Drie-eeheid A (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 522 niet laden

Een klein meisje is aan het tekenen. Op het papier een wirwar van lijnen. Haar vader komt binnen en zegt: “Eline, wat ben jij aan het tekenen?”. “Ik ben God aan het tekenen”, zegt Eline. Vader gaat op zijn hurken bij zijn dochter zitten en zeg: “maar, schat,  niemand weet toch hoe God er uit ziet”. Het meisje haalt haar schouders op, kijkt haar vader niet eens aan en zegt, terwijl ze doorkrast:  “Dan weten ze het nou!”. Een klein kind mag zulke dingen zeggen. Het is zelfs vermakelijk, maar soms erger ik me aan mensen die mij precies kunnen vertellen hoe God er uit ziet. Er zijn altijd mensen die menen dat zij in de wirwar van al die kromme lijnen in ons leven precies weten hoe God er uit ziet. Ze praten over Hem alsof ze bij Hem in de klas gezeten heeft. Maar al te vaak spelen in het beeld dat wij van God hebben onze eigen menselijke ervaringen een grote rol. Je praat over God op een andere manier op je trouwdag dan op de dag dat je je geliefde weg moet brengen naar het kerkhof. En angstige mensen kunnen toch nooit geloven in een bevrijdende God! Zo vertelt het beeld dat wij van God hebben meer over onszelf dan over God! Maar hoe ziet God de Vader en dan wél uit. Wie was zijn Zoon, wie de heilige Geest.

Het feest van de Heilige Drie-eenheid maakt het antwoord er niet gemakkelijker op. Eén God in drie personen: Vader, Zoon en heilige Geest. En je sluit bijna automatisch af met “amen”. Dat is ons kruisteken, een van onze kortste geloofsbelijdenissen die we kennen. “De ondoorgrondelijke Vader, de ondoorgrondelijke Zoon en de ondoorgrondelijke Heilige Geest” zegt de heilige Athanasius in zijn geloofsbelijdenis. “Amen” zegt de man van de straat. We gaan weer terug naar onze dagelijks bezigheden, want we hebben nog een hoop te doen!

Misschien mogen wij het feest van vandaag vergelijken met een goed toneelstuk. Dan komen aan het einde van het stuk alle spelers samen nog één keer op. Ze krijgen applaus en bloemen in de hand gedrukt. Op het feest van de heilige Drie-eenheid gebeurt dat ook. Het spel van God en de mensen in drie bedrijven. Met kerstmis is het stuk begonnen, Met Pasen vierden we het tweede bedrijf en in de slotscène vieren we op Hemelvaart en Pinksteren. En daarna, op de zondag van de H.Drie-eenheid, komen alle acteurs nog één keer het toneel op: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En ook wij zelf mogen het applaus in  ontvangst nemen. Want in Gods spel is er geen plaats voor toeschouwers, er zijn alleen medespelers.

De Farizeeër Nikodemus komt naar Jezus toe in de duisternis van zijn bestaan Hij is naarstig op zoek naar de naam van God. God, waar bent U te vinden? Leer mij U zien! Geef ons vandaag nog een teken van Liefde! Hij vindt het antwoord in de getuigenis van Johannes: “Zozeer heeft God de wereld lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon naar de wereld zond, opdat de wereld zou worden gered” (Joh.3:16-17). En in dat woordje “opdat” ligt de sleutel van het Nikodemusverhaal. Bij  God ligt de klemtoon niet op de dood, maar op het léven. Dat is ons voorgezegd, maar vooral voorgeleefd door de Zoon van God de Vader, omgeven door Gods Geest.

We leerden het stomweg van buiten: "Er is één God in drie personen". We begrepen daar natuurlijk niets van, zelfs niet met behulp van de drie lucifers van de kapelaan die er één vlam van kon maken. Het enige dat je nog weet is dat de kapelaan nogal kwaad was, als we per ongeluk zeiden dat er drie goden waren. Het zei ons ook zo weinig. Als er nu eens vijf personen waren geweest, was ons leven dan grondig veranderd? God de Vader? Jezus’ leerlingen hebben aan Jezus gemerkt dat er een Vader was in God, want Jezus raakte nooit uitgepraat over zijn Vader. Zij hebben ook ondervonden, toen Jezus weg was, dat de Geest van Jezus op een hele bijzondere manier bij hen was. Sinds Jezus mogen we God "Vader" noemen.

