is een dag van bezinning.
Een bezinning op leven en dood.
en de vraag die daaraan voorafgaat is: wie is levend, wie is dood?
Ezechiël mocht preken in een dode tijd
de tijd van de ballingschap:
het volk had geen hoop meer,
er was geen tempel, geen stad
geen volk eigenlijk
alleen maar mensen die uit Jeruzalem afkomstig waren
en nu met andere gevangenen van overal
in de concentratiekampen van Babel waren:
'supra flumina Babylonis', aan de rivieren van Babel zaten wij en weenden.
Dan heeft hij zijn visioen
waar wij het begin vandaag van hoorden
en het vervolg zullen lezen in de paasnacht:
zijn visioen van de doodsvallei met dorre beenderen.
Let wel: hij heeft het over levende mensen
als hij spreekt over zijn vallei van dorre doodsbeenderen.
'Deze dorre beenderen,
het zijn de kinderen van Israël die zeggen
vervlogen is onze hoop, verdord zijn onze beenderen.'
'Zullen deze beenderen ooit levend worden'
wordt de profeet gevraagd:
'Gij weet het Heer' is het antwoord.
En een geruis weerklinkt aan het einde van het visioen,
de beenderen voegen zich aaneen,
ze worden met spieren en huid bekleed
en worden een schare levende mensen
die fier overeind staan:
er is weer hoop, er is weer leven !
---------------------
Het verhaal van de opwekking van Lazarus
staat op een bijzondere plaats in Johannes' evangelie.
Jesus heeft rondgetrokken door het joodse land.
Het begint langzamerhand duidelijk te worden
waar zijn weg toe leiden zal,
naar de dood.
Tot de dood van Jesus, deze rechtvaardige,
zal in dit zelfde 11e hoofdstuk besloten worden (vs. 45-57).
De namen die we in het evangelie hoorden
vertellen ons al iets over wat er aan de hand is en wat dit verhaal ons wil leren.
Jesus komt in Bethanië... dat betekent, plaats van verdriet
(dat doet denken aan de dood die alles leeg en donker maakt)
maar het ligt tegen de olijfberg aan,
de berg waarop de Schrift de opstanding der doden
op het einde der tijden programmeert.
De naam LAZARUS is de Griekse weergave
van de Hebreeuwse naam Eleazar: God is Israëls helper.
In deze naam heeft Israël zich herkend:
uit die hulp leeft het volk.
Een naamgenoot komt voor in Lucas 16:
hij beeldt het arme volk uit dat hulp nodig heeft:
hij zal verheven worden tot Abrahams' schoot.
betekent 'God helpt mij'.
-----------------
Marta is in het huis van verdriet de huisbazin
maar vooral degene die in die hulp van God gelooft.
Ze is resoluut en flink en... ze is een gelovige bij uitstek in de God
van Abraham Isaak en Jakob
en dus ook een gelovige in het nieuwe begin
dat er met Jesus' komst op deze aarde gemaakt is.
Ze getuigt: 'als Gij hier waart geweest
zou mijn broeder niet gestorven zijn'.
Marta is er zeker van dat Jesus Lazarus niet zou hebben laten sterven.
Zijn liefde gaat immers door de dood heen.
Als God een individu bemint
dan is die persoon onsterfelijk.
Dat is een conclusie die de farizeeën
in Jesus' tijd al getrokken hadden
omdat zij Gods liefde niet alleen zagen
als een liefde voor het volk als een gemeenschappelijk geheel
-zoals Ezechiël dat in zijn visioen beschrijft-
maar ook als een liefde voor iedere individuele persoon.
Marta, zei ik, een goede gelovige.
Niet alleen de vrouw die reddert en doet, een soort juffrouw mier
maar een profetes die perfect weet te getuigen:
'ik weet dat mijn broeder zal verrijzen op de jongste dag'
en als Jesus zegt dat Hijzelf het leven is en de verrijzenis
en vraagt of zij dat gelooft zegt ze (net als we elders Petrus horen zeggen):
'JA HEER IK WEET DAT GIJ DE MESSIAS ZIJT,
DE ZOON VAN DE LEVENDE GOD.
