Witte Donderdag A (2008)

 

Het lijkt wel de omgekeerde wereld. Jezus, God zelf, die neerknielt voor een mens, Petrus, zijn opvolger in de Kerk, maar tevens degene die hem dezelfde avond nog zal verloochenen in het paleis van de hogepriesters als ze Jezus vanuit Getsemané naar de berg Sion hebben teruggesleept. Jezus die knielt voor een mens, Jezus die zich in deze nacht in de handen van mensen overlevert, deze grote Jezus maakt zich klein voor de mens.

Moesten wij het niet omdraaien, dat wij ons weer klein leren maken voor Jezus, en neerknielen voor Hem? Mensen knielen niet meer, hebben geen eerbied meer, zo lijkt het. Men gaat met de Eucharistie om alsof het een stukje brood is, velen - zeker bij allerlei gelegenheidsvieringen - laten door een gebrek aan eerbied wel zien hoe ze tegen de Heer aankijken, de grote God die aanwezig is in die levenschenkende H. Communie... moesten niet wij mensen weer in aanbidding voor de Heer neerknielen, in plaats van Hij voor ons?

Zeker, de Heer komt heel wat eerbied tekort. Terecht dat onze Paus niet ophoudt te wijzen op de waardigheid bij het vieren van de Eucharistie, het waardig communiceren en het onderhouden van de regels daaromtrent. Maar het is óók waar dat de Heer voor ons wil knielen, om ons dienstbaar te zijn. Een liefde die ons zou moeten raken, zo sterk raken, dat wij spontaan terug zouden geven wat Hij ons eerst heeft gegeven. Het gebrek aan eerbied voor Christus is zo bezien meer een gebrek aan besef Wie het is die zich aan ons geeft. Gebrek aan aanbidding is een gebrek aan liefdeservaring. Want als we Hem werkelijk kennen en ervaren, dan laat die liefde van Christus ons geen rust, zegt Paulus terecht.

In deze nacht van Witte Donderdag laat Jezus zien hoeveel Hij van ons mensen houdt, hoe Hij ons wil dienen, wil neerknielen omwille van ons. Hij doet dat bij Petrus, heel dwingend. Om pas daarna de betekenis uit te leggen in de gave van zijn Lichaam en Bloed. "Ik, die voor U wordt overgeleverd. Hoc est enim Corpus meum, quod pro vobis tradetur. Voor u ‘overgeleverd', letterlijk. Enkele uren later gebeurt dat ook letterlijk, in de grot van het verraad, aan de voet van de Olijfberg, bij de Hof van Olijven. Ik had de genade daar, in die grot, het afgelopen jaar de H. Eucharistie te mogen vieren. Dan voel je werkelijk wat dat betekent: Hij levert zich over, Hij wordt de slaaf, wordt als gevangene weggevoerd en gemarteld, omwille van ons. Pro nobis peccatoribus. Dan voel je hoe groot die liefde van Christus is geweest, wat God als Vader, Zoon en H. Geest heeft gedreven om Jezus mens te laten worden, maar Hem ook zo te laten lijden en sterven. Het gebaar van liefde, van God die zich voor zijn schepping overlevert aan zijn schepselen. De enige weg om ons te verlossen. "Als gij u niet door Mij laat wassen, kunt gij mijn deelgenoot niet zijn," zegt Jezus. Als wij ons niet door Hem laten redden, door zijn liefde laten aanraken, kunnen wij niet met Hem zijn. Kunnen wij niet delen in het leven van liefde in God. Zoveel heeft Hij voor ons gedaan. Ja, waarlijk, het is groots wat Paulus zegt: "De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien, dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven! En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die ter wille van hen is gestorven en verrezen." (2 Kor.5,14-15).

Blijven wij dan gewoon onbewogen zitten, of lopen we gewoon weg bij de Heer? Ontvangen wij Hem, als we dat mogen beseffen, alsof we een snoepje komen halen? Werkelijk, de eerbied voor de Heer begint in ons opnieuw als we met heel ons hart geraakt worden door Jezus' Liefde zelf. Door zijn dienst aan ons, zijn Gave aan ons, zijn Offer voor ons, zijn lijden en pijn. Gaan wij vanavond na deze Eucharistie met Christus naar Getsemané. Blijven wij bij Hem, aanbidden wij Hem. Om op ons te laten inwerken dat Hij voor ons knielde, voor ons bloed en tranen heeft gestort, zich voor ons heeft overgeleverd. Dát is Eucharistie. Wie kan daarbij onbewogen blijven...?