Samen met Maria, de moeder van Jezus (Hand. 1,14)

De pinksternoveen, dit zijn de dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren. Lucas is hierbij onze gids. Hij begint zijn tweede boek, de Handelingen van de apostelen, met het afscheid en de hemelvaart van Jezus. Deze sluit volgens Lucas een periode af van veertig dagen, waarin Jezus een aantal keren is verschenen.

Jezus vraagt zijn leerlingen om Jeruzalem niet te verlaten en om uit te zien naar de komst van de Geest. Deze zal over hen komen en hen kracht geven om van Jezus te getuigen in Jeruzalem, Judea, Samaria en tot de uiteinden van de aarde (Hand. 1,8).

Is hun verblijf in Jeruzalem, waar ze terugkeren, dezelfde plek als deze van het Laatste Avondmaal? Dan is dit voor hen een plaats met heel bijzondere herinneringen aan wat Jezus op die laatste avond van zijn leven daar heeft gedaan en gezegd.

Na het heengaan van Jezus zijn de apostelen daar in Jeruzalem samen met een grote groep mannen en vrouw en samen met Maria. Eensgezind volharden zij in het gebed Hand. 1,14).

Dit gebed wordt verhoord en het is op de dag van het Joodse Pinksterfeest dat zij allen vervuld werden van de heilige Geest.

Wij horen op de zevende paaszondag dit verhaal over het gebed in de bovenzaal opdat ook wij eensgezind zouden bidden voor de komst van de Geest. Wij krijgen hiervoor aanzetten vanuit de Katholieke charismatisch vernieuwing Vlaanderen met een reeks gebeden voor elke dag van de pinksternoveen (www.kcvvlaanderen).

Maria, aan het begin van het leven van Jezus

Dat Lucas de aandacht vestigt op de aanwezigheid van Maria, de moeder van Jezus, in de biddende groep mag ons niet verwonderen. Hij had al gewezen op de bijzondere plaats van Maria in het begin van zijn evangelie, in het kindsheidsevangelie. Als jonge vrouw had zij in Nazareth de boodschap van de engel gehoord. “De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de allerhoogste zal u overschaduwen” (Lc. 1,35).

Vanuit Nazareth trekt zij met dit goede nieuws naar het gebergte van Judea bij Elisabeth, haar familielid, die eveneens zwanger is. Elisabeth, vervuld van de heilige Geest, prijst er Maria om haar geloof (Lc. 1, 45).

Enkele maanden later is Maria samen met Jozef in Bethlehem, waar het uur aanbrak dat zij moeder werd en Jezus haar zoon ter wereld bracht (Lc. 2,6-7).

Zijn ouders brachten het kind naar de tempel om het aan de Heer op te dragen. Daar spreekt Simeon, een vroom man, op wie de heilige Geest rustte, een dankgebed om de komst en de levenszending van dit kind. Simeon voorspelt de zorgen en de pijn die Maria daarbij zelf zal ondervinden; want haar ziel zal door een zwaard worden doorboord. (Lc. 2,33-35).

Wanneer Jezus twaalf jaar is, zijn Maria en Jozef met hun zoon op het paasfeest in Jeruzalem, waar zij ontdekken dat Jezus een eigen weg te gaan heeft om te zijn in het huis van zijn Vader.

Het kindheidsevangelie toont ons Maria, die staat aan het begin van het leven van Jezus (J. Ratzinger, Jezus van Nazareth, De kinderjaren). Wat Maria in al die jaren meemaakte, bewaarde zij in haar hart (Lc. 2,19;51).

Wanneer zij na het heengaan van Jezus met die jonge gemeenschap in Jeruzalem verblijft, zullen ze haar ongetwijfeld toch gevraagd hebben om te vertellen hoe Jezus opgroeide.

Moeder en volgelinge

Wanneer Lucas schrijft over het openbaar leven van Jezus maakt hij slechts nog één keer melding van Maria, “Zijn moeder kwam met zijn broeders bij Hem, maar vanwege de menigte konden zij Hem niet bereiken. Men liet hem dus weten: Uw moeder en uw broeder staan buiten en willen u spreken. Maar Hij gaf hun ten antwoord: Mijn moeder en mijn broeders zijn zij, die het woord van God horen en naar handelen” (Lc 8,19-21).

