Feest van het H. Sacrament (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
Het is zomaar een moeilijke evangelietekst die u net gehoord hebt. Iemand die niet opgegroeid is in de christelijke traditie zou kunnen zeggen: wat is dat nu voor kannibalisme: iemands vlees eten en bloed drinken. Net als sommige joden uit het evangelie zouden we zeggen: walgelijk, dat kan toch helemaal niet.
In Jezus' tijd klonken die woorden minder vreemd dan nu voor ons. In die tijd was het offeren van dieren heel gewoon, en men at iets van het vlees of dronk van het bloed van het geofferde dier als een teken dat men zich persoonlijk bij dit offer aansloot. Dat was een godsdienstig ritueel bekend bij joden en heidenen.
Bij ons lag vroeger ook heel sterk de nadruk op het misoffer: Jezus had zich geofferd voor de zonden van de wereld en eten van het brood en eventueel drinken van de wijn was een teken dat je je persoonlijk bij dit offer aansloot. En in de consecratieformule vinden we die verwijzing terug: dit is mijn lichaam voor jullie gebroken, dit is mijn bloed voor jullie vergoten. En iedereen snapt wel dat dit niet letterlijk verstaan moet worden.
De laatste jaren is het accent wat minder op het offer komen te liggen en wat meer op de maaltijd van verbondenheid, waarin Jezus zelf voedsel en drank wil zijn. En brood en wijn zijn prachtige beelden om dat ook weer te geven.
Brood komt niet kant en klaar uit de hemel gevallen: het is het product van een heel proces van menselijke activiteiten: het bemesten, ploegen en eggen van het land, het zaaien, maaien, dorsen en malen van het koren, het bakken van het brood en uiteindelijk het eten. Datzelfde geldt ook voor de wijn: dat is ook het eindproduct van een heel proces.
Als Jezus op de laatste avond van zijn leven brood en wijn neemt, zegt hij daarmee: houdt mij levend door deze handeling te blijven doen, dan moeten we niet alleen kijken naar zijn dood maar ook naar heel die weg ernaartoe: de weg die hij predikend en genezend en vergevend ging.
Als Jezus die avond zegt: dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed, dan zegt hij eigenlijk: dit brood en deze wijn zijn beeld van mij, mens van vlees en bloed, maar ook beeld van alles waar ik voor sta, mijn leven, mijn handelen, mijn spreken.
Zo wil ik voedsel zijn voor jullie, nu en in de toekomst, zo wil ik bron van leven zijn voor allen die in mij geloven. Zo wil ik verder leven. Blijf dit doen om mij te gedenken.
Er wordt in het evangelie verwezen naar het manna dat de joden vonden op hun tocht door de woestijn en waar zij zich mee in leven hielden, hun lichamelijk leven wel te verstaan, en als alle levende wezens zijn ze toch gestorven. Maar het nieuwe voedsel uit de hemel dat Jezus geeft houdt ons geestelijk in leven, en dat leven heeft eeuwigheidswaarde.
Ook al eten we elke dag van het levende brood van Jezus, we gaan lichamelijk natuurlijk toch ooit dood, daar ontkomen we niet aan. Het gaat hier echter om geestelijk voedsel. Maar wel voedsel.
We moeten wel bedenken: dit brood is niet om naar de kijken maar om iets mee te doen: het moet bron van leven, van handelen zijn.
Vroeger had je op sacramentsdag overal processies het brood werd rondgedragen in de monstrans. Op verschillende plaatsen gebeurt dat nog steeds. Vroeger had je ook het lof: uitstelling van het allerheiligste. Verering van het heilig brood, eerbied voor Jezus' tegenwoordigheid in de eucharistie is natuurlijk goed maar misschien wel wat eenzijdig. Bidden voor het Allerheiligste is natuurlijk een vorm van Jezus eren, maar met het doen waar het voor staat eren we hem veel en veel meer.
Je leven geven voor anderen, in liefde en dienstbaarheid, dat is toch de wezenlijke betekenis van Jezus' dood en van het teken dat hij ons toen gegeven heeft. Als er communie uitgereikt wordt, wordt er altijd gezegd: dit is het lichaam van Christus. Misschien zouden we moeten zeggen: wees nu lichaam van Christus, wees nu kerk van Jezus, beleef verbondenheid met Hem en met elkaar.
In de beginjaren van het christendom was het heel gewoon dat de kerk het lichaam van Christus genoemd werd. Wees lichaam van Christus, maak die verbondenheid waar met elkaar. Dan alleen wordt dat nieuwe altijddurende verbond van God met de mensen werkelijkheid in ons en door ons. Dan alleen vieren we echt eucharistie, de maaltijd des Heren.