De slachtofferrol voorbij (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

DE SLACHTOFFER ROL VOORBIJ

 

DE BOZE BUITENWERELD

Thomas kwam terug van school. Hij smeet zijn rugzak in een hoek. ‘Pas toch op je dure boeken!', riep zijn moeder. ‘Rot boeken!', foeterde Thomas en hij liep naar de koelkast. ‘Die gemene Liniaal!', ging hij verder. ‘Liniaal' was de bijnaam van de wiskundeleraar. ‘Dinsdag zei die nog dat die sommen niet zo belangrijk waren; bestaat het hele proefwerk uit vierkantsvergelijkingen...! Nou vraag ik je!' Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was heeft Thomas zich handig in de rol van het slachtoffer gemaneuvreerd. Hij ziet zich niet als iemand die slecht gepresteerd heeft, of ongemotiveerd was, die - zeg maar - lui is of niet zo snugger. Hij beleeft zijn zelf niet als iemand die verslaafd is aan chatten en sms-en. Nee, hij definieert zichzelf liever als het slachtoffer van een doortrapte leraar. Die rol heeft een aantal voordelen. Op de eerste plaats is hemzelf dan niets meer te verwijten. Hoe groot de onvoldoende ook is, zijn geweten is tot zwijgen gebracht.

 

GEWETEN GEZUIVERD

Het opzoeken van de slachtoffer rol is voor veel mensen een tweede natuur geworden. Een collega van me kreeg last met zijn longen. Hij was boos op het seminarie waar hij als jonge tiener had leren roken. ‘Ik sleep ze voor de rechter!', zei hij met een knipoog. En de man die wegens snelheidsovertreding was aangehouden zei: ‘Iedereen zat me te duwen en op te jagen.' De voetballers die een punt op achterstand stonden, liepen op de scheidsrechter te schelden. De jonge meid bij de psychiater dacht dat haar strenge opvoeding alle ellende had veroorzaakt. En kleine Maurits had een zusje die alles kapot en kwijt maakte.
Laten we er eens op letten, hoe dikwijls we in de rol kruipen van het slachtoffer. We voelen ons beledigd, uitgedaagd, in het nauw gedreven, misdeeld of gedwongen. We scheppen de illusie dat kwaad een macht is die ons van buitenaf bedreigt.
In heel veel gevallen zal dat ook wel een beetje kloppen. Een harteloze opvoeding maakt het een mens niet gemakkelijk. Een fietser die van rechts komt in de schemer, is moeilijk te zien. Verleidelijke plaatjes op internet lokken je steeds dieper in het web. Sigaretten zijn lekker als je je eenmaal over je weerzin hebt heen gezet. Bonbons en bier smaken naar meer. Maar die slachtoffer rol brengt ons niet verder. Ze verontschuldigt ons slechts. Ze brengt weliswaar het geweten tot zwijgen, maar ze elimineert onze verantwoordelijkheid. En daarom gaat Jezus tegen deze houding in.

 

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN

Als je verder wil komen, hogerop, een beter mens, dichter bij God, dan moet je het anders aanpakken. ‘Je moet niet denken dat het kwaad van buitenaf in de mens komt.' Nee, binnen in je hart moet je je geweten laten spreken. Je moet de positie kiezen van iemand die kan liefhebben, die vrede kan stichten, die een mooie sfeer kan scheppen, die barmhartig kan zijn, die iets over heeft voor een ander, die geduldiger kan rijden, die iets lekkers kan laten liggen. Je moet je niet neerleggen bij je onvermogen, maar oog hebben voor wat je nog allemaal kunt!
De woorden die Jezus spreekt klinken in de 21ste eeuw tegen een andere achtergrond dan in de eerste eeuw. Wij weten dat de boosheid in een mensenhart het gevolg kan zijn van chemische processen, van opvoeding en genen. In zoverre kan de boosheid in ons binnenste toch van buitenaf gekomen zijn. Maar dat is niet het punt dat Jezus wil maken. Jezus wil ons ertoe aanzetten - dunkt me - om verantwoordelijkheid te nemen voor welke situatie dan ook, waarin we verzeild zijn geraakt. Ik kan vandaag iets bijdragen aan het geluk in de wereld. Ik ben nooit alleen maar het slachtoffer van de anderen, maar ik kan net als mijn Schepper een nieuw beginpunt zijn van leven en vergeving.
‘Zo!', zei een doodzieke man terwijl hij zich aan de papagaai een beetje omhoog probeerde te trekken. De zuster had hem zojuist gewassen en zijn vrouw stond er bezorgd naar te kijken. ‘Zo, en nu gaan we er vandaag eens de mooiste dag van ons leven van maken!' De vrouw zou het zich tien jaar later nog herinneren.

 

MOPPER-OMA

Lieve kinderen. ‘Hè hè, die winkels tegenwoordig, je kunt niemand meer vertrouwen.' Mopperend met twee zware tassen, de grote bruine en een plastic zak, kwam oma thuis van boodschappen doen. ‘Wat is er nou weer?', vroeg Emke. Ze was het gewend dat oma mopperde. ‘De pindakaas was in de reclame maar de kassajuffrouw zei dat die reclame gister was afgelopen. En gister moest ik in het ziekenhuis zijn. Maar hoe ik ook praatte ik kreeg geen pindakaas.' ‘Nou oma, een dagje zonder pindakaas', zei Emke nuchter. Maar oma werd feller. ‘Ja jij hebt nog veel dagjes voor je, maar nu heb ik niets op het brood. Want de kaas ben ik vergeten. De werkster heeft gister alle pennen verstopt en toen kon ik geen lijstje maken.' Emke haalde de schouders op. ‘Misschien wilde de werkster verstoppertje spelen!' ‘Hou je me voor de gek? Ze sturen me elke week een andere werkster. En die zetten niets op hun plaats. Ik word er gek van.' Emke werd er ook gek van. Van het gezeur. Hoe zou ze oma op andere gedachten kunnen brengen? ‘Zal ik je eens een boterham met pindakaas halen? Wacht maar, ik ben zo terug.' Emke liep enkele huizen verderop om thuis een boterham voor oma te smeren. Oma liet zich in de stoel vallen en zuchtte: ‘die laat me ook al alleen.' Met die geachte viel ze in slaap, helemaal klaar om slachtoffer te worden van nachtmerrie... waarin ze langzaam wegzonk in een poel van pindakaas!