In eigen huis (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
IN EIGEN HUIS



BOOS
Mag ik u eens een voorbeeld geven van een profeet die in eigen land veel te weinig geëerd wordt?
Ik kwam er verleden jaar een tegen. Een profetes, een door God gezonden vrouw. Zij had het zwaar. Haar man was ziek. Ongeneeslijk. De ziekte had hem veranderd. Hij was altijd al wat gesloten geweest, maar nu zei hij geen woord meer. Het leek alsof hij boos was. Boos op het leven, boos op de omgeving, boos op het ziekenhuis; boos op God. Hij voelde de ziekte als een laatste bewijs ervan dat hij niet geliefd was en geen rechten had in dit bestaan. Hij was ten diepste verongelijkt. Naar buiten toe gedroeg hij zich beleefd. Als de huisarts kwam vertelde hij nog wel iets over zijn toestand. Zij stond er dan gretig bij te luisteren. Eigenlijk was hij alleen nog maar zichzelf wanneer de kleinkinderen op bezoek kwamen. Dan kon hij ook weer lachen. De kleinkinderen praatten niet lang over zijn ziekte. Ze zeiden iets als: ‘arma opa’, ‘opa pijn?’ En dan gingen ze over tot de orde van de dag. Dan werd de kist boekjes, poppen en autootjes te voorschijn gehaald.

NIET GEËERD
Zo was hun leven nu al enkele maanden geweest. De bestralingen waren slopend. Het bed was al in de kamer gezet. ‘Maar het ergste’, zei de vrouw, ‘het ergste is, dat hij mij voortdurend ligt te bekritiseren. Ik kan niets goed meer doen. Hij was boos toen ik zijn broer had gezegd dat hij morgen een kwartiertje mocht komen. Hij was ook boos toen ik zei: “dat moet je maar met hem zelf afspreken.” Hij is boos als ik koffie breng omdat-ie dan te warm is of te slap of met te veel melk. Als ik ‘s morgens te laat beneden ben..., als ik begin te praten over nachthulp... Ik wordt er ook 74’, verontschuldigde ze zich. ‘We hebben zo een mooi huwelijk gehad maar nou behandelt ie me als oud vuil’, zei ze bitter.

ENGEL
Nu was er iets gebeurd dat de laatste druppel in de emmer was. Hij had een telefoontje gekregen van een oude kameraad. Hij was er vroeger nog mee in Indië geweest. Elk jaar bezocht Hij hem een keer in Breda. De vriend was ook ziek geworden. Ook ongeneeslijk. ‘Maar’, zo had hij hem door de telefoon verzekerd, ‘zijn vrouw stond als een engel naast zijn bed.’ Annie waakte dag en nacht over hem en las hem de wensen uit zijn ogen. Ze maakte hun trouwbelofte waar: liefde in ziekte en gezondheid. De man had het er moeilijk mee. Hij zou zijn vriend nooit meer zien. Hij begon aan iedereen te vertellen over net laatste telefoontje van zijn oude kameraad. En steevast klonk die ene zin in zijn verhaal: ‘Mijn vrouw staat als een engel naast mijn bed’. ‘Mij heeft-ie nooit bedankt. Hij ziet me niet eens! Ik krijg alleen maar scheldwoorden naar mijn hoofd’, beklaagde zijn echtgenote zich. ‘Maar Annie is een engel!’

DUIVEL
Een profeet wordt in eigen land niet geëerd, zei Jezus. Dit is er een schrijnend voorbeeld van. Haar huisarts had het voorzichtig uitgelegd. ‘Uw man is boos. Hij weet geen raad met zijn onmacht. Hij is bang voor wat er op hem afkomt en hij kan die boosheid met niemand delen. Niet met zijn kleinkinderen want die zijn een en al onschuld. Niet met de dokter, niet met de kinderen en de buren, want aan hen wil hij zich niet laten kennen. Zijn echtgenote is de enige van wie hij zeker is dat ze niet wegloopt. Zij is de enige in wier ogen hij klein en zielig durft te zijn. Zij is de enige die hij toelaat in zijn diepste onbeholpenheid.  Het is een zwaar lot’, besloot de arts, ‘maar eigenlijk is het een eer: u bent de enige die deze rol voor hem kan spelen. U man zoekt momenteel geen engel naast zijn bed, maar een duivel op wie hij boos kan worden. Gun hem de tijd, misschien verandert hij nog.’

PROFETEN
Profeet in eigen land, dat kunnen je eigen kinderen zijn. Je kent hun ambitie, hun gulzigheid, hun fouten, hun ijdelheid, maar heb je ook oog gekregen voor de talenten die zich langzaam ontwikkelden, voor hun persoonlijkheid die volwassen werd en verantwoordelijkheid nam, voor hun heel eigen geloof? Profeet in eigen land, dat is degene die naast je staat, die je kent en je toch neemt zoals je bent, en je zo door de moeilijkste tijden draagt.
Ze zoeken ook niet de eer. Ze zoeken jou!

GROTE MANNEN
Lieve kinderen. Laatst stond er een groepje wandelaars voor de kerk. Ze droegen rugzakken en wandelstokken en verrekijkers. Toeristen dus! Ze tuurden door de glazen deur naar binnen. Dus ik stapte op ze af. Ze kwamen uit Purmerent. ‘Wilt u de kerk zien?’ vroeg ik. Ja dat wilden ze wel! Het begon net een beetje te motregenen. Ik liet ze alles zien. Het altaar, de schilderijen, de beelden, alles. We kwamen ook bij de doopvont en de sterretjes die daar hangen. ‘Dat zijn de namen van de dopelingen van het afgelopen jaar’, legde ik uit. ‘Meneer’, vroeg een van de toeristen, ‘zijn hier in dit dorp ook grote mannen of vrouwen geboren?’ Ik moest even nadenken. Kwamen er ook geleerden, zangers, voetballers of profeten uit Voerendaal? ‘Of hier grote mannen en vrouwen geboren zijn...?, bedacht ik hardop. ‘Nee! ...alleen maar kleine kinderen!’