5° Zondag Vasten A (2014)

Wat moet je, als het leven stokt?

Hoe dan verder?

Kun je dat?

Zo ja, hoe dan?

Gisteren stond er in de krant een artikel over ouders van wie een kind werd vermoord. Als dat je overkomt, als je kind wordt vermoord, hoe ziet je leven als ouder van zo'n kind er dan uit? Ik citeer het artikel: Er zijn dan "gevoelens van verdoving; 'leven in een mist', 'in een film'; buren, vrienden en bekenden die hen plotseling in de steek laten, het contact mijden, zichtbaar een ander pad induiken in de supermarkt; weg concentratie, weg levenslust - 'je leeft op de automatische piloot'."

Vier jaar geleden, op 23 mei 2010, stierf hier in ons eigen Amsterdam Tonio van der Heijden, 23 jaar oud. In de vroege ochtend van de Eerste Pinksterdag werd hij op z'n fiets geschept door een auto. Zijn vader, de romanschrijver A.F.Th. van der Heijden wijdde aan dood en leven van zijn zoon en enig kind de 'requiemroman' Tonio, een boek dat veel heeft losgemaakt. Recentelijk publiceerde A.F.Th. Uitverkoren - 'een noodzakelijk zusterboek' bij Tonio zoals naar ik aanneem de uitgeverij achterop het boek bijna verlekkerd schrijft. Hopelijk nóg een melkkoetje voor De Bezige Bij! zíe je de bedenker van die tekst bijna denken...

Maar goed. In dat Uitverkoren schrijft A.F.Th.: "Dien ik het (de dood van Tonio - pv) als uitverkorenheid op te vatten, en er de opdracht aan te ontlenen 'er iets mee te doen'? (...) Als ik een uitverkorene ben, een uitverkoren verdoemde desnoods, Wie of Wat heeft mij dan uitverkoren? Ik geloof niet in een christelijke God", aldus A.F.Th; een christelijke God "die regelmatig een lintjesregen uit de hemel laat neerdalen om deze of gene onderdaan uit te verkiezen tot iets uitzonderlijks (...). Mocht blijken dat een christelijke God mij Tonio's dood heeft aangedaan, dan stel ik voor Hem voortaan uit te beelden, niet als een goedertieren baarddrager, maar als een valse hond met rabiës." Tot zover A.F.Th. Als een mens getroffen wordt door een groot lijden, hoe zou zo'n mens dan nog kunnen geloven aan het bestaan van een rechtvaardige God? Om die eeuwige vraag die telkens opnieuw gesteld wordt gaat het.

Enerzijds: mensen die gruwelijke dingen meemaken. Anderzijds: een christelijke God. Hoe kan dat?

Om wat of wie gaat het als wij spreken over "een christelijke God"? Ik denk: dan gaat het om de God van Jezus Christus; om God zoals Jezus van Nazareth die heeft ervaren, zoals Hij in Hem heeft geloofd en zoals Hij, Jezus, over die God heeft gesproken en zoals Hij Hem aan mensen heeft laten kennen, God die voor Jezus "de Vader" was en van wie Hij, Jezus, "de Zoon" was of werd. Wie is die christelijke God? Voor het antwoord op die vraag moeten we altijd opnieuw ons verdiepen ín en ons openstellen vóór het evangelie en dát de kans geven om op ons in te werken en ons (om) te vormen.

De evangelietekst die op deze vijfde zondag in de veertigdagentijd aan de orde is, komt zoals u gehoord hebt uit het Johannes-evangelie, uit het elfde hoofdstuk en daarin gaat het om Lazarus.

Die naam alleen al! De naam "Lazarus" is al een geloofsgetuigenis en een programma. "Lazarus" die naam betekent namelijk: "God helpt". En hóe God helpt in de persoon van Jezus, dat hebben wij gehoord: Lazarus is dood. Hij is echt góed dood, hélemaal dood, "morsdood" zeggen we. Onwillekeurig denk je bij hoe 't beschreven wordt aan de goochelaar die de kast óm en óm draait en op álle zijden ervan klopt voordat het meisje er in gaat, de deur van de kast gesloten wordt en hij, de goochelaar, z'n grote messen door de wanden van de kast gaat steken. "Maar, Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!" horen we vol ontzetting Marta roepen als de boze Jezus de opdracht geeft om "die steen" van het graf weg te nemen. Maar aldus geschiedt. Hij roept: "Lazarus, kom naar buiten!" En dan staat er: "(En) de dode kwam naar buiten, zijn voeten en handen gebonden met zwachtels en zijn gezicht in een doek gewikkeld. 'Maak hem los,' beval Jezus, 'en laat hem gaan.' " Ziet u, dierbare gasten en parochianen; ziet u het al gebeuren - op de begraafplaats Buitenveldert bijvoorbeeld waar Tonio ligt? De steen weg en dáár, niet na vier dagen maar na vier jaar nu, komt de dode Tonio tevoorschijn? 

Hoe komt de christelijke God in deze geschiedenis van Lazarus naar voren en op ons af is de vraag.

