OPENINGSWOORD
Broeders en zusters, welkom op deze zondag, de Dag des Heren. Wij vieren vandaag het hoogfeest van het heilig Sacrament.
De menselijke geest is een krachtig instrument. Soms kunnen wij gebeurtenissen, die wij in het verleden hebben meegemaakt of personen, die wij hebben ontmoet ons zo helder voor de geest halen, dat het is alsof wij het opnieuw beleven. Het zou heel mooi zijn als wij diezelfde geestkracht kunnen gebruiken om ons beter in te leven in wat er tijdens de heilige Mis gebeurt.
Jezus Christus heeft beloofd, dat iedereen die zijn vlees eet en zijn bloed drinkt in Hem zal blijven en Hij in hen. Maar dit in elkaar verblijven gebeurt niet automatisch. Wij moeten proberen te denken aan wie Jezus Christus is en aan wat Hij voor ons op het kruis heeft gedaan. Dit moeten wij echter niet alleen maar met onze geest doen, maar ook met onze wil en met ons hart.
Vooral moeten wij denken aan de grote liefde van Jezus voor ieder van ons. Het is een persoonlijke liefde. Hij ziet waar wij sterk zijn en waar wij zwak zijn. Wij kunnen eraan denken, dat deze Jezus dezelfde is als die in het begin met de hemelse Vader de schepping heeft gemaakt; dat Hij degene is die door de hemelse Vader is gezonden om ons te redden.
We kunnen eraan denken, dat wij niet door Hem zullen worden veroordeeld, want wij zijn door Hem bevrijd uit de macht van de zonde en de dood. Als wij zijn Lichaam ontvangen worden wij genezen, veranderd, gesterkt, met Hem verenigd en door Hem met de hele wereld en met de hemel.
Proberen wij tijdens deze viering hieraan te denken, opdat wij door de vereniging met Hem, vervuld mogen worden van zijn liefde en zijn kracht. Ik denk, dat wij allemaal die liefde en die kracht in het dagelijkse leven goed kunnen gebruiken.
OPENINGSGEBED
Laat ons bidden. God, voor hen die Gij bemint, is niets zo dierbaar als uw blijvende aanwezigheid. Uw Zoon heeft ons zijn Lichaam en zijn Bloed gegeven, het grote teken van het nieuw verbond. Laat de gedachtenis aan zijn lijden, dood en opstanding ons steeds voor ogen staan, als wij rondom uw heilige tafel eten van dit brood en drinken uit deze beker. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon ... .
KINDERWOORDDIENST
PREEK
Broeders en zusters, wij horen vaker spreken over bijvoorbeeld een 'liveprogramma'. Het betekent, dat het programma niet van tevoren is opgenomen. Wij zitten rechtstreeks in de uitzending. Wij maken mee wat er op dit moment ergens anders gebeurt. Het is levend, het leeft nu onder bepaalde mensen.
Jezus Christus zegt van zichzelf, dat Hij het levende Brood is, dat uit de hemel is neergedaald. Als Joden spreken over brood uit de hemel, dan bedoelen zij brood van God, want de hemel is van God, God is in de hemel. Nu mogen ons toch afvragen, wat zij daar precies mee bedoelen. Want het woordje 'manna' betekent 'wat is dat'? Toen de Joden op een morgen korreltjes in de woestijn zagen liggen, gingen zij ermee naar Mozes en vroegen: Manna?" oftewel Wat is dat?"
Wat is het dat je in de kerk krijgt? Brood uit de hemel? Hemels Brood? Krijg je in de kerk ervaringen, die iets met de hemel te maken hebben? Geeft Jezus hier een hemelse troost? Helpt Hij ons om te ontsnappen aan de soms ellendige aardse werkelijkheid? Is het hemelse Brood dan een soort drugs?
Beste medegelovigen, het heilig Sacrament, het Brood uit de hemel, is een werkelijkheid, die wij in de verste verte niet kunnen bevatten. In de heilige Schrift, de Bijbel, staat geschreven, dat het gaat over iets wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en wat geen mens zich kan voorstellen, maar God heeft het bereid voor hen, die Hem liefhebben. Op een dag vragen de stadsgenoten van Jezus zich af wat het voor een wijsheid is, die Hem geschonken is en wat het voor een wonderen zijn, die zijn handen verrichten. Ze hadden nog nooit iets dergelijks gehoord en gezien. Wat Jezus zei en deed paste niet binnen hun menselijke ervaringen. Het was volkomen nieuw.
