2e zondag van de advent (2008)

Beste dorpsgenoten:
De lezingen voor de zondagen van de Advent roepen een sfeer op die we kunnen samenvatten met de woorden: "Alles komt goed, Maak je geen zorgen." Al de lichtjes , buiten, in de straten en voortuinen, in de huizen, schijnen dat te herhalen.
Vandaag hebben we in de eerste lezing woorden gehoord als: "Verschijnen zal de glorie des Heren, beklimt de hoogste berg, gij vreugdebode, verheft krachtig uw stem, Jeruzalem, vreugdegezant. Ken geen vrees. Als een herder zal uw God zijn schapen weiden, in zijn armen ze samenbrengen. De lammeren zal hij dragen tegen zijn boezem, de schapen met zachte hand begeleiden." Dichterlijke woorden, geschreven rond 720 voor Chr.
Wij kunnen die woorden met veel meer recht op ons zelf toepassen dan de mensen voor wie ze geschreven werden en die leefden in een tijd van oorlogen, rampspoed en ballingschap.
Nu haal ik een stuk aan uit een advertentie van een week geleden, die een boek aanprijst: "Journaliste Sybilla Claus is sinds 2001 Afrika-redacteur bij Trouw. Deze zomer bezocht zij Zimbabwe, waar nu cholera is uitgebroken wegens ontbreken van schoon water en waar mensen met duizenden wegvluchten. In haar boek "Standplaats Harare" beschrijft ze haar observaties, heet van de naald, van een land waar de situatie, per dag, slechter wordt. Ondanks economische rampspoed en politieke ellende, stralen de bewoners vriendelijkheid en warmte uit."
Alsof ze juist de woorden van de dichter Jesaja gehoord hebben. Ondanks de ellende stralen de mensen vriendelijkheid en warmte uit. Geen kerstversiering en toch een sfeer waar wij jaloers op kunnen zijn.
Wat, of nog beter: wie bezielt die mensen? Waar halen ze de vriendelijkheid en warmte vandaan temidden van onvoorstelbare en steeds toenemende ellende? Voor mij bestaat het antwoord uit de woorden van iemand die Afrika goed kent: "They celebrate relationships." Dat betekent: Zij zijn blij om elkaar.
Woorden uit een krantenartikel suggereren hetzelfde: "Wanneer stoppen wij met collectief wegkijken en beginnen wij respectvol om te gaan met iedereen? Ieder mens verdient dat, jong en oud. Begin met geven, niet met nemen. Het zal de samenleving een stuk leefbaarder maken."
De aangehaalde advertentie over Zimbabwe wil beslist niet met Jesaja concurreren want in Oost Kongo zijn op het ogenblik géén stralende bewoners te vinden, en we kunnen terugdenken aan Ruwanda waar de Hutus in 10 dagen tijd 800.000 Tutsis vermoordden in April 1994.
Toch blijven die woorden, "ondanks de rampspoed stralen de bewoners vriendelijkheid en warmte uit", staan en stralen een boodschap uit naar deze streken Even aantrekkelijk als de lichtjes en versieringen in deze advent- en kersttijd.

De financiële crisis belooft voor veel mensen slechte tijden te brengen. Er zal niet genoeg geld meer zijn om ons geluk te bouwen op spullen, op een "goed leven" vol ontspanning en opwinding.
Vaklieden op dit gebied hopen of voorspellen dat deze crisis een tijd kan worden om te leren op een nieuwe manier om te gaan met geld.
Wij mensen hebben nog een soort kapitaal of investering achter de hand: onze menselijkheid of menslievendheid. Dat is een gouden standaard die nooit devalueert.
Ons menszijn is niet zomaar de kortere of langere tijd tussen geboren worden en sterven. Ons bestaan verwijst naar een groeiproces dat zich ontvouwt vanuit een oerbegin en steeds meer opgaat in een kosmisch geheel dat ons overstijgt. Alsof een onuitsprekelijke werkelijkheid ons aan de boezem drukt, zoals staat in de eerste lezing.
En met iedere ademteug spreekt die werkelijkheid ons toe, moedigt zij ons aan, nodigt zij ons uit ons over te geven aan haar woorden: "Alles komt goed, maak je geen zorgen."
"Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan, als vrede en recht elkaar omhelzen: dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten, en ziet uit de hemel gerechtigheid neer." Aldus psalm 85.
En dan, dan worden wij mensen zoals we bedoeld zijn, in staat ons mens-zijn samen met anderen te vieren en er van te genieten als een alles overtreffende rijkdom, sterker dan lijden en tegenslag.
Als we dan spreken over evolutie, ons verwonderen over de geheimen van kosmos en zonnestelsels, dan mogen we vertrouwd worden met de gedachte dat dat universum er naar uitziet dat we onze kleinheid laten opgaan in zijn grootheid. Dan zullen we de boodschap van de vreugdebode volledig verstaan, wij en de hele wereld.