Ik vind het aandoenlijk dat in het Evangelie altijd
zo duidelijk de stem doorklinkt van de jonge kerk.
Dat kan ook haast niet anders, want daar zijn
deze verhalen nu eenmaal ontstaan en opgeschreven:
in de eerste parochies.
Marcus reageert daar tegen de geloofshouding
van parochianen die Jezus alleen maar willen verheerlijken.
Ze hebben er van gedroomd dat Hij de Messiaskoning zou zijn,
die aan het land weer een nieuwe toekomst zou geven.
Jezus zelf en ook de kerk worden door die mensen
dan ook hoog en triomfantelijk neergezet.
Het is zo een prachtig geloof geworden.
Maar wie wil Hij werkelijk zijn? Waar staat Hij voor?
Dat is de vraag die Marcus aan deze parochies voorhoudt.
U bent de Christus!, zeggen ze bij monde van Petrus.
En dat klinkt natuurlijk heel mooi en vroom.
Maar als reactie laat Marcus door Jezus zeggen:
Vergis je niet, want in Jeruzalem staat Mij
lijden en dood te wachten.
En dat trekt Hij ook door naar zijn volgelingen, naar henzelf:
jezelf verloochenen, je kruis op je nemen, daar gaat het
in werkelijkheid om! Dat is andere taal.
En met dat kruis worden hier niet eens verstervingen
en offertjes bedoeld, maar jezelf, je grote ego dus
loslaten en samen met Jezus je hart en ziel
in liefde richten op het leven van anderen.
Niet omdat dat moet, maar omdat dat je levenskeuze is.
De profeet Jesaja heeft het ook al over die keuze.
Als hij vandaag een mens beschrijft die gehoond
en geminacht wordt, dan zou je kunnen denken
dat hij een beetje doorschiet in zelfbeklag.
Zie eens hoe zwaar een profeet het heeft. Wat zielig!
Maar ik denk eerder dat hij het heeft over mensen
die gekwetst en geminacht worden omdat ze er
bewust voor kiezen om op te komen voor de waarheid
en voor het leven van anderen.
Denken over God en goed is kennelijk nauw verbonden
met denken over lijden, kruis en opstanding.
Bij het kruis gaat het letterlijk over alle dwars op elkaar
staande krachten in het leven, die zoveel menselijk leed
teweeg kunnen brengen: het goddelijke en het menselijke,
licht en donker, het goede en het kwade, leven en dood.
Wie betekenis wil geven aan zijn leven
ontkomt daar niet aan. In die zin is de Christuskruisiging
ook niet alleen maar de kruisiging van Jezus.
Het is het lijden van álle vervolgden en alle slachtoffers.
Van elk mens, elk volk dat lijdt, allen die gekruisigd
worden omwille van de toekomst van het leven.
Het lijdensverhaal van Jezus is een verslag van
een gebeuren in de geschiedenis, daar geloof ik in.
Maar het is tegelijk van persoonlijk verhaal tot drama
geworden en van drama tot mythe voor de mensheid.
Als ik naar het kruisbeeld in mijn kamer kijk, dan zie ik
het schokkende beeld van een terechtgestelde Jezus.
Maar ik zie tegelijk het lijden van de mensheid, toen en nu.
Ik kan er gewoon niet meer op een andere manier naar kijken.
Het kruis staat als archetype, als universele icoon
midden in de wereld en midden in het leven.
En de naam Christus is dan ook niet zomaar een eigennaam.
Het is een titel, een eretitel. Het is de naam voor
de lichtende tegenwoordigheid van God in mensen.
Christus, dat is iedere mens en dat zijn alle mensen samen
in wie de Eeuwige liefdevolle God aan het licht komt.
Het is in wezen elke mens die zich in Gods naam verzet
tegen barbarij, tegen gewenning aan het onvoorstelbaar wrede
en onmenselijke en liefdeloze in de samenleving.
Zijn ziel wordt altijd weer vernederd en gekruisigd,
maar uiteindelijk opgetild in het morgenlicht van de verrijzenis.
