Hoe gaat Jezus om met het kwaad? Deze vraag kwam bij mij op naar aanleiding van een paar gesprekken de afgelopen tijd. We hebben onlangs de uitvaart van Reinout Barge gehad in De Goede Herder. Onlangs was er ook het overlijden van een vrouw van even in de veertig in Katwijk. Ze bleef dood in haar stoel. Volkomen onverwacht.
Er is een boekje van de Joodse schrijver Harold Kushner “Als het kwaad goede mensen treft”. Hij schreef het in 1981 naar aanleiding van het overlijden van zijn zoon op veertienjarige leeftijd. Hij is een kenner van het boek Job en dat was ook het vertrekpunt in zijn boekje.
Deze preek kan onmogelijk het kwaad in al zijn facetten bespreken. Daar is een preek ook niet voor bedoeld. Het gaat er meer om dat we ons opnieuw bewust worden hoe we er over denken en spreken en hoe we er mee omgaan. We leven in een tijd waarin het denken over kwaad wat achterhaald lijkt. Harold Kushner heeft een visie op kwaad vanuit zijn Joodse wortels. Ook de Islam heeft een visie op het kwaad en leggen goed en kwaad in Gods hand. Kort gezegd: alles is Gods wil. Alle religies hebben een kijk op goed en kwaad en heel dikwijls komt daar de personifiëring van het kwaad bij, de boze, de demon, de Satan.
In het Onze Vader leert Jezus ons bidden: Verlos ons van het kwade. De Statenvertaling vertaalt met: verlos ons van den boze. In de Catechismus van onze Kerk wordt ook duidelijk gemaakt dat het niet alleen om het anonieme kwaad gaat, in de vorm van ziekten of natuurrampen. Het kwaad heeft soms ook nadrukkelijk heel persoonlijke trekken, is intelligent en doelgericht. En de boze, de Satan, is een duidelijke bron van kwaad.
In onze tijd spreken we niet vaak meer over het kwaad in het algemeen. Het lijkt er een beetje op dat we alles technisch verklaren. Een virus, een gezwel, verschuivingen in de aardkorst en daardoor aardbevingen. Er zijn klimaatveranderingen en daardoor overstromingen. Een falende hoogtemeter in een vliegtuig en daardoor een crash etcetera.
Bij kwaad denken mensen al snel aan zonde. Men vraagt zich af of iemand dan gezondigd heeft, dat dit kwaad hem of haar treft. Straft God door het kwaad op iemand los te laten? Jezus zegt hierover dat God het laat regenen en de zon laat schijnen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. In de parabel over het huis op de rots en het huis op het zand komt de storm en de regen over beide huizen, maar de een houd stand en de ander stort in.
Op het boekje van Harold Kushner kwamen reacties dat hij Gods almacht had prijsgegeven. Ik weet niet of dat klopt. Maar ik denk wel dat wij in de loop van de tijd een verkeerd beeld van Gods’ almacht hebben gekregen, een veel te technisch beeld, God als een alleskunner, een soort Superman ‘avant la lettre’. Maar dan zijn we weer bij de oude goden als Zeus en Jupiter. Gods almacht heeft een totaal andere inhoud dan wat wij er van lijken te maken.
Gods almacht kan het kwaad omkeren in iets goeds. Om te weten hoe God met goed en kwaad omgaat, kijken wij naar Jezus. Vandaag zien we in het Evangelie hoe Hij weldoende rond gaat. Twee genezingen in een beweging: Een vrouw die lijdt aan bloedvloeiing, een meisje dat zonet is gestorven. Jezus bestrijdt het kwaad, Hij heft het op, Hij doet het teniet, daar waar Hij kan. Zulke wonderen hebben bij Hem altijd betekenis, want ze staan in het perspectief van zijn profetische zending. Voortaan zal in onze Kerk elk wonder pas als wonder worden erkend als het betekenis heeft voor ons geloof.
Jezus wil af van het idee ”zonde-straf”. In het voorbeeld van de toren van Siloam rekent Hij daarmee af. Zo werkt God niet. God stuurt geen kwaad over je heen, omdat je hebt gezondigd. Het kwaad straft zichzelf, maar vaak zijn onschuldigen daarvan ook de dupe. God overtreft het kwaad, ook ons kwaad, met zijn goedheid. Dat is niet zonder rechtvaardigheid, maar ook zijn rechtvaardigheid overtreft onze menselijke criteria. Dat zien we als Jezus de zonde van de wereld op zijn schouders draagt.
Wat is kwaad en wat is goed? Soms is het duidelijk, dan zeg je kwaad is kwaad, zonde is zonde. Een andere keer hangt het meer van de omstandigheden af. Als een chirurg een mes in iemands lichaam plaats is dat iets anders dan als een crimineel dat doet. En soms kan wat in eerste instantie een kwaad is, omkeren in iets goeds. Je komt heelhuids uit een auto-ongeluk en je mist daardoor je vliegtuig. Maar dat vliegtuig stort neer, en plotseling bedank je de hemel voor het auto-ongeluk. Dan hoor je mensen zeggen: “Niets is toeval”. Maar ook dat is te gemakkelijk, dat zeggen we dan omdat het voor ons goed uitkomt.
Het kwaad is een realiteit en het kwaad heeft vele vormen. Wij staan in de traditie van Jezus en leren van Hem hoe we met het kwaad om moeten gaan. Hij bestrijdt het kwaad op allerlei manieren. Ook praktisch. Bouw je huis stevig op de rots, dan stort het niet in. Bouw je leven stevig op God, dan stort het niet in. Ook rechtvaardige mensen treft kwaad, Jezus windt er geen doekjes om. Maar een rechtvaardige, een gelovige, houdt stand met Gods hulp.
Aan ons de taak om mensen die getroffen worden zo te steunen dat zij er bovenop komen en kunnen zeggen. Het kwaad heeft me zwaar getroffen, maar met Gods hulp zijn we er bovenop gekomen. Amen.