Handen (2012)

Wat kunnen we toch veel met onze handen.
* Sommige mensen maken de meest prachtige schilderijen. Het beeld dat ze in hun hoofd hebben, komt haast als vanzelf op het doek.
* Andere handen kunnen fantastisch verzorgen. De mensen van de verpleging die iemand vriendelijk, zorgzaam en respectvol aanraken. Het zijn helpende handen, die doen wat je zelf niet meer kunt.
* Je hebt ook echte werkhanden. Handen die zoveel met smeer, olie, cement of hout hebben gewerkt, dat ze hard en ruw zijn geworden en ook vol eelt staan. Je ziet ze soms als je er de communie in legt, al zijn ze nog zo geschrobd en gepoetst, ze zijn niet meer schoon te krijgen. Zwart tot in de groeven, maar je ziet er de zorg in voor het gezin en de werkende liefde. Als iemand je een hand geeft, kan die soms heel stevig zijn, maar soms is het een slap handje.
* Weer anderen steken een hand naar je uit als je hulp nodig hebt. Maar met dezelfde handen kun je ook pijn doen. Iemand een klap geven en dan doe je de ander onrecht aan. Ze zijn er niet voor bedoeld, die handen.

De vraag die al aan het begin van het evangelie van vandaag wordt gesteld is gericht aan Jezus: "Mijn dochtertje is doodziek. Kom mee en leg haar de handen op".
Is dat nu een vraag naar het wonder van genezing?
Of is het een vraag naar liefde en vertrouwen? Het kan het allemaal zijn natuurlijk.....

Jezus gaat mee, ... maar dan lijkt er ineens een ander verhaal te beginnen.
Het gaat plotseling niet meer over een dochtertje dat doodziek op haar bed ligt, maar over een vrouw die al 12 jaar aan vloeiingen lijdt. Ze wil niet anders dan Jezus' kleed even aanraken. Als ik dat maar even kan doen, dan is het al goed. Weer die handen. Handen die contact maken. Jezus voelt het haarfijn aan en hij zegt het ook: "Wie heeft mijn kleren aangeraakt?"  In die handen voelt Jezus haar geloof en vertrouwen? En Hij zegt: "je geloof heeft je genezen." Je vertrouwen is je redding? Daar zijn geen woorden voor nodig en geen geloofsuitspraken, handen zijn genoeg.

Er is een heleboel wat we met onze handen zelf kunnen doen. De werkende handen, de zorgende handen.
Handen die het pannetje bij het steeltje kunnen houden. Maar er zijn ook de open handen. Handen die we uitsteken naar elkaar. Handen die we open leggen naar anderen en naar God zelf toe. In handen zit daadkracht en zorg, maar net zo goed vertrouwen en overgave. En misschien is dat laatste nog wel veel moeilijker dan met je handen aan de slag gaan.

Ja en wat nemen we dan mee van hier?
Dat we onze handen open moeten houden voor elkaar, voor het wonder van het leven, voor nieuwe kansen, dat we onze handen mogen uitsteken naar elkaar, dat onze handen genezende kracht hebben. Dat onze handen liefde mogen geven en ontvangen en dat we uiteindelijk mogen leven uit Gods hand, want onze namen staan immers in Zijn handen geschreven. God vastpakken en vasthouden is niet nodig. Zijn mantel aanraken is genoeg. Amen.