Zó kan aanvaarding van het concrete lijden zin krijgen
en kan het kruis worden tot levensboom, tot teken van hoop.
Bij de uitspraak: je moet je kruis op je nemen
dacht ik vroeger altijd aan: uithouden wat nu eenmaal
niet anders is, het geduldig aanvaarden van je lot.
Elk huisje heeft zijn kruisje. En dat zal ook best zo zijn.
Maar steeds meer geloof ik dat de Bijbelse betekenis
een positieve levenskeuze is: iets van jezelf loslatenp
uur uit solidariteit en actief en bewust kiezen
voor het lot van de ander.
Niet langer leven voor jezelf alleen, je leven redden dus,
maar jezelf verloochenen, uit handen geven
en worden als Hij die met zoveel liefde gezegd heeft:
dit is mijn lichaam, mijn leven gegeven voor u.
Weten dat je niet op jezelf staat, maar deel willen zijn
van een keten. Beseffen dat geen enkel leven,
waar ter wereld ook, losstaat van het jouwe.
En daar de zin van je bestaan in vinden.
Daarom in je diepste wezen onrustig en ongeborgen zijn
zolang je broeder of zuster zonder huis en brood en recht is.
Maar tegelijk je er wel van bewust zijn dat,
hoe meer je je openstelt voor anderen en hoe duidelijker
je ingaat tegen onrecht dat onder ons heerst,
hoe meer het je in de samenleving van het onrecht
moeilijk gemaakt kan worden.
Het Evangelie heeft ons nooit een rozentuin beloofd:
dat we fris en vrolijk terug zouden kunnen wandelen
naar het paradijs. Als er een weg is naar die rozentuin,
dan loopt die in ieder geval via het kruis dat je ontmoet.
Ik zie dat ook in de media als die ons telkens weer
berichten over journalisten, vredesactivisten en
oppositieleiders die het niet kunnen laten om
op te komen voor de mensenrechten in hun land.
Ze worden gearresteerd, gevangen gezet, verbannen,
vermoord, altijd en overal weer opnieuw.
Ik bewonder ze mateloos. En vaak denk ik:
Waar halen die mensen in Godsnaam toch de moed
vandaan? Maar dan besef ik weer: In deze mensen leeft de kracht
van Gods Geest, een vonk van zijn wezen, zoals in Jezus. Daarom! In hen wordt Christus opgepakt en gekruisigd.
Maar ik geloof heilig dat ook de steen van hún graf
zal worden weg gewenteld en dat in deze mensen
de gekruisigde opstaat ten leven.
De stem van deze rechtvaardigen niet zal verstommen,
hun ziel niet zal verwaaien.
De wereld zal na hen nooit meer dezelfde zijn
en hun goddelijke liefde zal vrucht dragen.
Daarom blijft het kruis zo'n belangrijk logo
in het christendom.
Het is het kritische teken van dood en leven tegelijk,
van liefdeloosheid en van alles overwinnende liefde.
Maar wel van liefde die haar prijs heeft.
Paulus schreef ooit aan zijn parochianen:
Wij verkondigen u een gekruisigde Messias
en dat is voor de Joden een ergernis
en voor Grieken een dwaasheid.
Maar voor wie zich er door aangesproken voelen
is de Messias kracht en wijsheid uit God.
Je kruis opnemen en Jezus volgen, dat is
gedreven worden door Jezus' woorden en samen met
Hem opkomen voor een leefbare rechtvaardige wereld.
Met velen vormen wij zo het lichaam van Christus
en leven wij zijn leven in de samenleving van vandaag.
Eigenlijk is het christelijk geloof een prachtige
zinvolle levenswijze. Toch?
Het leert ons dat lijden, meelijden, compassie,
solidariteit, dat dat de sleutel is om je te verbinden
met het grote geheel van leven
en om als mens tot je bestemming te komen.
Het maakt dat je volop leeft. En dat je gelukkig bent.