16e zondag door het jaar B - 2015

Zusters en broeders,

Voortgaand op de lezingen zou je vandaag kunnen spreken van de dag van de herders. In de eerste lezing komen die herders er helemaal niet goed uit: Jeremia verwijt hen dat ze hun werk zo slecht gedaan hebben dat Gods kudde omgekomen en verloren gelopen is. In het evangelie staat Jezus daar pal tegenover: Hij leert zijn apostelen wat het is een goede herder te zijn, en dat is nodig, want de menigte die Hem gevolgd is, is als een kudde zonder herder.

Zoals altijd doen deze lezingen denken aan de dag van vandaag. Akkoord, herders zijn zo goed als verdwenen uit onze maatschappij, maar het idee van het herdersschap is wel gebleven. Het idee dat God onze Herder is, die instaat voor al zijn schapen. Hij zegt het zo mooi bij monde van Jeremia: ‘Ik breng de overgebleven schapen bijeen. Ze hoeven niet meer bang of angstig te zijn, geen van hen wordt nog vermist.’ Dat zijn heel mooie en heel diepgaande beloften: God laat ons, God laat het mensdom niet in de steek. Maar het klinkt ook merkwaardig, want als we om ons heen kijken, zien we dat mensen juist wél in de steek gelaten worden. In schamele bootjes proberen ze de Middellandse Zee over te steken, weg van de armoede, de onkans, de wreedheid van de islamitische heersers, de armoede, de uitbuiting. En ook de afwezigheid van leiders die als goede herders voor hun kudde willen zorgen. ‘Zo lopen zij verloren en worden zij uiteen gedreven,’ klinkt het in de eerste lezing, en Jezus zegt: ‘Ze zijn als schapen zonder herder.’ En net als zijn Vader zorgt Hij voor hen, want ook Hij is de goede herder die zijn kudde niet in de steek laat.

In het evangelie klinkt er nog iets heel merkwaardig, en dat is dat het een grote menigte is die Jezus achterna gaat. Daarbij vragen we ons wellicht af waar die menigte vandaag is, want ze is niet groot, die menigte, zeker niet in onze streken. Hoeveel mensen gaan Jezus nog achterna? Hoevelen willen nog geloven in zijn woorden? Hoevelen willen nog leven naar zijn woorden en daden, omdat ze weten dat alleen die woorden en die daden leiden naar liefde en vrede? Zovelen lijken integendeel alleen voor zichzelf te willen leven. Ze lijken zich liever te willen spiegelen aan de herders uit de eerste lezing die hun volk in de steek hebben gelaten en alleen aan hun eigen bezit en hun eigen voordeel hebben gedacht.

Precies daartegen wil Jezus zijn leerlingen beschermen. Ze zijn op weg geweest om tot bekering op te roepen, en om aan te zetten tot liefde en vrede, en nu brengt Jezus hen naar een eenzame plaats waar ze tot rust kunnen komen. Dat is een heel mooie vingerwijzing voor ons. Ga niet ten onder in de drukte van het leven, zegt Jezus. Neem tijd voor jezelf. Neem tijd om je te bezinnen, om tot rust te komen. Neem tijd om te luisteren naar wat Ik zeg en om zien wat Ik doe.

Zusters en broeders, ieder van ons begrijpt wat Jezus bedoelt wanneer Hij het heeft over de grote menigte die is als schapen zonder herder. ‘Keer u tot Mij’, zegt Hij, ‘want Ik ben de goede herder, en mijn Vader, die ook uw Vader is, is gerechtigheid.’ Tegelijk roept Hij ons op om niet verloren te lopen in de drukte van ons leven. ‘Kom tot rust en kom tot jezelf’, spoort Hij ons aan, ‘want alleen dan kan je een goede herder zijn voor je medemensen.’ Laten we dat proberen zijn: goede herders voor elkaar en onze medemensen, naar het voorbeeld van de Heer onze God en van Jezus die zijn Zoon en onze Broeder is. Amen.