Als wij bierblikjes zien liggen, denken we: wat een rommel, ze gooien tegenwoordig alles maar weg. Als een jongen op de vuilnisbelt in Djakarta bierblikjes vindt, zegt hij: hoera, dat levert me weer een paar centen op.
Als Jantje een gat in zijn broek valt, kijkt zijn moeder ernaar en zegt ze: gooi maar weg, we gaan morgen een nieuwe kopen. Als Marco in Haiti thuis komt met een gat in zijn broek, kijkt zijn moeder ernaar en ze zegt: ik zet er straks een lap op, want die broek kan nog best een poosje mee.
Het is maar hoe je ertegen aankijkt. Kijk je door een welvaartsbril of kijk je door een armoedebril. Dat kan een hemelsbreed verschil uitmaken. En het is soms heel goed als welvaartsmensen ook eens door een armoedebril kijken. Dan krijgen ze meestal een heel andere kijk op de werkelijkheid.
Samuel keek naar de knappe zonen van Isaï en dacht die of die zal wel de nieuwe koning worden. Maar God keek er heel anders tegenaan en koos voor David. Jezus leerlingen zien een blinde langs komen en ze vragen: is dat straf voor zijn eigen zonden of voor die van zijn ouders? Maar Jezus zag in die blinde een kans om te helpen. Het is maar hoe je ertegen aan kijkt.
Toen meneer Philips de dure villa van meneer Modaal zag dacht hij met een beetje jaloezie in zijn hart: Kon ik me dat maar veroorloven, dan was ik een gelukkig man. Maar schijn bedriegt. Meneer Modaal was met al zijn geld helemaal niet gelukkig. Sjaan en John waren getrouwd maar wilden geen kinderen. "Nu kunnen we tenminste doen en laten wat we willen." Maar Jans en Jan waren dolgelukkig met hun kinderen, ook al moesten zij zich een aantal dingen ontzeggen. Het is maar hoe je ertegen aan kijkt.
Drikus en Drika hadden een kind, daar waren ze heel blij mee, maar ze verwenden hun kind tot en met. Het kreeg altijd zijn zin, en al gauw was hij eigenlijk de baas in huis. Karel en Karina hadden vier kinderen maar die werden echt niet verwend en er werd hun goed geleerd wat wel mocht en wat niet, want anders worden ze later doodongelukkig, zeiden de ouders. Het is maar hoe je ertegen aankijkt.
Ben je heel bijziend en zie je alleen de dingen vlakbij of ben je ook verziend en kun je verder kijken dan je neus lang is? Soms denk je: hoe is het mogelijk dat mensen dat niet zien, zijn ze dan zo blind dat ze niet beseffen dat ze heel dom bezig zijn. Ja, achteraf wordt er nogal eens gezucht: had ik maar wat beter uit mijn doppen gekeken, dan was dit niet gebeurt.
Van dat soort geestelijke blindheid wil Jezus ons genezen. Hij roept ons op om met zijn ogen naar mensen en dingen te kijken, om te zien wat wel en wat niet echt belangrijk is in het leven, om te zien waar je anderen kunt helpen en troosten, om te zien hoe je kunt werken aan een wereld in vrede, om te zien hoe je een bijdrage kunt leveren aan een goede samenleving.
Dat is de diepste betekenis van zijn woorden en daden. Maar helaas, we zijn soms ziende blind.