Bemin uw vijanden (2011)

Het geweld is al lang in de wereld.  De spiraal stopt niet.  Het geweld gebeurt dicht bij huis in vele vormen, fysisch, psychisch, verbaal.  Het geweld is groot door oorlog en door terrorisme.  Klik op The Global Terrorism Database (GTD) waar onder het toeziend oog van de universiteit van Maryland en het Amerikaanse Homeland Security Office een overzicht geboden wordt van de terroristische daden die zich wereldwijd hebben afgespeeld.  Meer dan 80.000 gevallen zijn er vermeld die zich situeren vanaf 1970 tot en met 2007. 

In de bijbel verschijnt het geweld al op de eerste bladzijden.  Kaïn doodt zijn broer Abel.  Lamech zingt een strijdlied.  Het is een wraaklied dat geen limieten stelt aan het geweld, maar het alleen verhoogt: 

Lamech zei tegen zijn vrouwen:
‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg!
Vrouwen van Lamech, luister naar mij!
Wie mij verwondt, die sla ik dood,
zelfs wie mij maar een striem toebrengt.
Kaïn wordt zevenmaal gewroken,
Lamech zevenenzeventigmaal’
(Gen. 4,23-24).

Wat een vooruitgang in het recht wanneer dit geweld ingeperkt wordt.  Dit drukt zich al uit in de rechtspraak: “Oog om oog, tand om tand.”  De wet van de talion is geen slecht voorschrift.  Gandhi heeft echter gelijk wanneer hij aangeeft dat op die manier uiteindelijk gans de wereld blind wordt geslagen.

In het recht kwam een reactie tegen willekeurige wraakneming.  Op onrecht moet je met recht antwoorden” stelt Peter Schmidt in zijn commentaar op de Bergrede (Peter Schmidt, Ongehoord, p. 170).

Jezus gaat een stap verder in de Bergrede.  Hij raadt aan zich in zijn houding tegenover de medemens te laten leiden door de wil tot gerechtigheid alleen.  Zolang we denken dat elk slaan absoluut met een evenredig terugslaan vergolden moet worden, of dat anders geen recht geschiedt, zullen we immers blijven slaan.  Maar van het ogenblik dat twee mensen die tegenover elkaar staan, beseffen dat vergelding eeuwig in cirkels draait en zij besluiten zich niet meer door dat principe te laten leiden maar verder te gaan in het zoeken naar gerechtigheid, zal tussen hen beiden de cirkel doorbroken worden” (Ib., p. 171).

Wie kiest om niet terug te slaan, stelt zich weerloos op, al kan hij tegelijk getuigen van innerlijke weerbaarheid.  Door niet terug te slaan hoopt het slachtoffer dat de aanrander niet ongevoelig blijft voor de kwetsuren die hij aanricht.  Is dit niet utopisch?  Dit gedrag kan bij de tegenstander een ommekeer inluiden.  Jezus toont op een aantal plaatsen dat hij van zich afbijt en tegen onrecht protesteert.  De Bergrede maakt ons niet tot zwakkelingen. 

De Bergrede leidt de toehoorders zeer ver wanneer ze hen vraagt de vijand lief te hebben.  Het gebod der liefde tot de vijand is een van de meest centrale christelijke teksten.  Niet alleen werd het in de vroegchristelijke vermaningen buitengewoon vaak geciteerd, maar het gold ook als het eigene en nieuwe bij uitstek van het christendom, als datgene waarover de heidenen verwonderd stonden.  Voor de christelijke missieprediking en de vroege kerkvaders was het van groot belang het christendom als een ‘godsdienst van de daad’ voor te stellen; liefde tot de vijand wordt er niet enkel geleerd, maar ook in praktijk gebracht” (Ib., p. 177). 

Mijn kijk op de vijand wijzigt als ik hem als persoon erken, ‘altijd iemands vader, altijd iemands kind’.  Degene, op wie ik kwaad ben, is een medemens, door God geliefd.  Wie élke mens kan zien als kind van God en dus als broer en zuster, dié kan binnentreden in het rijk der hemelen.  Daar pas groeien ook vrede, barmhartigheid, zuiverheid van hart, gerechtigheid, zachtmoedigheid; daar houdt vervolging op en worden treurenden getroost; daar wordt de beleving van de armoede van geest – die is: het bewustzijn dat het bestaan scheppingsgave Gods is – werkelijkheid.  Niet voor niets plaatste Matteüs het voorbeeld over de liefde tot de vijand als het hoogtepunt in zijn lijst.  Zij illustreert hoezeer de mens kind van God kan worden…. omdat hij het is” (Ib., p. 187).

Om te groeien op de weg van de Bergrede richten wij de blik naar God, bron van heiligheid en leven.  Tijdens een jongerenontmoeting van Taizé in Cochabamba lieten jongeren zien hoe ze bijdragen tot een verzoening.  Het evangelie nodigt uit zelf de eerste stap te zetten naar anderen; zonder van te voren te weten of de relatie wederkerig zal zijn.  Verzoening kan leiden tot een wezenlijke omvorming van onze maatschappij” (Brief Taizé 2008).  Christenen dragen bij tot verzoening.  Zonder mekaar te kunnen vergeven, komen we in een maatschappij van advocaten en rechters terecht.  Als niemand nog zegt: vergeef me, wordt het erg” (Kardinaal Danneels Tertio 10.02.10).

Geest van God, beweeg het mensenhart zodat vijanden weer met elkaar gaan spreken, tegenstanders elkaar de hand reiken en volkeren elkaar willen ontmoeten” (Eucharistisch gebed VII).