Uw wil geschiede, niet de mijne

Beste vrienden,

De God, in wie wij geloven en die wij vertrouwen, laat ons alle dagen opnieuw delen in zijn genade. Hij leidt ons met krachtige hand, en vanaf het begin heeft Hij ons altijd gedragen.

Hij is altijd om ons heen, Hij begeleidt ons, Hij leidt ons door de dag. Hij zorgt voor ons en neemt ons bij de hand. Er is maar één ding dat Hij niet doet: Hij doet maar heel zelden datgene wat wij willen!

Bij alle euforie, en alle vreugde in het geloof, blijft er toch altijd die bittere druppel: Zelden gebeurt alles zoals wij het ons hebben voorgesteld en uitgerekend. God heeft zijn eigen hoofd, en soms is Hij zelfs, met permissie gezegd, een echte stijfkop. En zoals Hij het zegt, zo moet het dan ook, op dat punt is Hij dan onvermurwbaar.

In het Evangelie van vandaag komt dat weer heel duidelijk tot uiting. De mensen hoopten op een Messias, een gezalfde, een machtige Koning; Diens komst hadden de Profeten toch voorspeld? En dat was dan toch ook juist diegene waar de mensen naar verlangden: een echte Koning, die de soevereiniteit van Israël terug zou herstellen en de gehate bezetters zou verdrijven. Een rechtvaardige Koning, met een waakzaam oog voor zijn onderdanen. Een Koning die de teugels van het land stevig in de hand zou nemen. Daar verlangde men naar. Dat, en niets anders, werd van God verwacht: Hij zou die lang verwachte Messias nu toch eindelijk wel moeten sturen!

En wanneer Jezus merkt dat de mensen om Hem heen er al van overtuigd zijn dat in Hem het doel van hun verlangen is bereikt, wanneer Hij merkt dat ze Hem tot hun Messias, hun Koning, willen kronen, trekt Hij zich terug op de berg, Hij alleen. En Hij laat de mensen, met hun verwachtingen, met hun hoop en hun eigen Godsbeeld terug alleen.

Hij is er, Hij zorgt ervoor dat niemand honger moet lijden, Hij geeft de mensen zijn woord, Hij begeleidt en leidt hen, maar Hij doet niet datgene wat de mensen willen dat Hij doet.

God heeft zijn eigen wil. En daar moeten ook wij altijd rekening mee houden. Want wij verwarren onze eigen denkbeelden, wensen en hoop soms met Zijn wil. Wij denken soms veel te vlug dat wij nauwkeurig weten wat Hij in gedachten heeft, en uiteindelijk blijkt dat dan gewoon onze eigen planning en onze eigen weg te zijn, en is Zijn weg toch een heel andere.

En dan discuteert God niet, Hij laat zich met geen koehandel in en laat zich ook zeker niet tot iets dwingen. Dan doet Hij gewoon niet mee. Hij gaat zijn weg en als wij niet mee gaan, dan kan het zijn dat we ons plots helemaal alleen, en door God in de steek gelaten, voelen. En dan horen we onszelf dikwijls zeggen: Nu heb ik daar nog zo vurig voor gebeden, en er gebeurt niets!

Goed, bij sommige zaken begrijpen we wel dat God zich niet zomaar voor onze kar laat spannen. Dat Hij zich niet laat verheffen tot een koning die ervoor zorgt dat de gebraden duiven niet zomaar in onze mond zouden vliegen, dat ook niemand nog moet denken en dat alles zal lopen zoals in luilekkerland, we begrijpen ook wel dat dat niet zijn wil kan zijn. Wanneer kinderen altijd maar verwend worden, dan loopt het zeker mis, dat beseffen we allemaal wel. En dat het bij mensen, bij volkeren en naties ook niet anders zal zijn, dat kunnen we aan de vingers van een hand aftellen.

Maar soms hebben wij verwachtingen die toch eigenlijk wel tot in de hemel reiken, en die volgens ons dan toch ook wel naar Zijn zin zouden moeten zijn. Hij zou de wereld toch rechtvaardiger moeten maken, ervoor zorgen dat er sociale gerechtigheid is. Hij zou toch een eind moeten maken aan al die verschrikkelijke oorlogen en in zijn Kerk ook voor meer priesterroepingen zorgen.

Dat zou Hij toch ook moeten willen, denken wij, en dan gebeurt er niets!

Daar staan we dan, en begrijpen net zo weinig van God als de mensen toen in Israël, toen Jezus zich snel uit hun greep losmaakte en zich alleen op een eenzame plek terugtrok. En misschien moeten wij dan ook aanvaarden dat Hij ons zegt, dat ook wij alleen maar aan datgene denken, wat wij graag zouden hebben; dat God heel anders denkt en dat wij Zijn weg nog altijd niet begrijpen.

Hij trok zich terug op de berg, staat er in het Evangelie. Een berg is een symbool in de Bijbel. Die berg staat voor de weg naar de hemel, zoals het trouwens ook bij Jezus’ hemelvaart wordt beschreven. Men moet God vanuit de hemel trachten te begrijpen. Want zijn rijk en zijn gedachten zijn niet van deze wereld.

En wanneer ik dan weer eens dreig te vertwijfelen en me afvraag waarom Hij het weer eens anders heeft gedaan dan ik het graag had gehad, dan moet ik me eerst en vooral afvragen of ik niet weer eens mijn eigen gedachten, en niet die van God als leidraad heb genomen! Het gaat om Zijn weg, niet om mijn eigen planning.

Leer mij Uw wegen te gaan Heer, vooral wanneer ik het er moeilijk mee heb. Help me dan Uw weg te volgen en leer me te aanvaarden dat het Uw wil is die geschiedt en niet de mijne. Amen