Op 295 plaatsen komt het woord ‘licht’ voor in de Bijbel. Een derde hiervan (97) in het Nieuwe Testament. De nieuw gedoopte ontvangt in de paasnacht een brandende kaars. Zij is het teken van het licht dat de Heer in ons ontsteekt. Hij kijkt naar het hart van de mens en ontdekt, zoals bij de kleine David, zijn luister. Hij roept ons tot een gemeenschap van de kinderen van het licht en vraagt om werken van het licht. Hij opent, zoals bij de blindgeborene, onze ogen. Hij zelf is immers het Licht van de Wereld.
Het geschenk van de ogen
Een spel in de jeugdbeweging: een tijdje geblinddoekt in een kamer rondlopen. Je was blij dat het niet te lang duurde. Het initiatief van Licht en Liefde waarbij mensen uitgenodigd worden deel te nemen aan een maaltijd in een volledig verduisterde kamer is interessant. Men kan zich enigszins inleven in de wereld van de visueel gehandicapten. Dit soort ervaringen doen ons bidden: “Heer, dank voor het licht. Maak dat ik zie.”
“Open jouw hart. Geef hem/haar het zicht terug!” Solidariteitsacties van de Braille-liga, Christelijke Blinden Missie of Licht en Liefde doen ons aanvoelen wat de blinde in de buurt van de vijver van Siloam beleefde.
Eigenaardig toch, dat deze man geen bede uitspreekt om te zien. Hij krijgt als het ware ongevraagd het zicht terug. Dit brengt hem tot de ontmoeting met Jezus, die hem heeft genezen. Daarop gelooft hij in Jezus en getuigt hij over Jezus. Hij heeft een dieper zicht gekregen. Die man is een gids voor wie gedoopt worden in de paastijd. Hij doet ons bidden: “Maak dat ik zie en ten volle in U geloof.”
Donkere nacht
Gelovige mensen blijven niet gevrijwaard van momenten van uitzichtloosheid. Waar is dan de Heer, in wie zij hun vertrouwen hebben gesteld? Waarom sprak Johannes van het Kruis over de donkere nacht? Bij de tiende verjaardag van het afsterven van Mother Teresa publiceerde pater Brian Kolodiejchuk een aantal van haar brieven. Daaruit bleek dat zij gedurende vijftig jaar geleden had onder het gebrek aan licht in haar leven. Toen Zuster Emmanuelle, 99 jaar, hiernaar gevraagd werd, herkende zij wat deze Albanese Zuster had meegemaakt. Zij was immers zelf een medezuster in de twijfel (Sœurs de doute, Le Monde 05.09.07).
“Heer, maak dat ik zie”, kan de hartverscheurende bede van de pelgrim in een bedevaartsoord zijn, maar ook die van de mens die innerlijk in het duister leeft en vreest te verdwalen, van de depressieve mens die zich in een donkere tunnel bevindt. Hij of zij hoort het niet, wanneer hem gezegd wordt dat er uitkomst is en dat de zon buiten schijnt. “Heer, verlicht hun duisternis.”
"Omgaan met de schaduwkanten van het bestaan" was het thema van een studiedag voor psychiatrisch verpleegkundigen. We moeten deze schaduwkanten niet van ons afschudden, maar ermee leren omgaan. Ze zijn zoals onze eigen schaduw: die vergezelt ons overal. De omvang en de grootte ervan veranderen naargelang de lichtinval. En al verdwijnt de uiterlijke schaduw bij het inzetten van de duisternis, de innerlijke schaduw blijft. Hoe zichtbaar of onzichtbaar die ook moge zijn, wij kunnen hem niet uitschakelen: we moeten ermee omgaan. Omdat duisternis een deel is en blijft van ons bestaan. Omdat er knopen zijn waarmee we blijven worstelen. Pijn en littekens, die mensen van jongs af aan met zich meedragen: misbruik, incest, kwade wil, verlies. Waar we kunnen, proberen wij die knopen te ontwarren en zijn we dankbaar om wie ons daarbij helpen. Het is al een hele vooruitgang wanneer wij tijdens het verwerkingsproces kunnen leren er anders naar te kijken. Had ook Paulus geen ‘prikkel in het vlees’, die hij niet kwijt raakte? Toch bleef hij hopen dat Gods genade hem voldoende zou zijn.