Ook de moeder van Jezus is hiermee uitgenodigd om te geloven in het woord van haar zoon. De moeder die volgeling wordt van haar zoon.

De weg van Jezus leidt naar het kruis. Een weg die uitgebeeld wordt met meerdere staties van de kruisweg. Elke kruisweg heeft als vierde statie de ontmoeting van Jezus met zijn moeder. In de kapel van Caritas/ Karus Melle hangt een kruisweg, een eeuw geleden geschilderd door Leo Steel (1878-1938). Daar staat Maria zelfs acht keer op afgebeeld.

In het evangelie van Lucas is er nochtans geen enkele uitdrukkelijke melding van deze ontmoeting, ook niet dat Maria onder het kruis zou gestaan hebben. Wanneer zij die Goede Vrijdag op Calvarie zou zijn geweest, dan was het vanop een afstand. Wij hebben bij Lucas enkel dit vers: “Al zijn bekenden, ook de vrouwen die Hem vanuit Galilea gevolgd waren, stonden op een afstand toe te zien” (Lc. 23,49).

Bij het begin van de Kerk

Maar in de Handelingen is de moeder van Jezus present. Zij heeft met de leerlingen deze intense dagen van wachtten meegemaakt. Ja, het zullen dagen geweest zijn waarin de aanwezigen veel in hun herinneringen hebben geput. Wat de evangelisten later hebben neergeschreven is daar wellicht al opgehaald en overwogen.

Zij hadden intenties genoeg om voor de bidden. In het evangelie van Johannes hebben wij het hogepriesterlijk gebed van Jezus. Het is een dankgebed om de heerlijkheid van Jezus, die hij bezit dankzij zijn verbondenheid met de Vader. Het is een gebed om trouw van zijn volgelingen. De zorg om eenheid was ongetwijfeld groot in hun groep die wel honderdtwintig personen omvatte.

In die dagen na de Hemelvaart neemt Petrus het initiatief om een opvolger voor Judas aan te duiden. Deze man moet gekozen worden uit het gezelschap van hen die Jezus hebben gekend en hem gevolgd waren vanaf het doopsel van Jezus tot wanneer Jezus uit hun midden werd weggenomen. Na gebed en een loting werd Mathias aan de groep apostelen toegevoegd.

Over hen allen komt op Pinksteren de heilige Geest. Kunstenaars hebben het geschilderd. Ze plaatsen Maria tussen de apostelen en boven elk van hen het vlammetje van de Geest. Wij hebben daarnaast het beeld van de mantelmadonna, Maria die onder haar mantel allen behoedt.

Moeder van de Kerk

De dag na Pinksteren viert de kerk het feest van Maria, moeder van de Kerk. Vanuit een stille, waakzame aanwezigheid begeleidt Maria de Kerk doorheen de tijd. Haar ter ere zijn kerken en kapellen gebouwd. Er staan veel devotiekapelletjes in Vlaanderen, enkele ervan vervallen en verlaten, andere gerestaureerd en zeker open in de meimaand, Misschien is er wel eentje daarvan opgenomen in de Canon van Vlaanderen. Een aantal staan zeker in het boek Maria, door Vlaanderen gedragen.

Vanuit deze vroomheid groeide een band tussen Maria en de meimaand. In de meimaand komt Maria wat meer op de voorgrond en trekken bedevaarders naar mariale heiligdomen, naar Dadizele, Oostakker, Kortenbos, Scherpenheuvel en veel andere plaatsen..

Mei eindigt met het feest van het bezoek van Maria aan Elisabeth. Dit bijbels tafereel biedt de inspiratie voor de komende Wereldjongerendagen in Lissabon. Ze hebben als motto: “Maria reisde met spoed” (Lc 1, 39). Dat is het officiële thema van de Wereldjongerendagen 2023, gekozen door paus Franciscus. Hij wenst: "Dat de evangelisatie van de jongeren actief en missionair mag zijn. Het is op die manier dat ze de levende Christus zullen herkennen en van Hem getuigen."

 

Mogen wij opstaan vanuit de kracht van de Geest, bezield door naastenliefde en missionaire inzet. De bovenzaal is niet de^plaats om ons af te zonderen, maar de start naar de wereld in het vertrouwen op het waaien van de Geest.