HERINNERINGEN
Warme gevoelens uit mijn kindertijd komen boven als ik de processie loop. Warme en saaie. Eindeloze verveling maar ook een gevoel van verhevenheid. Flarden marsmuziek vermengd met wolken wierook. Meerstemmig klokkengelui en bel-gerinkel, en dan ineens de zoete geur van seringen. Het routineuze dreunen van weesgegroetjes waait met de wind. Bezorgde blikken turen naar de wolken. Het decor bestaat uit groene weiden met onverschillige koeien en straten waar mensen hun bloemen hebben buitengezet, terwijl de jongeren fotograferen en de ouderen knielen.
Ik hield van het spel waarin de straten niet langer dienden om de melkboer door te laten, de verhuiswagen of de politieauto met sirene. Zelfs niet om te rolschaatsen. Alles was stilgelegd. De straat is met bloemblaadjes bekleed. De mensen hebben vrij. Hun huizen staan vol rijsten- en abrikozenvla, want vandaag telt iets anders; iets dat van meer waarde is, tijdloos eigenlijk. God komt voorbij.
MENSELIJK
Zo menselijk als maar kan, onder een baldakijn dat wat scheef hangt, en gereden wordt in plaats van gedragen.., achter kinderen die giechelend zwaaien naar hun eigen spiegelbeeld in een winkelruit...., voor de harmonie waar Brian loopt te blazen met zijn vrienden, terwijl zijn hoofd en hart bij Marga zijn. Langs een vrouw die boos tegen haar man sist dat hij stil moet zijn.
ROME
In Rome hield men al processies in de eerste eeuwen. Men wilde demonstreren dat God dezelfde is in de verschillende kerken en op de diverse ogenblikken. Je viert overal eucharistie, maar de Eeuwige is één.
LUIK
In de twaalfde eeuw was het Juliana, een jonge meid in Luik, die non werd toen ze vijftien was. Ze had een verering voor de hostie. Ze droomde van de maankrans met zwart gat en begreep dat het kerkelijk jaar nog een feest behoefde: dat van de eucharistie. Juliana was streng. De nonnen joegen haar weg. Maar een priester uit Luik werd paus. Nog geen eeuw later trok in Keulen de eerste sacramentsprocessie. ‘t Stamt allemaal uit deze omgeving.
VOLK ONDERWEG
De eucharistie werd aanvankelijk verborgen meegenomen, later in een monstrans tentoongesteld. Toen kwam Vaticanum II. Het avondmaal werd vooral begrepen als maaltijd. Het leven is een pelgrimstocht. De kerk: Gods volk onderweg.
Dat wil ik uitdrukken vandaag: God is met ons. Ook in de banale wereld van asfalt en beton. Ook als mensen vals zingen en een mop vertellen. De straten in Voerendaal hebben iets heiligs, je ziet het er alleen niet zo direct aan af, maar vandaag laten we het zien!
Lieve kinderen.
De straten zijn er vandaag voor de muzikanten, voor de kinderen, voor mensen die bidden, voor God. De rest moet maar even wachten. God is er als we samen onderweg zijn en het brood in Jezus’ naam breken en delen. Fijn dat jullie meedoen.