Sacramentsdag (2008)

Beste Vrienden,

Eet en drinkt, mijn lichaam, mijn bloed;
kan dat wel?

Ik herinner me hoe een schrijver over zijn vader vertelt;
hoe hij elke dag naar zijn werk ging, en als hij thuis kwam,
nog uren lang zat door te werken om zijn gezin wat extra te kunnen geven;
want - het gaat over de crisistijd van voor de oorlog -
het was niet makkelijk in de stad om een gezin groot te brengen.
Hij vertelt dat zijn vader eigenlijk niet oud geworden is,
en zegt hij dan.... ik denk wel eens.. hij heeft zich helemaal voor ons gegeven;
wij als gezin, wij hebben hem opgegeten.

Dit is geen gewone uitdrukking,
maar ik herken wel dat het soms zo gaat met mensen;
dat de ene mens voor de andere, - voor anderen als het over een gezin gaat -
heel ver kan gaan in het jezelf geven.

Jezus geeft zichzelf;
wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt,
blijft in mij en ik in hem/haar.
Eucharistie, maaltijd van dankzegging om Jezus die zichzelf geeft.

Vandaag in de viering van woord en communie,
is er geen eucharistie,
kun je dan wel sacramentsdag vieren?
Liever niet natuurlijk,
maar... de realiteit is zo dat het lang niet altijd kan. Zo is het.
maar het is ook zo dat mensen soms zeggen:
als er geen eucharistie is,
dan ga ik niet; ik kom niet voor niets.

Ho, moet ik dan zeggen,
het is heel katholiek om te weten dat het tabernakel
waar de hosties van de eerdere eucharistie bewaard worden,
dat dat geen leeg kastje is,
maar dat we daar het brood bewaren dat voor ons is:
het lichaam van Christus.

We hebben het dan over een meervoudige aanwezigheid:
in het samen zijn

  • Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, daar ben ik zelf -

in de woorddienst,
waarin Jezus in het teken van het gesproken woord al onder ons aanwezig is,
en dan: als we daarnaast ook nog te communie gaan,
met elkaar delen in de eucharistische gaven,
het zal duidelijk zijn:
dan sta je wel heel erg buiten de katholieke traditie
als je daarvan zou zeggen: ik kom niet voor niets.
We geloven toch in de aanwezigheid van Jezus Christus,
in ons samenzijn, in het Woord en in de gaven van de eucharistie.

Eucharistie wordt een uitzondering;
en dat heeft iets jammers, maar het is ook een kans;
het kan ons helder maken dat we goud in handen hebben
als we eucharistie vieren,
en dat dat goud niet verbleekt,
als we opnieuw rond dat teken van de eucharistie samenkomen.

Het kan ons ook helder maken dat de aanwezigheid van onze God
ruimer is dan alleen op het moment dat de eucharistie gevierd wordt.

Ik geef mijn lichaam, zegt Jezus
en wie het aanneemt, die zal leven;
leven nu, maar meer nog: leven in eeuwigheid.

Het brood uit de hemel,
dat is niet meer het manna dat de Vader jullie gaf,
het eten dat in de woestijn voor het oprapen lag -
het brood uit de hemel dat ben ik,
en het is de Vader die mij aan jullie geeft.
Kunnen we die nabijheid in ons leven een plaats geven,
of is dat te nabij,
komt God ons te dichtbij dat we ons afschermen?
Hoeveel ruimte mag God in ons leven innemen?

Het gedeelte van deze dag staat in een groot geheel
een twistgesprek van Jezus met de Joden
nadat hij een grote menigte te eten had gegeven;
het verhaal van die jongen met vijf gestebroden en twee vissen;
wie heeft brood genoeg voor zo grote hongerige menigte?
En we zouden geneigd zijn om te zeggen: niemand heeft brood genoeg.

En het antwoord van Jezus is: deel wat je hebt, en dat geeft genoeg.
Mensen zijn er hongerig naar dat er gedeeld hebben,
de behoefte aan mensen die met elkaar delen is heel groot;
en het teken van het broodwonder
wordt in de woorden die Jezus hierna spreekt -
verheven en verhevigd :
hier niet meer vijf broden en twee vissen,
maar Jezus zelf die zegt:
ik deel mezelf uit, en ik ben brood genoeg,
mijn lichaam is er voor jullie;

het is beeldtaal en het kan ons tegen de borst stuiten,
het is heel lijfelijk, lichaam en bloed,
ikzelf, zegt Jezus,
en als je eet en drinkt, dan ben je verbonden met mij,
en je bent verbonden met de Vader,
en je bent verbonden met elkaar.

al zijn we velen,
we delen het ene brood; en in dat brood beleven we onze eenheid.
we delen de beker, wijn uit vele druivenkorrels geperst, een drank,
bloed van de ene die zijn leven gegeven heeft.

We lopen vooruit op wat nog niet is...
we zijn op weg naar eenheid,
we zijn op weg naar het koninkrijk van God, het is er nog niet,
maar onderweg... we hoeven niet wanhopen
we moeten nooit zeggen: het wordt nooit wat, wat een ellende.
wat een ellende, dat kunnen we vaak wel zeggen,
maar we verbinden eraan:
onderweg naar een betere situatie
En in dat onderweg zijn,
is ons het brood gegeven waarin Jezus zegt: ik ben met jullie.

Als we nog even teruggaan naar het lied: wie heeft brood genoeg
voor zo'n grote hongerige menigte..
het eindigt met: wie is God genoeg voor zo'n grote hongerige menigte.
Zijn wij dat voor elkaar?
sacrament? teken, beeld van God?

Voorbede

Laten we bidden tot God, om geloof in zijn aanwezigheid,
in ons midden, ja overal op aarde.

We bidden om geloof in God in ons leven,
dat de tekenen die ons helpen te geloven door ons gezien
en gewaardeerd worden,
dat we er kracht uit putten om staande te blijven.

We bidden voor allen die honger hebben,
honger naar voedsel om in leven te blijven,
honger naar geestelijk voedsel om kracht te vinden;
dat er voor allen voedsel genoeg is en dat we het breken en delen,
vooral met hen die nauwelijks hebben.

We bidden voor allen die zich niet gewaardeerd weten,
die niet meetellen, slachtoffers waar niemand zich druk om maakt;
dat ze gezien worden, en op waard geschat;
dat mensen elkaar in de ogen blijven zien en er Gods beeld in zien.
Dat wij aan elkaar God nabij brengen.

We bidden voor de intenties van onze gemeenschap,
voor de zieken, mensen thuis of waar ook opgenomen,
om genezing bidden we en om kracht;
voor de hartenkreten in het intentieboek, om verhoring,
voor de gestorvenen, dat ze mogen zijn bij God,
en voor hun naasten, om nabijheid van God en mensen.

God van mensen, U bent de Levende,
houd ons in leven met het brood uit de hemel,
sterk ons op onze levensweg door onze verbondenheid met Jezus
in brood en beker, zijn lichaam en bloed.
Dat wij leven mogen tot bij U in eeuwigheid. Amen.