Sta op en leef je nieuwe leven!

Beste vrienden,

Vandaag staan er twee vrouwen in het middelpunt van het Evangelieverhaal. Ieder van hen heeft een eigen biografie, maar het feit dat ze zich beide niet kunnen ontplooien, en hun gaven en talenten niet kunnen inzetten, verbindt hen. We ontmoeten twee mensen die voor ons, en ook voor elkaar, onbekenden zijn, maar wier levenswegen elkaar in de drukte van een volksoploop kruisen waardoor beider leven totaal verandert.   Laten we daar even op ingaan, misschien verandert er dan ook iets in ons denken...    

De eerste van beide vrouwen is een jong meisje; in onze ogen nog een kind. Maar in die tijd was een meisje van twaalf al goed op weg naar volwassenheid, want op die leeftijd werden meisjes al als huwbaar beschouwd en waren ze doorgaans ook al verloofd.  Voor de goed opgeleide vader – hij was hoofd van de synagoge – valt loslaten heel zwaar. Zijn woorden en gebaren tonen ons heel duidelijk hoe bezorgd hij om zijn dochtertje is. Hij heeft haar intensief op het leven voorbereid en nu zal ze moeten leren om haar eigen weg te gaan. Liefst zou Hij willen dat ze klein bleef, maar dat opent voor haar geen mogelijkheden voor het leven. Op die manier kunnen er geen krachtige zelfbewuste mensen opgroeien die het leven met open blik aanvatten en ook onder de knie krijgen. Maar nu is de vader nog verantwoordelijk, en die maakt zich grote zorgen. Het leven van zijn dochter hangt aan een zijden draad, want de dood klopt aan de deur!    

De tweede vrouw staat al een heel stuk verder in het leven. Er is niemand meer die haar “mijn kind”  of “mijn dochter” noemt, maar is ze daardoor in haar leven vrijer of zelfstandiger geworden? In al die jaren is ze van de ene arts naar de andere gelopen, heeft daar hopen geld aan moeten uitgeven, elke mogelijkheid, al was ze nog zo klein, heeft ze aangegrepen, maar zonder enig gevolg. Nu is ze moe en bleek geworden. Ze ziet er slecht uit – ook door haar voortdurende bloedingen. Misschien had ze daar zelf op den duur wel mee kunnen leven, maar de religieuze wetten en regels van haar land verklaren haar met deze ziekte “onrein” en sluiten haar onverbiddelijk uit de samenleving uit.     Ze was verplicht om geheel teruggetrokken te leven, mocht door niemand worden aangeraakt, kon en mocht niet deelnemen aan het normale menselijke leven. Wat dat voor haar betekende?  Jaren van absolute uitsluiting en isolatie. Hoe kan je in dergelijk geval nog vreugde of levenslust ondervinden of uitdrukken? Meer nog, hoe kan ze zelf nog levensvreugde schenken? , een „iemand“ aan de rand van de menselijke samenleving; een “persona non grata”, die zichzelf al niet meer als mens ziet.    

Twee vrouwen dus – de ene twaalf jaar oud en al geen kind meer. Zij staat op de drempel die de kindertijd van de volwassenheid scheidt – en juist die stap dreigt nu te mislukken. Ze is de dochter van een zeer welgestelde en hooggeachte man, maar wat voor leven zal ze hebben?  Zal ze wel een eigen leven kunnen hebben? De dood is naderbij geslopen en loert om de hoek. En dan die andere vrouw: Twaalf jaar ziek! Met het bloed dat ze verloor, verloor ze ook haar leven als vrouw. Wat is dat nog voor een leven?  Twaalf jaar duurt dat gevecht reeds. Is er voor haar nog een kans op een gelukt leven – een kans om terug op te bloeien?   

Twee vrouwen in dezelfde stad – beide ernstig bedreigd in hun levensmogelijkheden. De ene wordt dood verklaard en de andere is dat, figuurlijk, ook al lang. Maar dan gebeurt er iets...  

Jezus van Nazareth komt naar de stad, zijn reputatie ijlt hem ver vooruit en daarom lopen steeds meer mensen te hoop, verzamelen zich om Hem heen, en trekken met Hem mee. Hij spreekt bevrijdende woorden, gaat op de mensen toe en gaat op hun zorgen en problemen in. Hij lijkt iets uit te stralen  waardoor de mensen kunnen herademen, waardoor ze een ander, gans nieuw levensperspectief krijgen. Zo ziet het ook de vader van het jonge meisje. Zijn naam is “Jairus”, wat zoveel betekent als “God zal opwekken”, wat voor het verhaal van vandaag natuurlijk niet onbelangrijk is. Het valt ook op dat hij de enige is die bij naam wordt genoemd. Waarom?  Ik denk, opdat wij zouden weten dat het God is die wekt en opwekt! Als hoofd van de synagoge is Jairus een man met groot aanzien. Maar voor Jezus toont hij zich nederig en doet een knieval. Hij spreekt tegenover Jezus zijn vertrouwen en zijn ganse hoop uit – daar kan Jezus echt niet onverschillig tegenover blijven! Maar die andere vrouw heeft helemaal niets wat haar zou toelaten om vooraan te gaan staan. Ze heeft ook niemand die voor haar kan spreken. En toch grijpt ze haar kans.  

