Evangelieprikje 2014

De Negrito’s zijn een stam met een wel erg bijzondere manier van omgaan met misdadigers. Als daar iemand een kip gestolen heeft of een huis van een buur in lichterlaaie zet, dan wordt de dader in het midden van een cirkel geplaatst. Hij wordt omringd door vrienden en kennissen die een dag lang hem/haar vertellen hoe hij/zij hun leven verrijkt heeft. Op die manier proberen ze het goede in de mens terug aan te spreken. Hoewel dit volk misschien nog niet van Jezus gehoord heeft, zijn ze goed bezig het evangelie van vandaag in praktijk om te zetten. Zij doen hier duidelijk meer dan wat naar onze normen moet. En dat is de oproep die we vandaag in het evangelie terug vinden. Eigenlijk kan je het heel bondig samenvatten: Jezus roept ons op om lief te hebben zonder maat. Wie dat wil/kan is goed bezig om het evangelie van vandaag gestalte te geven. Maar dat neemt niet weg dat het geen gemakkelijke opdracht is. Wie kan zoiets?

Ten eerste moeten we bedenken dat we nog altijd in de Bergrede zitten en Jezus dus bezig is met zijn “state of the union” te houden voor zijn volgelingen. Hij doet dat op een berg, omdat Mattheüs hem wil vergelijken met de grote Mozes die de Wet op een berg ontving.  Vandaar dat Jezus meteen begint met te zeggen dat er niks gewijzigd zal worden aan de Wet. Maar de berg is in de Bijbel ook de plaats waar God dichtbij is. Wat Jezus hier vraagt, is dus misschien vooral iets voor mensen die proberen dicht bij God te leven. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat gewone christenen zoals ik onszelf moeten ontslaan van de plicht om op zijn minst te proberen te doen wat Jezus vraagt. Terecht vraag je je dan af wie dat kan. Maar eigenlijk is het antwoord heel simpel: hij die liefheeft, kan dat.

Kijk naar het dagelijkse leven. Is het niet zo dat wij elke dag weer meer doen dan wat we “moeten” voor onze geliefden en de mensen die we graag zien? Ja toch. Het eigenaardige is dat het niet overkomt als een “moeten”, integendeel, we vinden het zeer vanzelfsprekend. Als we Jezus’ oproep dus concreet willen maken, dan zullen we moeten proberen van mensen te houden, ook van mensen die het misschien niet zo goed met ons voor hebben. Maar dan komen we terug bij de vraag waar we probeerden op te antwoorden: wie kan dat? Zelfs Superman gebruikt straffe dingen om bandieten het zwijgen op te leggen. Hoe moeten wij simpele mensen er dan in slagen iedereen lief te hebben? Legt Jezus hier geen onmenselijke eis op onze schouders? Allemaal terechte vragen misschien. Het evangelie leert ons in ieder geval dat het Jezus wel gelukt is om dit in praktijk om te zetten. Hij kon dit doen vanuit zijn diepe verbondenheid met Zijn hemelse Vader en ook wel omdat Hij zich gedragen wist door zijn leerlingen. Misschien zijn dat twee dingen waar wij ook kunnen aan werken en die deze opdracht mogelijk maken. Vooreerst tijd maken voor dagelijks gebed. Dat hoeft geen uren te duren, vragen dat God je hart vult met Zijn liefde is een kort maar krachtig gebed. Het kan ons misschien helpen om elke dag opnieuw de haat, achterdocht, jaloezie die binnensluipt  in ons hart te verminderen. Ten tweede moeten wij ons gedragen weten door een gemeenschap van gelovigen. De manier waarop christenen nu meestal samenkomen laat weinig ruimte om ervaringen uit te wisselen, om je leed te delen met medegelovigen. Misschien moeten we dus eerst zoeken hoe we echt gemeenschap kunnen vormen. Eerst gemeenschap vormen en dan pas kijken hoe we dat in structuren kunnen gieten, eventueel. Ik vind het bijzonder jammer dat velen in hun zoektocht naar de nieuwe parochie het juist andersom doen: eerst de structuur veranderen, de gemeenschap zal wel volgen. De steun die we als christen in deze geseculariseerde wereld nodig hebben van elkaar, valt niet in structuren te vatten. Liefde laat zich niet vangen, wie dus wil ingaan op de oproep van Jezus om lief te hebben zonder maat zal veel moeten bidden en kunnen rekenen op medegelovigen die hem/haar dragen. Ik wens het ons van harte toe, want het zou de wereld zoveel menselijker maken, misschien zelfs goddelijker.