22e zondag door het jaar (2009)

Houvast! We voelen ons gelukkig als we houvast hebben in ons leven.
We weten graag waar we aan toe zijn!
Wat hebben we daarvoor nodig?
In de eerste lezing horen we over wetten en regels.
Bij deze wetten en regels worden de tien geboden bedoeld
die Mozes ontving op de berg Sinai.
Als kind leerde ik ze als de tien geboden,
tegenwoordig spreken we liever over de tien woorden,
de tien richtingwijzers.
Maar toch zijn ze heel bepalend, meerdere malen wordt gezegd:
voeg er niets aan toe en haal er niets af!
En ook... houd je strikt aan deze regels.
Dat klinkt heel star!
En toch kenden onze voorouders deze woorden en
staan ze ook nu, bij ons nog hoog in het vaandel!
Ze zijn inderdaad onveranderd,
er is niets aan toegevoegd en er is ook niets afgehaald.
En dat kunnen we lang niet van alle regelgeving zeggen.
Met regelmaat zien we immers dat regels worden aangepast.
Zo moesten we jarengeleden als fietser altijd voorrang verlenen aan een auto,
ook als die van links kwam.
Tegenwoordig gaan we ook als fietser voor als we van rechts komen.
Maar zo veranderlijk zijn dus de tien woorden niet!
Dat komt omdat we hierin het wezenlijke terug zien
wat van belang is voor ons hele menselijk gedrag.
Als iedereen zich aan deze regels, aan deze woorden houdt,
kan iedereen goed leven.
De regels die God ons geeft, zijn er niet voor Gods plezier,
maar voor het onze. Ze bewaken ons geluk.
Toch zijn het in wezen minimumeisen.
Als we ons aan deze woorden, richtingwijzers, houden,
doen we eigenlijk nog niets bijzonders.
Maar er is heel veel speelruimte, waaraan we zelf invulling kunnen geven.
En de duidelijkste richting daarbij is de liefde tot God
en dat kan niet zonder liefde voor de medemens.
God is liefde!
En als we dat in het vizier houden, gaat het goed.
Dan hebben we oog voor al wat leeft.
We leven dan niet volgens de letter van de wet,
Maar naar de geest ervan!
En dat is heel belangrijk.
De geest, de intentie, zegt veel meer dan de starre regels.

Zo zien we ook in het evangelie.
Jezus wordt er door Farizeeën en schriftgeleerden op aangesproken
dat zijn leerlingen zich niet houden aan de reinheidsvoorschriften.
Maar Jezus is het met die kritiek helemaal niet eens
en gaat dan ook in de tegenaanval.
Hij noemt hen zelfs huichelaars.
Hij zegt: Jesaja zou zeggen: Jullie eren God wel met je lippen, met je mond,
maar... je hart is ver van hem vandaan.
Hij zegt: jullie houden je vast aan overleveringen van mensen,
maar wat God heeft gezegd, vergeten jullie.
Jezus zegt daarom tegen de mensen:
Luister en probeer me te begrijpen:
Iets wat van buitenaf bij de mens binnenkomt, kan hem niet onrein maken.
Een mens wordt onrein door wat er via zijn hart naar buiten komt.
Wat is dan onrein?
De Farizeers verstonden daaronder bv. ook
het niet wassen van de handen voor de maaltijd.
Maar dat is een regel die niet door God gesteld is,
het is een regel van mensen.
Door de overlevering hebben zij deze regels van hun voorouders meegekregen.
Het is echter een regel die oorspronkelijk enkel was ingesteld
voor de pelgrims op weg naar en in de tempel.
Jezus zegt: de mens wordt niet onrein door dat wat van buitenaf op hem komt.
Het stof van onderweg maakt hem niet onrein.
De mens wordt pas echt onrein als het niet goed is
wat uit zijn hart naar buiten komt.
Jezus vindt de wet van God heel belangrijk,
daarin zit de kern van waar het in het leven omgaat.
Hij weet dat je met de vroomste houding,
en zelfs met goede bedoelingen,
toch tegen God kunt ingaan.
Dat gebeurt als je het welzijn van je medemensen niet respecteert.
Mensenregels, hoe goed ze ook bedoeld zijn,
mogen nooit ingaan tegen de fundamentele eisen van de tien woorden
of tegen de liefde, het grootste gebod.
Want dan spreekt Jezus van onreinheid.
Uit het hart van de mens komt de reinheid of onreinheid.
In de lezing worden veel vormen van onreinheid genoemd, zoals
bijvoorbeeld ontucht, diefstal, moord, hebzucht,
kwaadaardigheid, bedrog en afgunst.
Maar daartegenover kunnen we evenzoveel kenmerken noemen
die een mens juist rein maken.
Wat te denken van: liefde, hartelijkheid, zorg en aandacht,
medeleven, verdraagzaamheid, trouw.
We zeggen toch ook wel eens over iemand:
die kan knap lastig zijn, maar hij heeft het hart op de juiste plaats,
of hij heeft een klein hartje maar dat hartje is wel van goud.
We hebben het dan niet over het fysieke van iemands hart,
dat iemands hart gezond is en goed functioneert,
maar dat hij rein is, dat hij deugt,
dat er goede dingen uit zijn of haar hart komen.
En is het ook niet juist dat wat een mens houvast geeft?
Kunnen vertrouwen of terugvallen op mensen
die het hart op de juiste plaats hebben,
geeft houvast in je leven.
Ik wens u en mezelf toe zo'n mens te kunnen zijn
en veel van die mensen te mogen ontmoeten.
Amen