Zo is het ook met dit heilig Sacrament. Het is misschien zelfs nog minder te begrijpen dan wat Jezus zei en deed tijdens zijn leven op aarde. Maar dit mogen wij weten: in het levende Brood wil Jezus Christus hier en nu aanwezig zijn, niet dus om ons te helpen ontsnappen uit het aardse tranendal, maar Hij wil ons een ervaring geven van hemelse kracht en liefde om het in dit aardse tranendal te kunnen uithouden, zoals Hij het ook zelf ten einde toe heeft volgehouden.
Manna, wat is dat? Dit Brood is een levende Persoon, die intens veel van ons houdt. Hij wil heel innig met ons verbonden zijn. Hij wil, dat wij helemaal uit Hem leven. Daarom wil Hij ons voedsel zijn. Hij zegt, dat het Brood dat Hij ons zal geven zijn vlees is ten bate van het leven van de wereld. Zoals gewoon brood opgenomen wordt in ons lichaam, in ons lichaam verandert, zo veranderen wij door het heilig Sacrament in Jezus Christus zelf. Wij worden aan Hem gelijkvormig.
Het evangelie van Johannes zegt, dat het Woord vlees is geworden, het heeft een menselijk bestaan aangenomen, het heeft zich onderworpen aan de zwakheid en de vernederingen van deze wereld. Hij heeft hetzelfde bestaan geleid als zijn volk, dat 40 jaar lang in de woestijn heeft rondgetrokken. In die woestijn heeft God de mensen van zijn volk laten merken hoe klein zij uit zichzelf zijn en dus hoezeer zij Hem nodig hebben. Zonder God kunnen zij - zeker in moeilijke omstandigheden - niet het goede doen. Zonder God kunnen zij niet eeuwig leven.
Door het manna, het Brood uit de hemel, door het heilig Sacrament, wil God bij ons zijn. Als de meest innige vriend wil Hij met ons door het leven gaan. Hij wil ons bijstaan, met raad en daad. Hij wil nieuwe mensen van ons maken. Mensen, die vol zijn van zijn liefde en zijn kracht. Mensen, die alles kunnen uithouden. Mensen, die een rots in de branding zijn, zodat zij zichzelf veilig mogen weten en ook anderen veiligheid kunnen bieden.
Wij hoeven als het ware de knop maar om te draaien en omgedraaid te houden. In plaats van altijd maar weer onszelf te raadplegen, betrekken wij Jezus Christus voortaan bij alles als onze beste Vriend. Je halve leven toewijden aan God werkt niet. Onze God is een jaloerse God. Het is alles of niets. Proberen wij het maar. Wie God werkelijk in zijn hart binnenlaat zal een ongekende liefde en kracht ervaren. Dat gun ik jullie en mezelf van harte. Maar wij moeten er wel aan meewerken. Amen.
SLOTWOORD
Broeders en zusters, als slotwoord wil ik jullie graag een tekst voorlezen van Mahatma Gandhi. De tekst heet Geen leven zonder gebed".
Een student vroeg mij eens hoe en hoelang hij het beste kon bidden. In het gebed wil het hart van de mens zich verenigen met zijn schepper en diens zegen vragen. De hoofdzaak is het innerlijk contact, niet wat men zegt of fluistert. Maak je ook geen zorgen om de vorm van je gebed. Elke vorm zal je in aanraking brengen met je schepper.
Bidden heeft mijn leven en mijn gezondheid bewaard. Het heeft mij ervoor behoed aan vertwijfeling ten prooi te vallen en mij instaat gesteld bij alles mijn innerlijke kalmte te bewaren.
Drie van de grootste leraren van de mensheid, Boeddha, Jezus en Mohammed, hebben er van getuigd, dat zij zonder het gebed niet hadden kunnen leven. In het gebed werd aan hen Gods wil geopenbaard. Het moge je onwaar voorkomen, het moge je toeschijnen dat zij zichzelf bedrogen, maar ik zeg je dat die 'leugen' mij, de waarheidszoeker, verblijd heeft.
Het gebed is mij tot steun en is inhoud van mijn leven geworden. Probeer het zelf maar een stel vast dat door een dagelijks gebed het leven onvergelijkelijk aan waarde wint.
Tot zover. Mahatma Gandhi zegt, dat je bidden met je hart moet doen. Het moet echt zijn. Het moet uit de diepte komen. Hetzelfde geldt voor het allerheiligste Sacrament. Geven wij Jezus Christus een plaats in ons hart, in ons dagelijkse leven. Hij zal in ons een bron zijn van de goddelijke liefde en goddelijke kracht.