Waarom spreek ik over God?

Beste vrienden,

„Waarom spreekt gij toch altijd over God?” Die vraag werd me enkele weken geleden door een jongere van het hoger middelbaar gesteld. “Waarom spreekt gij toch altijd over God? Ik heb geen God nodig!” Over die vraag moest ik toen echt wel nadenken.

Ik heb hem geantwoord: “Iets of iemand waar ge heel veel om geeft, waar je enthousiast over bent of waar je echt van houdt, daar kan je toch niet over zwijgen.

“Geloof jij dan echt in God?” vroeg hij, “En hoe komt dat?”

Waarom geloof ik in God? Er zijn echt wel gemakkelijker vragen om aan jezelf te stellen! Maar ik antwoordde:

Mijn levensweg begon op een plaats en een ogenblik waarop geborgenheid en vrede in de wereld ver te zoeken waren. In volle tweede wereldoorlog.

Ik heb God leren kennen in de familie waarin ik geboren werd. Hij was toen nog wel onwerkelijk en veraf, maar toch ook ergens heel vertrouwd.

Heel mijn leven is gekenmerkt door ontmoetingen. Ontmoetingen met de meest verschillende mensen. -

Met ieder van hen heb ik een stuk weg afgelegd en van ieder van hen heb ik iets voor mijn verdere leven meegekregen. Veel van die ontmoetingen waren van voorbijgaande aard, andere waren zeer indringend en wegwijzend, maar allen tezamen hebben ze mij gemaakt tot wie ik ben.

  • Mijn grootvader die, bedachtzaam en onopvallend, maar met grote inzet en veel liefde geprobeerd heeft om mij mijn vader niet te veel te laten missen.
  • Het kameraadje uit mijn straat, waarmee ik dagelijks naar school ging en dat me ertoe aanzette om mee naar de jeugdbeweging te gaan.

Hij stierf een jaar later aan tetanus. Ik was misdienaar in zijn uitvaartmis en huilde me de ogen uit het hoofd.

  • De "Meester" van het vijfde en zesde leerjaar die mijn leeslust heeft gewekt en die me aanzette tot het bezoek aan het jeugdtheater.
  • De onderpastoor die mijn "miskaart" voor een hele maand vooraf aftekende en zei: "Nu moet ge alleen nog maar komen als ge graag komt, en niet omdat ge een stempeltje nodig hebt". Vanaf die dag stond ik er elke dag - uit overtuiging.
  • Het meisje dat ik toevallig op een bal ontmoette en dat zulke diepe indruk naliet dat ik onmiddellijk wist: "met haar wil ik mijn leven delen". Ze is nu al meer dan drieenvijftig jaar mijn vrouw. Samen hebben we twee (reeds lang volwassen) zonen en vier schatten van kleinkinderen.
  • De vriend die me in moeilijke tijden wist op te beuren en mij terug licht liet zien in een wereld van duisternis.
  • De mensen die God me in mijn taak hebt toevertrouwd en die ik mag begeleiden;

Wanneer ik er zo op terugkijk, dan zie ik onmiskenbaar duidelijk een invloed van buitenaf. Een rode draad die door al die ontmoetingen en ervaringen heen loopt. Een rode draad van bekommernis en meeleven, van troost en van aanzet tot volhouden. God is voor mij niet meer onwerkelijk en veraf, maar heel reëel en dichtbij.

Ik voel zijn steunende aanwezigheid bij alles wat ik doe.

Vanuit deze ervaring voel ik al die "toevallige" ontmoetingen helemaal niet meer als toevallig aan.

Ik ben er voor mezelf van overtuigd dat Hij, in zijn eindeloze liefde, al die mensen op mijn weg heeft gezet opdat ze mijn leven richting en zin zouden geven.

Ik voel heel duidelijk aan dat ik Hem in al die mensen ook heb ontmoet.

Anderzijds heeft Hij me ook geroepen en me die mensen toevertrouwd opdat ook ik hen een eindweegs zou begeleiden en steunen. Zijn groot en vast vertrouwen in mij en in mijn mogelijkheden heeft mij ook een basis van vertrouwen in mezelf en in mijn medemensen gegeven.

Ik zal er dan ook alles aan doen om dat vertrouwen niet te beschamen.

Ik weet me geborgen in Zijn hand en ik weet dat, wat er ook gebeuren mag, Hij me de nodige kracht en moed zal geven om het aan te kunnen.

Ik weet ook dat ik volkomen op Hem kan vertrouwen en dat Hij ook onvoorwaardelijk in mij gelooft. Zijn liefde is als een parel in wiens zachte glans ik mij, heel mijn leven lang, kan koesteren en optrekken. Omdat ik weet en voel dat Hij me oneindig graag ziet, daarom geloof ik in Hem en moet ik over Hem spreken Amen