Ga op weg

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
De laatste woorden van iemand: we zijn zo verlangend ze te horen en te herhalen, want daarin ligt samengebald wat iemand geweest is en waarvoor hij geleefd heeft.

De laatste woorden en daden van Jezus vertellen wij opnieuw in deze dagen om zui­verder en helderder te weten, wie Hij voor ons is. Ons oor zal scherper luisteren, ons Oog helderder zien. ‘t Zijn immers geen gewone dagen. En als wij dan luisteren en kij­ken naar de Heer Jezus en naar de weg waarlangs Hij tot deze avond komt, dan tref­fen wij Hem aan in Betanië, in het huis van Marta en Maria en haar broer Lazarus; daar worden zijn voeten gezalfd. En Maria doet dat niet voor niets. Zij rust Hem toe om op tocht te gaan, zijn Pascha te voltrekken.

Uittocht is het centrale woord in deze dagen. Eerst de herdenking van de uittocht uit Egypte, dat land van ‘ieder voor zich en God voor ons allen'. Uit slavernij naar vrij­heid. De joden hebben zich haastig moeten losmaken van een door afgoden geteis­terde wereld. Het brood had niet de tijd om te rijzen en ze aten het met reiskleren aan, de stok in de hand. Zij gaan zich met Gods hulp een weg banen naar het land van vrijheid. Dit is het Paasfeest van de joden. En juist nu valt de uittocht van Jezus. Het is het laatste samenzijn. Hij zal zich straks, morgen, een weg moeten banen door lijden en dood, om onze wereld te redden van chaos, veroorzaakt door eigenmach­tigheid. Om een nieuwe band met God te vinden. En Maria, die Hem het liefste was, heeft het beste begrepen wat Hem te wachten stond.

Wellicht kunnen alleen mensen die van je houden, je helpen een doortocht te vin­den. Vanavond wast Hij de voeten van zijn leerlingen en niet voor niets, want ook voor hen is er nog een lange weg te gaan. Al slapen ze in, al lopen ze weg en zijn ze niet te zien, morgen onder het kruis zullen ze de tocht met de Heer uit chaos en ellende, uit het land Egypte maken. Ze zuilen nooit meer wegkomen van die verant­woordelijkheid die de Heer henzelf op de schouders heeft gelegd toen Hij hen geroe­pen heeft, de eerste keer: "Ik zal u vissers van mensen maken." Hun voeten worden nat en herinneren hen aan de zee waarin alle ellende onderging en evenals hun voorvaders zullen ze een weg vinden, waar nu geen weg lijkt te zijn.

En wij? Wij zitten aan deze maaltijd, die herinnert aan die oermaaltijd van toen de joden vlak voor hun uittocht stonden. Wij gaan aan onze uittocht beginnen. Nog komt aan lijden en ellende geen einde. De chaos en de wanorde is vaak doorgedron­gen tot in ons eigen lichaam. Maar we zijn samen. Laten we in Godsnaam elkaar vasthouden. Jezus en zijn leerlingen hebben daarvan geweten toen zij de oude maal­tijd hernieuwden.

Toen hebben zij Jezus in hun leven opgenomen en vaarwel gezegd aan het land van slavernij en droefenis. Hij heeft hen aangekeken en zeker gesmeekt en gehoopt dat Hij de handen van zijn leerlingen zou mogen vasthouden. En als dat niet mocht luk­ken, dat zij elkaars hand dan zouden terugvinden, wanneer Hij eenmaal door de dood heen gekomen was.

Wij scharen ons vanavond rondom deze tafel en wij ontvangen het Lichaam en Bloed des Heren omdat we aan onze doortocht bezig zijn. En we hebben ‘t geloof zo nodig dat we door lijden en verdriet kunnen heen raken, waar we nu soms als een berg tegenop zien. Dat zal nog heel wat vermoeide voeten in de aarde hebben. Maar het wordt Pasen. Ook wij zullen het halen, maar niet zonder elkaar en niet zonder de toerusting van Godswege. Sla de handen in elkaar, leen elkaars voeten, dat is de opdracht en verantwoordelijkheid die de Heer van ons vraagt op deze avond...