Profeteerde iedereen maar (Num. 11,29)

 

Caritas/Melle viel in de prijzen van het ESF (Europees sociaal Fonds) voor het project Leidinggevenden maken samen het verschil.  Welke evolutie heeft het leiderschap al meegemaakt?  Monarchie, oligarchie, democratie, anarchie.  Management met lijnfuncties en staffuncties.  Piramidaal, hiërarchisch of netwerk.

In de woestijn bij de stammen die Egypte ontvlucht zijn, staat Mozes al voor organisatieproblemen.  Hij is een charismatische figuur.  Maar toch niet onbetwist.  Zeker niet bij moeilijkheden.  Het manna smaakt de Israëlieten al lang niet meer en het vlees van kwakkels daar hebben ze ook genoeg van.  Ze verlangen terug naar “de vis die ze in Egypte volop konden eten, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook” (Num. 11,5).

Mozes wordt moe van dit klagen en morren.  “Waarom doet u uw dienaar dit aan?”, vraagt hij aan God. “Ik kan alleen de last van dit volk niet dragen.  Dit is te zwaar voor mij” (Num. 11, 11-14).  Gelukkig had hij zijn schoonvader Jetro aan wie hij zijn zorgen kon meedelen.  Deze zag hoezeer Mozes in beslag werd genomen.  “Waarom moet jij steeds voor iedereen klaarstaan?  Waarom houdt jij als enige zitting terwijl de mensen zich van ’s ochtends tot ’s avonds om je verdringen?” (Ex. 18,14-16).  Hij gaf hem daarop de raad een aantal doortastende, vrome mannen en vrouwen te kiezen die betrouwbaar zijn en zich niet laten omkopen en hun de leiding te geven over groepen van duizend, van honderd, van vijftig en tien.  “Zij zullen je last verlichten door die samen met jou te dragen.  Als je het op die manier aanpakt, en als God het wil, kan je het volhouden en kunnen al die mensen tevreden naar hun tenten gaan” (Ex. 18,22-23).  Doe het niet alleen.  Volgens het boek Numeri bracht Mozes zeventig oudsten van het volk bijeen en stelde hen rond de tent op (Num. 11,24).  Over hen kwam de geest en zij deelden in de geest die op Mozes rustte.  Geestelijke waarden verminderen niet door ze te delen.  Zij begonnen te profeteren.  Waarin dit bestond, wordt niet uitgelegd.  Het is wellicht een moment van vreugde, blijdschap, van dans en geestdrift. 

Bij de zeventig uitgekozenen waren twee mannen die er niet bij waren in de tent en toch aan het profeteren gingen.  De kring die God trekt is ruimer dan deze die wij uittekenen.  Twee jonge dienaars van Mozes maakten bezwaren tegen het profeteren van Eldad en Medad en gingen het aan Mozes overbrieven.  Mozes geeft hun een heel ruimdenkend antwoord.  Hij perkt niet in, maar verruimt.  “Legde de HEER zijn geest maar op heel het volk!  Profeteerde iedereen maar” (Num. 12, 29).  Mozes wenst geen klein elitegroepje.  Hij wenst dat heel velen door Gods geest mogen gedreven zijn.  Dit behoort tot de goede dingen die wij mogen zien.  Er zijn veel mensen met goede dingen bezig.  Er zijn er vele die als wachters optreden tegen onrechtvaardige toestanden.  Mozes met zijn zeventig raadgevers en medewerkers moet aan onze deur blijven aankloppen opdat wij op een goede manier onze taak vervullen.  De uitzuivering die de kerk meemaakt stelt een vraag naar haar functioneren. 

Na hun ad liminabezoek in mei 2010 schreven de Belgische bisschoppen en de administrators: “Deze crisis dwingt de verantwoordelijken in de kerkgemeenschap problemen klaar onder ogen te zien, ze een naam te geven en ze beter aan te pakken, in samenwerking met competente personen uit diverse vakgebieden.  Tegelijk weten we dat de wortels van het misbruik dieper reiken dan de persoonlijke problematiek van individuele personen.  Seksueel misbruik in de kerk heeft ondermeer te maken met de manier waarop gezag wordt uitgeoefend.  Daarom moet de kerk eerlijk naar zichzelf durven kijken en vormen van gezagsuitoefening willen veranderen die mee aanleiding kunnen geven tot het misbruik van kinderen.  Dit zal zowel moed als nederigheid vragen, vooral van de bisschoppen en de andere verantwoordelijken.”

In het verhaal over Mozes en de zeventig lijkt het erop dat het fenomeen van de mensen die profeteren ingeperkt wordt.  Zij hebben het later niet meer gedaan.  (Num. 11,25).  Anderzijds heeft de uitspraak van Mozes over het profeteren van gans het volk nagewerkt.  De profeet Joël is met een belofte van God de beste versterker van de verzuchting van Mozes dat elkeen profeet zou zijn.

“Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft;
Jullie zonen en dochters zullen profeteren,
Oude mensen zullen dromen dromen,
En jongeren zullen visioenen zien;
Zelfs over slaven en slavinnen
zal ik in die tijd mijn geest uitgieten” (Joël, 3,1-2).
 

Voordien was volgens de bijbel Gods geest vaardig bij charismatische personen zoals ten tijde van de Rechters (Recht. 3,10).  Hij werd beloofd aan de profeten, die door de Geest van God worden gezalfd (Jes. 61,1).  Hij rust op Jezus, wanneer deze gedoopt wordt door Johannes.  Hij wordt over velen uitgestort op de dag van Pinksteren.  De Lutherse kerken lezen en mediteren op Pinksteren deze tekst van Mozes.  De Geest brengt de vonk om de geestdrift aan te steken. 

Een man wou smid worden.  Hij bouwde een werkplaats, kocht een blaasbalg, een hoop ijzer, een aambeeld en enkele hamers.  Het ijzer wilde echter niet gloeien.  Wat hij ook probeerde, de vuurplaats bleef koud.  Hij ging daarom naar de rabbi om advies.  De rabbi zei: “Je denkt alles te bezitten om smid te worden, maar het wezenlijke mis je: de vonk.”