Martha gelooft dat de kringloop van het lijden doorbroken kan worden
en is zo een goede getuige van het nieuwe leven dat ons allen ten deel kan vallen.
De twee zusjes (Marta en Maria) en de omstanders
(die ook van Jesus' liefde voor Lazarus weten)
krijgen te zien wat de consequentie van die liefde is:
Jesus toont Zijn trouw en Zijn vriendschap
door Lazarus weer tot leven te wekken.
Als Jesus roept: 'Lazarus kom naar buiten'
doet Hij dat in naam van de Enige
die Israël uit Egypte riep, die het volk dat hulp nodig had, redt.
De opstanding wordt in dit evangelie als iets dat zeker komt verkondigd.
Bij het graf van Lazarus bidt Jesus tot zijn Vader:
'Ik dank U dat Gij Mij verhoord hebt.'
Het is de gebedsvorm die in de joodse gebeden steeds voorkomt.
In het Achttiengebed bijvoorbeeld wordt na iedere bede vastgesteld
dat God inderdaad degene is die de hoorn van de bevrijding doet ontspruiten,
de hongerigen spijzigt, de zieken geneest en de doden levend maakt.
Als Jesus roept: 'Lazarus kom naar buiten,'
doet Hij dat in naam van de Enige, die Israël uit Egypte riep
en Lazarus terughaalt uit de schemering van de dood.
Lazarus (God helpt mij) wordt in het verhaal van vandaag,
-zonder daar zelf om gevraagd te hebben- weer teruggeroepen, het leven in.
Hij komt ergens vandaan,
het raadselachtige land aan de overkant
en wat zijn we allemaal benieuwd
naar hoe het daar is.
We kennen verhalen over 'bijna-dood' ervaringen.
Iedereen kent de verhalen hoe de 'gestorvene'
zich van het lichaam ziet scheiden,
door een donkere tunnel gaat met aan het einde een licht.
Hoe in dat licht iemand (met een hoofdletter misschien)
meekijkt naar een soort film over haar of zijn leven,
hoe alles vergeven wordt,
hoe vrienden en bekenden al staan te wachten,
en hoe de 'bijna-dode' dan weer terugkeert
naar het achtergelaten lichaam.
Lazarus maakt dat allemaal mee.
Eenmaal terug was er niets veranderd.
Of misschien toch wel?
Ja..
er was die grote ontmoeting geweest
ook voor hem, meer dood dan levend
met de gezant van het leven:
Jesus Messias.
Een ontmoeting die zijn leven veranderde
en die allen om hem heen met grote verwachtingen vervulde.
Het wachten van hen allen en ook van Lazarus
die tijdelijk uit de greep van de dood was verlost
het wachten blijft op het grote Pasen van Jesus:
de grote opstanding die alles werkelijk nieuw zal maken.
Er is hoop voor Lazarus, voor Martha en Maria
voor de leerlingen toen en voor ons:
dezelfde God zie Jesus uit de dood redde
zal alle anderen die zonder hoop zijn
geleiden naar een nieuwe toekomst
naar het echte nieuwe leven.
Wij hier gaan de komende weken
in de voetsporen van de levende Heer
die ons naar Gods nieuwe toekomst leidt.
Ik mag u allen vragen
de grote dagen samen mee te vieren:
de Palmzondag,
de boeteviering op de dinsdag erna,
als een stil en wezenlijk onderdeel
van de voorbereiding op Pasen
en ik mag u allen uitnodigen daarna samen waardig op te gaan
langs de drie treden van het heilig triduum:
de Witte Donderdagavond, de Goede vrijdag
en de Paasnacht
Pasen, het feest van de uiteindelijke overwinning
op dood en wanhoop, die ook in onze dagen werkelijk zal worden
in Christus Jesus onze Heer.
AMEN.