In het Aramees betekent dat woordje vader Abba. Abba is een kinderwoord. Joodse kinderen riepen Abba als ze verdriet hadden, als ze hulp nodig hadden. Kinderen hebben het woordje Abba gestameld bij vader op schoot. Abba is een kinderwoord, simpel en heel gewoon. Jezus heeft het zelf ook van straat opgepikt. De kinderen riepen het overal. Jezus heeft het Zélf geroepen. Het woord Abba riep in Jezus' tijd een sfeer van vertrouwen op: thuis zijn, erbij horen, de deur staat altijd open, je bent welkom, je kunt binnenkomen zonder kloppen, schuif maar aan, er is genoeg. Abba vormde ook de kern van Jezus' leven. Zijn hart was er vol van. Zo zouden de mensen met elkaar moeten omgaan. In dat ene woord "Abba" vatte Jezus samen waar Hij op hoopte: mensen die thuis raken bij elkaar, elkaar onvoorwaardelijk vertrouwen, elkaar een nieuwe kans gunnen en elkaar niet afschrijven. Bidden is voor Jezus: Abba-zeggen. In de naam van Abba willen wij met elkaar omgaan als broer en zus, willen we elkaar opbouwen, niet afbreken, niet afschrijven. Abba-zeggen is: een broer willen zijn, een zus. Maar dan voor iedereen! Wie het Onze Vader bidt, drukt daarmee de hoop uit dat Abba werkelijkheid wordt in zijn of haar leven. Jezus kwam niet uitgesproken over zijn Vader.

En wat de Geest betreft: het zou zonder die Geest een dooie boel zijn, want waar vind je leven anders dan bij de Geest die levend maakt? We zouden geen greintje troost vinden bij ons verdriet, als die Geest er niet was. De Geest, van wie Jezus zei dat Hij de Trooster is. Jezus belooft ons een Helper te sturen. Die Geest maakt mensen tot kinderen van God. Hij brengt ons met God in relatie. Als wij leven in de Geest van Jezus, dan hebben wij een goede geest. Rond de heilige Geest cirkelen de zeven woorden die ons leven tot een feest kunnen maken: liefde, trouw, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, zachtheid en ingetogenheid. De Geest van God is de ziel van ons gelovig bestaan.

Als ik mensen doop, doe ik dat in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Als ik de ziekenzalving toedien, gebeurt dat in de naam van de Drie-eenheid. Als ik in deze maanden namens de bisschop in verschillende parochies jongens en meisjes vorm, dan doe ik dat in de Naam van de Drie-ene God. Als we een kruisteken maken - misschien doet u dat nog bij het opstaan en slapen gaan, of voor en na het eten - dan drukken wij daarmee uit dat we ons leven toevertrouwen aan de heilige Drie-eenheid, aan de Vader, aan de Zoon, aan de heilige Geest.

Het feest van de heilige Drie-eenheid moeten we niet aan geleerde theologen overlaten. Het feest staat niet ver af van ons eigen leven. Je ontmoet God waar mensen elkaar ernstig nemen en niet afschrijven en werken aan een bewoonbare, dus schone wereld. Waar mensen - gelovig of niet - werken een vrede, gerechtigheid en de heelheid van de schepping, is Gods Geest tastbaar aanwezig. Je weet dat de Geest van God werkzaam is, waar mensen zorgzaam omgaan met elkaar en met deze aarde. Dan ervaar je wat een kracht God is, waar mensen elkaar het leven teruggeven. Een kind kan het ons voortekenen! Want ooit plaatste Jezus een kind in ons midden en zei: “Kijk, dat bedoel ik nou!”.