In ons gebed vragen wij Jezus om zijn licht te laten stralen in onze duisternis. Hij kan in onze diepten binnentreden en ze belichten. Laten wij ons door Hem aanraken? Daarom betekent het niet dat deze geloofsvisie een psychiatrische of medische behandeling vervangt, indien deze nodig zijn. “Dieu est-il psychologue?” was een vraag aan Mgr. Anatrella, tijdens het congres Brussel-Allerheiligen 2006. Deze priester en psychoanalyticus pleit voor een klaar onderscheid. Godsdienst is niet hetzelfde als psychologie. Godsdienst betekent: zich laten interpelleren door het Woord. Met Christus de weg van dood, graf en verrijzenis gaan. Jezus kan ons duister raken - “Evangeliser les profondeurs”, noemt Simone Pacot dit. Haar uitgangspunt is dat Jezus kan genezen wat Hij mag aanraken. Daarin schuilt kracht en rust. Wij moeten niet mordicus alle duisternis willen verdrijven. We moeten alleen hopen dat Hij er zijn licht laat schijnen, zoals wij dat vragen in het eenvoudige, intense gebed: “Jésus le Christ, lumière intérieure. Ne laisse pas les ténèbres me parler” - "Jezus, U bent het licht in ons leven. Laat nimmer toe dat mijn duister tot mij spreekt. Jezus, U bent het licht in ons leven; open mij voor uw liefde, o Heer.” En een ander lied uit Taizé zingt: « Dans nos obscurités allume le feu, qui ne s'éteint jamais".
Alle godsdiensten hebben mooie gebeden om licht. Zo begint in India bijna elke ceremonie met een lichtritus.
Werken van het licht
Duisternis en schaduwkanten ontbreken evenmin op onze wereldkaart. Donkere plekken waarop mensen elke dag met getrokken wapens tegenover elkaar staan, waar slachtoffers niet meetellen, waar de wonden van slavenhandel, kinderarbeid, uitbuiting en corruptie niet te tellen zijn. Waar kinderen omkomen van honger, terwijl we weten dat de wereld genoeg voedsel kan voortbrengen opdat niemand honger zou hebben.
Als christenen kunnen en mogen wij niet zeggen dat wij daarmee moeten leren leven. Broederlijk delen en andere solidariteitsacties helpen om deze duisternis te verminderen. Ze tonen ons de donkere plekken op de wereldkaart, en steunen diegenen die ter plaatse licht en hoop brengen. De campagne van Broederlijk Delen richt onze blik naar het Zuiden: Omdat het Zuiden plannen heeft. Ze stelt dit jaar Senegal in de kijker.
Licht brengen waar onwetendheid heerst. Zorgen dat de kleinen het verstaan. Herman De Vriendt (° 1941 Denderhoutem) werkt sinds vele jaren als Scheutist in Guédiawaye, een parochie van Dakar/Senegal. Hij specialiseerde zich in de lokale taal, het Wolof. Hij heeft veel liturgische teksten in het Wolof vertaald.
Met het Wolof project Diisoo helpt hij jonge mensen door alfabetisering en vorming. Diisoo is het wolofwoord voor ‘gezamenlijk overleg’. Veel jonge mensen, vooral jonge vrouwen, hebben nooit de kans gekregen op degelijk onderwijs. Velen onder hen kunnen nauwelijks lezen en schrijven. Om die mensen te helpen heeft hij een programma alfabetisering, en bovendien een programma ‘naad en snit’ voor vrouwen. Een belangrijk luik in het Wolofproject zijn de religieuze televisie-uitzendingen in de Woloftaal (prowodi@arc.sn)
Wie door Jezus genezen wordt en zijn licht ontvangt, brengt dit licht in de wereld: “De vrucht van het licht kan alleen maar zijn: goedheid, gerechtigheid, waarheid”, zegt Paulus. Wie verlicht wordt door Christus, probeert de duisternis te verdrijven. De werken van het licht zijn aldus een toetssteen van waarachtig christelijk leven.
De oude leuze blijft gelden: “In plaats van het duister te verdoemen, steek een kaars aan.”