Dat zou een nieuwe geboorte zijn. Ik zou klaar zien. Ik zou klaar zien als ik het niet meer zie zitten.
En dat gebeurt mij en zovele mensen vandaag veel te veel. Wij twijfelen aan toekomst: aan toekomst voor onszelf, aan toekomst voor onze jonge mensen, aan toekomst voor het geloof, voor de kerk en voor de wereld.
Is het daarom dat wij zo dikwijls zingen: "Heer, toon ons de weg, die wij moeten gaan?" Vandaag mogen we dat lied anders zingen: "Heer, breng ons naar de vijver van Siloam." Of misschien mogen we het nog sterker zingen: "Hij verhoort ons lied, de weg die wij zoeken leidt naar Siloam." Daar mogen we hem iets vragen: doe ons aan, wat ge eens gedaan hebt voor die blindgeborene, strijk zalf op onze vermoeide ogen. Wij hebben dat gebaar zo nodig. Raak onze ogen aan, dat ze weer opengaan. Strijk onze ogen open en leer ons de naam te lezen van die vijver: Siloam. Dat betekent: gezondene. Bij Siloam wordt de gezondene gezonden.
Daar hebben al vele mensen gestaan vroeger. Zij hebben ons al eeuwen geleerd wat er te zien is als je ogen opengaan op de droom, de woorden en de gebaren van die man, die Jezus heet.
Daar hebben ook mensen gestaan van onze tijd. Er zijn ook nu weg-wijzers onder ons, er zijn ook nu profeten: mensen, die ons de weg tonen. Willen wij ze wel zien? Zij hebben Siloam verstaan en werden naar ons gezonden.
En veronderstel nu eens, dat wij ook naar die vijver gaan. En veronderstel nu eens, dat ook wij leren zien met nieuwe ogen. Zullen wij dan eindelijk die naam verstaan en ons gezonden weten? Om het te gaan zeggen en propagandist te worden voor het goede. Om mensen de plaats aan te wijzen, waar er genezing is voor onze ogen, die gesloten zijn voor het licht...