erf bewoond heeft,
wiens huis de jongen zag die nu een grijsaard is;
die op zijn stok steunt waar hij ooit leerde lopen
en met dat ene plekje al zijn jaren telt.
Het lot nam hem niet mee op allerhande reizen,
hij trok niet rond, dronk niet uit onbekende bron,
was niet als koopman bang voor ‘t varen, als soldaat niet
voor ’t krijgssignaal; voerde nooit luidkeels een proces.
Niets wetend van de wereld, zelfs niet van zijn buurstad
geniet hij volop van zijn blik op het heelal.
Hij telt de tijd met oogstseizoenen, niet met consuls:
bloemen – zegt hij – zijn lente, appels maken herfst.
Zijn zon gaat op dezelfde akker op en onder,
hij meet als boer de dag af naar zijn eigen zicht.
Hij weet nog wat voor nietig ding die grote eik was
en ziet dat oude bos daarginds als jaargenoot.
Verona, zo dichtbij, ligt verder dan de verten
van India; het Gardameer is Rode Zee.
Maar onbegrensd is nog zijn kracht, zijn kinders kindren
weten hoe sterk de armen van hun opa zijn.
Een ander mag door Spanje reizen tot bij Tanger,
dan komt hij verder maar mijn oude man leeft langer.
 

Paulus liet de christenen van Tessalonica delen in zijn wijze aansporingen en vooral in zijn liefde voor de Verrezen Heer.  Wie zoekt naar wensen voor een nieuwjaarsbrief kan er daar vinden.  Zo zetten wij de communicatie verder, waar het Paulus om te doen is.  Waakzaam en alert als kinderen van het licht.