Beste dorpsgenoten,
In de tijd van de Latijnse liturgie heette deze zondag Zondag Laetare, naar de beginwoorden van de openingstekst "Verheugt u, Jerusalem, weest blij, laat u voeden door de borsten die u troosten." (Jesaja, 66, 10-11) In het Nederlands: Halfvasten.
Lang geleden was deze dag de enige keer dat geliefden elkaar mochten treffen zolang de vasten duurde. Alsof je je zou moeten onthouden van vreugde. Hoeveel blijdschap komt nooit tot een lach?
Een paar dagen geleden kreeg ik per e-mail een foto genomen in Bagdad nadat bij een aanslag doden en gewonden waren gevallen. Een klein meisje was zwaargewond aan haar hoofd naar het ziekenhuis gebracht nadat de rest van haar familie dood was achtergebleven. Na haar operatie kon ze niet gekalmeerd worden. Ze bleef huilen en jammeren. Totdat een soldaat haar oppakte. Toen werd ze rustig en viel in de armen van de soldaat met hem in slaap, samen op een stoel. Het lijkt op de afbeelding achter mij: de twee handen die de aarde over troosteloosheid heentillen, de soldaat die het kleine meisje tussen zijn armen troostte en tot rust bracht. Ontroerend, troostend, iets om blij over te zijn dat zo iets mogelijk is temidden van dagelijkse aanslagen en moorden.
Als een kiezelsteentje in het water gegooid dat steeds grotere kringen maakt helemaal tot aan de oever. Kringen van ontroering en vreugde over heel die aardbol tussen de twee handen. Hoeveel meer steentjes zullen er elke dag niet in het water worden gegooid? Kunnen we er niet een paar meer van ontdekken?
Twee dagen later zag ik in de krant grote foto's van drie stralend blije allochtonen: een jonge vrouw en twee jonge mannen.
Ondanks denigrerende of vernederde opmerkingen die ze te horen krijgen, vanwege hun naam of uiterlijk, blijven ze blij dat ze Nederlanders zijn. Zij horen bij ons. Hun blije gezichten nodigen ons uit tot hetzelfde gevoel. Het zien van die foto's is alweer een kiezelsteentje in het water gegooid, of een olievlek die zich uitbreidt.
Blijdschap is een deugd, zoals b.v. moed, matigheid, wijsheid, waarvan men geniet. Deugd brengt genot, deugd verheugt, blijdschap doet ons deugd. Deugd is een morele kwaliteit die we ons door oefening kunnen eigen maken en die we dan in dienst stellen van de samenleving.
In de bijbel, zeker bij Jesaja, is blij zijn een kwaliteit die hoort tot de eerste eigenschappen van een gezegende, wij zouden zeggen een gezonde, vrije samenleving.
In onze tijd is blij zijn eerder iets dat bij kinderen past of bij bepaalde soorten mensen. Volwassen mensen kunnen ook wel blij zijn, maar het blijft dan meestal een bijkomstige eigenschap waar de samenleving niet direct baat bij heeft. Iets als een liefhebberij of een hobby.
Dan denk ik aan arme mensen in Afrika, die altijd blij kijken. Zij zijn ook inderdaad blij want "they celebrate relationships. Zij zijn blij om elkaar": "Fijn dat je er bent. We horen bij elkaar."Niet zozeer blij om iets dat iemand gekregen of gewonnen heeft. Blij ben je om wat iemand is.
Blij zijn, juist als een andere deugd, ook in dienst stellen van de samenleving. De uitwerking er van zou niet onder doen voor de zozeer gemiste "normen en waarden".
Zoveel is zeker!