24e zondag door het jaar B

“Wie zeggen de mensen dat Ik ben?” Wat zeggen de mensen over Jezus, over God, over de Kerk? Wat zeggen de mensen, wat zegt de wereld over de priesters, over religieuzen en over katholieken? Wat lees je op het internet, wat staat er in de krant? Eigenlijk hoeft Jezus het antwoord niet te horen. Hij weet het, het is een allegaartje. Waar het Hem uiteindelijk om gaat is wat wij geloven. “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?”

 

Vandaag horen we een dialoog tussen Jezus en Petrus. Het begint met een kort gesprek, een leerles, maar het eindigt in een harde confrontatie en een berisping. Je wilt iemand in bescherming nemen, voor hem opkomen, maar het werkt averechts; de ander wijst jouw reactie af op een heel scherpe manier. Als u dat herkent, dan kunt u meevoelen met Petrus. We lazen het net. Jezus legt zijn leerlingen uit dat de dagen van zijn lijden aanbreken. Dan neemt Petrus Jezus terzijde en begint Hem ernstig daarover te onderhouden. Maar zich omkerend kijkt Jezus naar zijn leerlingen en voegt Petrus op strenge toon toe: “Ga weg, satan, terug! want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.”

 

Jezus reageert alsof Hij tegenover de satan staat. De eerste van de apostelen, de leerling die leiding moet geven aan de anderen, wordt hier hardhandig op zijn plek gezet.

 

Hoe komt dat? Het heeft alles te maken met het lijden. Hoe fel kan een debat worden over abortus en euthanasie. Hoe scherp reageert de wereld als de paus een vrije seksuele moraal afwijst. Protesten, krantenkoppen, hate-mail, persiflages, provocerende cartoons. Zodra de Kerk de visie van Jezus verkondigt, hoe Hij omgaat met lijden, tegenslag, verraad en dood, zodra de Kerk hiervoor uitkomt begint iedereen te steigeren. Jezus wijst een weg in ons omgaan met lijden, om staande te blijven in geloof en liefde, ook in moeilijke omstandigheden, een weg die we uit onszelf niet zouden vinden. Ga je een verbond aan met het leven of met de dood? De wereld bevraagt de Kerk: Kun je in het lijden de liefde laten overwinnen? Is liefde verenigbaar met lijden? Is al het lijden niet juist tegengesteld aan de liefde. Kun je niet beter de dood gebruiken om aan het lijden een einde te maken? Is het niet ook liefde die leidt tot abortus of euthanasie?

 

Petrus stond aan de kant van de wereld met zijn houding: Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden. Maar Jezus voegde Petrus op strenge toon toe: “Ga weg, satan, terug! want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.”

 

Jezus moet opnieuw een zware bekoring overwinnen, zoals eerder in de woestijn toen Hij bekoord werd door de satan.

– Als je honger hebt, maak dan gebruik van je macht! Gebruik die macht voor jezelf. Mensen moeten zichzelf leren redden, dus red jezelf. – Nee, weg jij, satan.

 

Jezus komt om ons te redden. Waarvan? Van een foute vorm van liefde. Hij wijst een weg door het lijden heen, niet door de dood te gebruiken als oplossing voor het lijden, maar consequent te kiezen voor een levende liefde, een liefde die leven geeft. Jezus zal het lijden dragen en niet van zich afwentelen. Hij zal het kruis oppakken en het niet afwijzen. Alleen zo wordt het kwaad dat lijden veroorzaakt overwonnen. Daarvoor zal Hij zijn macht en kracht gebruiken. Niet voor zichzelf, maar voor ons.

 

Petrus is deze berisping nooit meer vergeten. De Evangelist Marcus die een tijd met Petrus heeft meegereisd, heeft het op verzoek van Petrus opgenomen in het Evangelie. Het is een ijzeren wet van ons geloof: kwaad kun je nooit overwinnen met een ander kwaad. Hoe rechtvaardig en plausibel dit ook lijkt en ook als de wet het honderd keer toestaat. Maar dat kun je alleen begrijpen en volbrengen als je Jezus echt wilt volgen, als je Hem meer dan 100% vertrouwt, als je zijn weg accepteert en ook zelf die weg wilt gaan. Je houdt het alleen vol als je met Hem verbonden blijft.

 

De profeet Jesaja heeft jaren eerder al in deze richting gewezen. Ook hij was bereid de weg van het lijden te gaan. We hoorden het in de eerste lezing. “Ik heb mij niet verzet, ik ben niet teruggedeinsd. Mijn rug bood ik, aan wie mij sloegen, mijn wangen, aan wie mij de baard uitrukten, en mijn gezicht heb ik niet afgewend van wie mij smaadden en bespuwden. Jesaja is een voorloper van Jezus geworden. Die weg van Christus roept onbegrip en weerstand in de wereld op. En niet alleen in de wereld, ook veel gelovigen kunnen die weg maar moeilijk accepteren, zoals als Petrus vandaag in het Evangelie.

 

Ook de apostel Jacobus herinnert ons eraan. Geloof zonder daden is een geloof van praatjesmakers, een geloof van louter ideeën waar je eindeloos in kunt zwelgen. Geloof in Christus is een geloof dat zich uit in daden van waarachtige liefde. De oplossingen van de wereld gaan altijd ten koste van andere mensen gaan, meestal de zwaksten. Het lijden wordt kortstondig geëlimineerd, maar een groter lijden wacht in de toekomst. Of zoals Jezus het tegen Petrus zei: “Gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.”

 

Alleen de weg van Jezus, die lijden en dood doorkruist, biedt toekomst. Dat wist Petrus aan het eind van zijn leven toen hij zelf ondersteboven aan het kruis hing. Toen kon hij het volbrengen vanuit de grotere liefde, de liefde van Christus. Amen.