Is Hij een grote bedrieger? Wordt in dat verhaal over die opwekking van Lazarus ons op groteske wijze maar gewoon iets op de mouw gespeld? Een bedrog dat al tweeduizend jaar voortduurt? Steeds weer mensen die er intrappen? - Zo kun je het zien.    

Of is die christelijke God een grote goochelaar? De onnavolgbare truc van Jezus die Lazarus opwekt! God, Jezus die kan wat niemand kan, die op die manier Zijn macht wil laten zien, die ons daarmee ontzag wil inboezemen en ons tot geloof en gehoorzaamheid wil brengen. Ook zó kun je het zien.

Of is de christelijke God een grote sadist? Lazarus eerst laten sterven, hem dan opwekken om hem dan vervolgens ooit opnieuw te laten sterven? Speelt God met mensen? Trekt hij bizar en sadistisch aan touwtjes? Blijkbaar is dat het beeld dat A.F.Th. van der Heijden van de christelijke God heeft.

En wat is uw beeld van die God? En wat is mijn beeld? Wat betekent het Lazarus-verhaal voor u en voor mij?

"Heer, als U hier was geweest, zou mijn broer nooit gestorven zijn." Tweemaal klinken die woorden in onze tekst. De eerste keer is het Marta, in een glansrol vandaag, die het zegt. Zij had gehoord "dat Jezus op komst was, (en) was Hem tegemoet gegaan." Zij spreekt met Hem en gaat vervolgens haar zus Maria halen. Ze zegt: "Hij laat je roepen." Maria snelt het huis uit, werpt zich voor Jezus neer en spreekt dan exact dezelfde woorden als eerder haar zus: "Heer, als U hier geweest was, zou mijn broer nooit gestorven zijn." Waar Jezus is, daar kan de dood níet zijn. Beide zussen zijn daarvan overtuigd. En hun woorden, hun beider geloofsbelijdenis, omkaderen en onderstrepen, benadrukken als een schilderijlijstje wat Jezus over zichzelf zegt: "Ik ben de opstanding en het leven. (...) Wie in Mij gelooft mag dan wel sterven, toch zal hij leven; en iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven." "Geloof je dat?" vraagt Hij aan Marta. En die antwoordt: "Ja Heer, (...) ik geloof vast dat U de Messias bent, de Zoon van God, degene die in de wereld komen zou."

De christelijke God is de God die doet leven, ondanks en te midden van al het sterven. Die God je voorstellen als "een valse hond met rabiës", zoals A.F.Th. van der Heijden suggereert, dát beeld slaat dus als een tang op een varken. Ook een beeld van God als "goedertieren baarddrager" is niet adequaat. Er is maar één beeld van de christelijke God dat wél klopt. En dat is het beeld van de gekruisigde Christus zoals bijvoorbeeld de priester-kunstenaar Jan Haen Hem heeft afgebeeld op één van zijn 'verhaaldozen' die momenteel in onze kerk geëxposeerd worden. Sommige mensen worden erdoor geschokt dat Jan Haen de Heer letterlijk piemelnaakt heeft afgebeeld. Maar zo deden de Romeinen dat. Iemand schreef mij: "Indien uw moeder, broer of zus op deze wijze gestorven was, zou u dan willen dat ze, om de waarheid eer aan te doen, naakt afgebeeld zouden worden in een openbare ruimte? Zou Jezus zich hebben willen laten lenen als naaktobject?" Jan Haen antwoordt op die vraag: "De theologische en mystieke duiding van de onschuld van Jezus wordt benadrukt door hem naakt aan het kruis te verbeelden. In alle onschuld kwam hij naakt ter wereld. (Kerstmis! - pv). In zijn totale onschuld droeg hij de schuld van de mensheid bij de kruisiging. Naakt verrees hij uit de dood en hij steeg naakt ten hemel, omdat hij in zijn lichamelijk naaktzijn alle zuiverheid en onschuld verbeeldt."

De naam "Lazarus" betekent "God helpt". Maar de naam "Jezus" betekent "God redt". God helpt en redt door en in Jezus die gekruisigd zal worden maar in wie het leven sterker is dan de dood.

Heeft A.F.Th. van der Heijden en hebben de ouders van vermoorde kinderen daar iets aan? Hebben zij daar een boodschap aan? Begrijpen ze het? Ja, dat is aan hen natuurlijk of zij dat kunnen en of zij dat willen begrijpen...

Graag wil ik deze reeds lange verkondiging eindigen zoals ik die begonnen ben, met woorden van een ouder, Wanda Beemsterboer, van een vermoord kind, Nadine. Zij zegt, Wanda: "Nadine zit in al mijn cellen. Er zijn dagen dat ik van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat kan huilen. Toch heeft voor ons het leven nog veel betekenis. We hebben een fantastische band met onze oudste dochter en haar man. We genieten intens van onze kleindochter. We voelen ons sterk door de stichting die we hebben opgericht. (...) We hebben fijne vrienden en familie. We zien steeds de zon door de bomen schijnen. Gefilterd licht... De natuur herstelt zich meestal weer. Na bijna iedere ramp, dat is indrukwekkend en stimulerend om te zien."[1]

"Lazarus, kom naar buiten!" Kom uit het graf! Kom uit de kast! Kom uit de put! Amen.