Sacramentsdag (1999)

Je kind gaat voor het eerst logeren bij oma en opa. Zul je luisteren naar oma, en niet vervelend zijn, zul je oma helpen en ook niet vergeten te bedanken. Wat voor raadgevingen krijgt een kind allemaal mee.

Je dochter gaat voor het eerst naar het buitenland. Vergeet je paspoort niet en denk ook aan de telefoonnummers. Vergeet niet te bellen hoor. Er zijn talloze dingen waarvoor je haar wilt waarschuwen of wat ze zeker niet mag vergeten.

En wat zou een leerkracht willen zeggen als groep acht de school verlaat? Wat willen ouders zeggen als zoon of dochter het huis verlaat? Wat zou je zelf, als je oud bent, op je sterfbed willen zeggen als je kinderen daar om je heen staan. ãHoud elkaar vast. Houd de familie bij elkaar. Houd jullie huwelijken goed, de kinderen hebben jullie nodig. Blijf bidden, vergeet God nietä.

Als het einde nadert willen mensen vaak nog van alles regelen. Wonderlijk dat dan zelfs de lekke band van moeders fiets ter sprake kan komen en de zorg voor de tuin. Maar in de laatste ogenblikken, op je sterfbed praat je niet meer over kleinigheden, dan gaat het om wat wezenlijk is.

Net als lang geleden Mozes. Hij weet dat zijn einde nadert. Het volk staat op het punt om het beloofde land binnen te trekken: Blijf denken aan die tocht van veertig jaar. Denk eraan terug dat God je op de proef heeft gesteld. Denk aan de honger van toen en denk aan het Manna dat God je gaf. Denk aan de slavernij van toen en kijk naar de vrijheid die je kreeg. Denk aan de woestijn met alle gevaren, hoe wij die met Gods hulp hebben overwonnen.

Wat wij doen op Sacramentsdag is net zo iets. Als Hij ons zegt: ãGods Koninkrijk is dichtbijä, als Hij op het punt staat Gods Rijk binnen te gaan zegt Jezus: ãBlijf dit doen om Mij te gedenkenä, ãdoet dit tot mijn gedachtenisä. Zo zijn Jezusâ afscheidswoorden; Îvergeet niet de liefde te bewaren, bewaar de eenheid, vergeet niet wat ik voor jullie heb gedaan, het is een teken van mijn mateloze liefde voor jullie, doet datzelfde voor elkaarâ.

Waarom sacramentsdag? Om niet alleen in de goede week, op Witte Donderdag, maar ook een keer zomaar in het jaar, extra stil te staan bij wat wij hier nu vieren. Dat is nooit uit te drukken in één viering, in één overweging. Dat vier je een heel jaar, een heel leven en het blijft een levende bron die je dorst lest, een voedzame maaltijd die je honger stilt.

Maar als je niet oppast wordt het een sleur. Je doet je eerste Communie, je gaat jaar in jaar uit naar de Kerk en je staat op de duur niet meer stil bij wat er hier gebeurt. Wat gebeurt hier. Wat beleef je hier?

Het gebeurt weleens dat als je met iemand spreekt en de laatste dagen van een dierbare komen ter sprake, dat die ander plotseling vol schiet, of ineens harder begint te spreken omdat die dagen zoân indruk hebben gemaakt.

Dat geldt ook mijzelf. Ik had al een grote waardering voor mijn eigen moeder, om wie ze was en wat ze heeft gedaan in haar leven. Maar terugkijkend naar haar laatste dagen, hoe ze volhield, terwijl ze steeds verder in krachten afnam; hoe ze haar geloof bewaarde, terwijl het zolang duurde en ze toch ook opzag tegen de dood. Met andere woorden, hoe zij haar levensweg ten einde toe heeft afgelegd, hoe ze de beker tot het einde toe, tot de laatste druppel heeft gedronken. Dat zien, dat meemaken, doet de waardering en de bewondering voor haar nog vele malen groeien. Dat doet de wens in het hart toenemen om het ook zelf eens zo te mogen voltooien.

Daarom vieren wij Sacramentsdag, omdat hoe meer je ontdekt wat Jezus voor ons heeft gedaan, des te duidelijker je gaat zien hoe groot zijn liefde is, hoeveel Hij voor ons over heeft gehad. Dan neemt deze laatste maaltijd van Hem eindeloos in waarde toe.

Maar dat is nog lang niet alles. Denk u dat het Jezus er vooral om ging dat we Hem niet zouden vergeten. Zoiets van: o, nee, als ze Mij maar niet vergeten. Dat zou betekenen dat Hij om zichzelf bekommerd was. Mag dat dan niet, om jezelf bekommerd zijn? Ach, het is menselijk, maar wat Hij tijdens zijn leven liet zien was precies de andere kant; dat Hij om óns bekommerd is en helemaal niet om zichzelf, dat Hij zijn eigen lot in Gods hand had gelegd en helemaal aan God heeft overgelaten. De maaltijd die Hij nalaat is er niet voor Hem, dat wij Hém níet vergeten, maar voor ons, dat wíj hem niet vergéten. Niet voor Hem, maar voor ons.

Wij hebben het nodig om aan Hem te denken, om samen te komen om al die belangrijke woorden niet te vergeten. Vergeet niet wat Ik heb gedaan, doe dat zelf ook.
Wij hebben het nodig dat we elkaar ontmoeten, en de verbondenheid vieren met God en elkaar, het nieuwe Verbond dat Jezus heeft nagelaten.
Wij hebben het nodig om te weten dat Jezus ons met God verzoent, zodat ook wij ons met ons lot, met ons leven, met God en met elkaar verzoenen.
Wij hebben het nodig na te denken over het offer van je leven, wat de liefde, wat het geloof je mag kosten, door steeds te kijken naar wat het Hem heeft gekost.
Wij hebben het nodig om samen zijn Maaltijd te vieren, door het ene Brood te delen, zodat we weten dat we hoe dan ook bij elkaar horen.
Wij hebben het nodig om God te danken. Want Hem danken is met name goed voor onszelf, het houdt ons hart in de goede gesteldheid.

'Doet dit, blijft dit doen tot mijn Gedachtenis'. Je kunt het gemakkelijk verkeerd verstaan, daarom moet je steeds weer naar zijn leven kijken. Kijken hoe Hij gestorven is, Hoe hij het heeft verduurd. Voor ogen houden Wie het was die dit heeft gezegd. En als we dat blijven doen, jaar in jaar uit, zal onze liefde, ons geloof voor God en de naaste alleen maar blijven groeien.

Het is een onuitputtelijke bron, omdat zijn liefde onuitputtelijk is. Zo groot is de gave van de Eucharistie aan ons, teken van Gods mateloze liefde, sterker dan de dood. Amen.