Een spoor van Gods licht in de wereld

Beste vrienden,

Iedereen die met de auto rijdt kent ze wel! Je krijgt ze regelmatig te horen en ze onderbreken soms net je lievelingsmuziek: de verkeersinformaties.  Je bent er doorgaans zo goed mee vertrouwd dat je extra alert wordt wanneer ze zich aankondigen.  Want meestal brengen ze geen blijde boodschap. Wegenwerken, ongevallen, files, omleidingen, vertragingen, spookrijders –als de verkeersinformatie zich inschakelt gaat het meestal daar over.  En hoewel we er doorgaans niet veel goeds van mogen verwachten zijn we toch blij dat de verkeersinformatie werkt en niet omwille van één of andere storing uitvalt.  In onze tijd van algemene mobiliteit en steeds verder gaande motorisatie is ze voor ons bijna onmisbaar geworden. 

Zo’n tweeduizend jaar geleden, toen Johannes de Doper zijn bijbelse verkeersinformatie vanuit de woestijn liet schallen, was dat wel helemaal anders. Die exotische zonderling uit de woestijn van Juda – die zich kleedde met een kameelharen mantel en zich voedde met sprinkhanen –schreeuwde de mensen uit volle borst toe: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden”.  Voor de verkeersinformatie van zijn tijd was dat een hele vernieuwing en een totaal nieuwe kwaliteit. Je kon het ook niet via de radio horen, noch via podcast of Iphone. Alleen via het evangelie krijgen we deze info, klaar en duidelijk hoorbaar: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden”. 

Johannes stelt zich heel bewust voor als man van de woestijn. Want woestijn is toch veel meer dan een geologisch begrip. Woestijn staat ook symbool voor alles wat leeg en dood is en ook voor het verlies aan oriëntatie en de uitzichtloosheid van ons bestaan.  Zo treedt Johannes op als man van de woestijn. En hij brengt juist datgene mee wat in de woestijn ontbreekt: water!!  Het water van het doopsel, om deze menselijke woestijn weer vruchtbaar te maken, om in de woestijn van ons bestaan terug leven te brengen door omkeer en heroriëntatie op God.

Met die Bijbelse verkeersinformatie wijst Markus ons duidelijk hoe we zonder ongelukken door de adventsperiode kunnen geraken en hoe we ons uiteindelijke doel, de komst en de menswording van God in ons, kunnen bereiken.  Daarom zou ik de drie aanwijzingen die hij ons daartoe geeft even van dichtbij willen bekijken:  

“Maak de weg van de Heer gereed!“

Goede vrienden, zonder enige twijfel zal het ook dit jaar op 25 december kerstmis zijn!  Het kerstfeest komt zo onstuitbaar op ons af, dat ge er u niet aan kunt onttrekken.

Maar opdat het ook werkelijk een feest voor ieder van ons zou kunnen zijn moeten we er ons op voorbereiden.  En daarmee mogen we niet tot het laatste ogenblik wachten.  Wat kan het voor ons betekenen als Johannes ons aanmoedigt om de wegen van de Heer te bereiden? Hij vermaant ons om niet zonder plan of doel op kerstmis af te stevenen. En daarbij heeft onze profeet uit de woestijn een heel concreet idee wat er bij die voorbereidingen hoort en wat niet. En ik vrees dat erg vele dingen die voor ons in onze tijd zo belangrijk en dringend lijken, helemaal niet bij hem opkomen. Natuurlijk eisen ook de uiterlijke voorbereidingen voor het feest hun recht op. Zij moeten het feestelijk karakter van die dag tegenover de andere dagen benadrukken. Maar ze kunnen alleen zinvol zijn als ze de innerlijke voorbereiding niet verdringen of zelfs verhinderen; als er ruimte wordt gelaten voor stilte, inkeer en bezinning. Onze geschenken aan elkaar zijn duur en mooi. Het voorziene feestmaal is culinair hoogstaand en zeer rijkelijk. Ons huis is prachtig versierd en van ver aan de lichtguirlandes herkenbaar. Maar zijn dat echt nog wel wegwijzers naar de kribbe?   Door al die uiterlijkheden kan ik de weg naar de kribbe maar moeilijk ontdekken omdat mijn blik altijd maar alleen op mezelf gericht is en niet op mijn medemensen.   

“Maak de weg van de Heer gereed!“ betekent dan ook: even onderbreken, rustig worden opdat ZIJN stem niet zou ondergaan in het lawaai en de stress van elke dag. Want die stem wil ons zeggen hoe de weg van de Heer er dient uit te zien.    

„maak recht zijn paden!“, dat is de tweede vingerwijzing. Johannes is van mening dat de weg naar Kerstmis nog bezaaid is met oneffenheden en hindernissen. De opdracht om die weg te effenen is een profetisch pleidooi voor rechtlijnigheid en oprechtheid in ons leven. Daartoe moedigen deze adventsdagen, die toch dagen van omkeer en boete willen zijn, ons aan.  Gods weg bereiden betekent voor ons: tot inkeer komen, boete doen en ons innerlijk naar God toe keren.  

De weg effenen betekent voor mij dat ik in mijn leven altijd met God rekening moet houden, dat ik hem in mijn leven binnen wil laten – ook via mensen die Hij me stuurt en die me misschien niet zo goed liggen.  De weg effenen kan ook betekenen:  Zo menige oneffenheid in mijn eigen leven weg proberen te werken; eindelijk een gesprek aangaan over datgene wat me zo zeer op de maag ligt; iemand bezoeken aan wie ik dat al zo lang heb beloofd;  mijn relatie die misschien moeilijk ligt overdenken en samen naar oplossingen zoeken om de hindernissen op de verdere weg samen weg te werken. De weg effenen betekent ook:  Me één van de volgende dagen bewust tot iemand richten waar ik doorgaans geen belangstelling voor heb; bewust naar iemand luisteren en zo tonen dat ook hij of zij voor mij belangrijk is; iemand bewust een plezier doen of gewoon wat tijd vrij maken voor God en voor een gesprek met Hem. Ieder van ons kent de weg te ruimen hindernissen en oneffenheden bij zichzelf wel. Al die hindernissen en oneffenheden die in de weg staan om een vrij en vreugdevol kerstfeest te kunnen vieren.    

En dan de laatste vingerwijzing: Wegen goed herstellen en straten effenen gaat niet in een geforceerd tempo. Ieder van ons die in dit jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen  door Kapellen rijdt weet hoe lang het kan duren om een straat te herstellen en hoe langzaam en voorzichtig je dan door de straten in aanleg moet rijden om geen schade op te lopen. Ook Johannes zet ons aan om de snelheid waarmee we soms door de Adventstijd heen razen te minderen.  We kennen dat toch allemaal: als we te snel door een landschap heen rijden kunnen we niet zien hoe mooi het is want we mogen niet riskeren om even opzij te kijken.  Laat ons dan zo doorheen de advent rijden dat we met gerust geweten even opzij kunnen kijken en zo alles kunnen waarnemen wat God ons in dit leven biedt.  Bijvoorbeeld: die mensen die het leven liefdevol met ons delen en die we dikwijls verwaarlozen omdat andere dingen voor ons belangrijker schijnen.  

“Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden”.  Het is misschien een wat eigenzinnige verkeersinformatie – maar wel een veeleisend programma voor de advent. Misschien is het aantal resterende dagen tot het kerstfeest te weinig om de werken af te krijgen. Maar zijn deze werken niet eigenlijk een levensprogramma voor ieder van ons?  We moeten er in elk geval ooit aan beginnen. Waarom dan niet vandaag?  Amen