Als Jezus op weg is naar het huis van Jairus laat zij zich ook in het gedrang niet weerhouden om Jezus kleed aan te raken. Waarschijnlijk is ze angstig en bevend tot in zijn onmiddellijke omgeving geraakt, tenslotte kende zij Jezus alleen van horen zeggen, net zoals al die geruchten die er over Hem en zijn werking in omloop waren. Ze wil zeker niet opvallen, wil alleen maar zijn kleed aanraken, Hij hoeft het zelfs helemaal niet te weten. Haar moed en haar vertrouwen bereiken hun doel. Jezus heeft haar aanraking gevoeld, en Hij wil weten wie Hem heeft aangeraakt.  Hij wil niet anoniem, zomaar in het voorbijgaan, genezen, maar Hij wil de mensen in de ogen kunnen kijken. Hij wil niet alleen een aanraking, maar een relatie. Niet door de aanraking wordt de vrouw rein, maar door de relatie met Jezus.  

Valt het u ook op dat Jezus deze vrouw „dochter“ noemt?  Misschien wil Jezus haar daarmee zeggen: “Ik laat je niet gewoon staan. Jij hoort bij mijn familie. Jij, die door de mensen, omwille van je ziekte werd dood verklaard, tegen jou zeg ik: “Dochter, kind van God, jouw vertrouwen in Mij, jouw vertrouwen in God redt je. Sta op en ga met vertrouwen verder in je leven, opdat het zich verandert. 

En dan treedt Jezus binnen in het huis van de jonge vrouw. Over haar ziekte is ons niets bekend, we horen alleen – heel terloops – dat ze reeds gestorven is. Dus komt Jezus – in onze ogen – te laat. Maar Jezus? Die zegt gewoon: ze slaapt. Met andere woorden: Hij ziet leven dat alleen terug gewekt en opgericht moet worden om het te kunnen laten opstaan en lukken. Of anders gezegd: Jezus bekommert zich ook om mensen die door anderen dood werden verklaard, maar die toch nog leven in zich dragen en hun toekomst beslist niet moeten opgeven. Ook wanneer de anderen dat niet meer zien en niet meer voelen. Hij neemt ook dat leven nog ernstig op. Ook wanneer mensen aan elkaar voorbij lopen, wanneer er niets meer wordt verwacht en er alleen nog maar pijn lijkt te zijn omdat men denkt alleen maar ongeluk in het leven te hebben – ook dan wil Jezus dat leven nog tot zijn recht laten komen. Opstanding naar het leven, opstanding om te leven, begint altijd met opstaan. Dat is, denk ik, wat Marcus ons met het vermengen van deze beide verhalen wil zeggen. Jezus lijdt met de mensen mee en laat zich door hen aanspreken. Hij loopt hen niet voorbij, maar interesseert zich voor hun problemen. Voor ons betekent dat: we kunnen Hem gewoon in vertrouwen nemen. Iemand die zo naar de mensen kijkt kan het alleen maar goed met je voorhebben!! Wanneer anderen je opgeven; wanneer anderen geen enkele mogelijkheid meer voor je zien, dan richt Hij je op en geeft je een nieuw leven te. Versta me niet verkeerd: Jezus is geen wonderdokter – ook wanneer sommigen Hem, omwille van de wonderen die Hij heeft verricht, liefst zo zouden willen zien. Maar ik denk en geloof dat Jezus gewoon ook de krachten die nog in onszelf schuilen, wil wekken. Opstaan, en dat zien we duidelijk in beide verhalen, begint bij de mensen zelf. Zij wagen de eerste stap. De Vader, die omwille van zijn dochter een knieval doet en de vrouw, die tegen alle regels in uit de schaduw van haar leven treedt en zich vooraan waagt. Het verhaal maakt ons duidelijk dat beide vrouwen op hun eigen leven terugkijken en hun ganse vertrouwen op Jezus richten: raak me niet aan, maar richt me terug op! Ze staan hier plaatsvervangend voor zo vele vrouwen uit hun tijd die leden onder de onverschilligheid en de onderdrukking door mannen. Vandaag staan ze plaatsvervangend voor alle mensen wier leven niet meer lukt, die miskend worden en klein worden gehouden, ze worden niet waargenomen of gewoon dood verklaard.  Maar Jezus raakt hen aan en zegt: Sta op!

Hij doet dat door zijn woord, in zijn sacramenten en ook door gewone mensen zoals u en ik! Amen.