Twaalf jaar (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
TWAALF JAAR



TWAALF IS TEVEEL
Twaalf is wel genoeg. Twaalf jaar leed de vrouw aan ernstig bloedverlies. Ze had van alles geprobeerd. Alle dokters was ze afgelopen. Ze was er alleen maar op achteruitgegaan. Heel haar vermogen had ze er aan uitgegeven! Twaalf jaar is wel genoeg! Ze herinnert me aan een vrouw die me aansprak op het kruispunt bij Kunrade, jaren geleden. Ze verontschuldigde zich. Het zou me wel zijn opgevallen dat ze de jaardienst voor haan man nog niet besteld had! Maar eerlijk gezegd, ze was momenteel heel krap bij kas. Haar ogen gingen achteruit en ze had een genezer gevonden die haar de hand oplegde en met haar bad. Ze hoopte vurig niet blind te worden. Hij vroeg 60 gulden voor een behandeling. Dat zijn vijf jaardiensten. Die is overigens doorgegaan. De genezing niet!
Jezus wordt bijna onder de voet gelopen door het enthousiaste volk. Het was niet moeilijk voor de vrouw om de beroemde geneesheer aan te raken. Ze hoefde maar in zijn buurt te komen; en voorkruipen kon ze wel, na twaalf jaar! Jezus is op weg naar Jarïus. Die had hem laten roepen. Marcus weeft de twee verhalen in elkaar. Jaïrus had een dochter van twaalf die op sterven lag. En wat is twaalf! Haar leven begint pas. Er horen nog zoveel gelukkig jaren te volgen. Twaalf is lang niet genoeg.
Jezus staat plotseling stil. Iemand heeft me aange- raakt. De leerlingen lachen. ‘Vind je het gek?’ ‘We worden aan alle kanten door een opdringerige menigte omringd.’ Maar Jezus voelde dat er een kracht van hem was uitgegaan. Hij voelde de vrouw die hem nodig had, en hij gunt haar gezondheid na twaalf jaar kwakzalverij.

TWAALF IS TE JONG
Zo naderen zij het huis van Jaïrus. ‘Je hoeft niet meer te komen’, roepen ze. ‘Het is al te laat.’ ‘Bedankt voor de moeite. Het kind is dood.’ Jezus laat de twaalf achter. Twaalf is wat veel. Drie mogen er mee: Johannes Petrus en Jakobus. ‘Ze slaapt’, zegt Jezus en Jaïrus krijgt zijn dochter terug. Iedereen is opgetogen! Zo’n dokter! Jezus zegt alleen maar: ‘vergeet niet, het meisje te eten te geven!’
Het tafereel schildert een enorme geneeskracht. Hier is een man die niet zijn eigen eer zoekt. Integendeel. Jezus verzoekt alle aanwezigen om over het voorval te zwijgen. Jezus hoeft ook geen geld. De vrouw die haar vermogen door allerlei helers van bedenkelijk allooi heeft laten aftroggelen, kan met lege handen bij hem terecht. Jezus vraagt geen tegenprestatie. De mensen hoeven geen leerling te worden. Jezus wil de mensen beter maken. Jezus wil de wereld overeen laten stemmen met Gods bedoelingen. Hij is belangeloos.

GENEESHEER
Het getal 12 springt in het oog! Over het meisje zegt het, dat zij bezig is volwassen te worden. Ze krijgt bloedingen. De vrouw had daar al twaalf jaar grote problemen mee heeft. Bloed roept in de Joodse cultuur eerbied en angst op. Bloed heeft te maken met leven en dood. Aanraking van bloed maakt je onrein. Er waren speciale rituelen nodig om je weer te laten deelnemen aan het dagelijkse leven. De vrouw die Jezus aanraakte, had daarmee Jezus onrein gemaakt. Daarom reageerde ze ook zo geschrokken toen Jezus haar gebaar had opgemerkt. Ze verwachtte een afstraffing. Maar het tegendeel gebeurt, juicht Marcus. Niet Jezus wordt onrein maar de vrouw wordt genezen. Jezus valt niet onder het systeem van rein en onrein, en de kracht die van hem uitgaat overwint de machten van de dood.

BELANGELOOS
Wij mogen ons verheugen te leven met een hoogontwikkelde gezondheidszorg. De kosten rijzen weliswaar de pan uit, maar een mens doet nu eenmaal alles voor zijn gezondheid en hij zou er de laatste cent aan uitgeven. De meeste van ons zouden al een keer of drie overleden zijn, hadden we 200 honderd jaar eerder geleefd! Maar temidden van al die medische hoogstandjes en al dat technisch vernuft, is er ineens een glimlach van een verpleegkundige die wat tijd neemt om je in een benauwd ogenblik te troosten... Of een specialist die een hartelijke brief schrijft om je persoonlijk te condoleren. Of iemand die de moeite neemt om je op dinsdagmiddag een warme maaltijd te bezorgen. Ineens belt de buurvrouw of ze een boodschap kan meenemen, of een buurjongen met de vraag of hij de sneeuw zal wegvegen. Een vrijwilliger biedt aan bij je te komen waken. Ineens is er iemand die onbaatzuchtig jouw welzijn op het oog heeft, en daar wordt je echt gelukkig van! De deskundige hulp wordt door de verzekering betaald en als een recht ervaren, maar het onbaatzuchtige gebaar spreekt van God.

IN BLOEI
Lieve kinderen. Niet zijn T-shirt met een doodskop viel me op toen ik Bjorn tegenkwam. Ook niet zijn knalrode cap met een bloeddorste wolvensnuit. Nee, het opvallendst was een grote pleister op zijn onderarm met Dracula erop. ‘Ik wil ook zo’n pleister!’, riep ik uit. ‘Hoe kom je daar aan?’ Maar Bjorn keek me boos aan. Die pleister was niet om te lachen. Hij zei: ‘Ik heb gebloeid. Heel erg. Ik was gevallen!’ Inderdaad. Dat wilde ik niet. Wel zo’n pleister maar niet de pijn die eronder zit. Zijn moeder knikte. ‘Bjorn was hard gevallen. Hij probeerde een vlieger op te laten en toen liep hij achteruit, hé vent! Nou zit er een flinke blauwe plek.’ ‘En er kwam heel veel bloed uit!’, riep Bjorn. ‘Nou ja, zoveel was het niet, een druppeltje...’, zei de moeder van de held. ‘Het was wèl veel!’, riep Bjorn. Bjorn vindt dat bloed ìn het lichaam hoort, ònder het vel. En elke druppel die eruit komt is er een teveel. Gelukkig zou Dracula ze voor hem tegenhouden!