28e zondag door het jaar (2012)

“Één ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.” Het staat er eigenlijk vreemd. “Één ding ontbreekt u …” Die rijke man komt toch niets tekort? Hij heeft juist alles. Hoe kan Jezus dan zeggen: “Één ding ontbreekt u …”

 

Wat ontbreekt deze man, komt hij tekort? Wanneer we het zien in het licht van de eerste lezing, komt hij misschien wijsheid tekort. Maar hij is wel zo wijs om naar Jezus te gaan met zijn vraag. Hij is ook zo wijs om de Wet van Mozes trouw te volgen. Toch heeft hij nog niet de wijsheid waar de eerste lezing over spreekt. Daar lezen we: “… in vergelijking met haar beschouwde ik rijkdom als niets …” Rijkdom in vergelijking met wijsheid als niets beschouwen, zover is deze man dus niet. Hij beschouwt blijkbaar zijn rijkdom als zijn grootste schat. Hij komt dus die wijsheid tekort waarmee hij inziet dat er een andere rijkdom is die alles te boven gaat. Of ziet hij het wel, maar kan hij niet loslaten?

 

Deze rijke man is niet vrij. Dat is een van de gevaren van rijkdom. Het maakt onvrij. We lezen het in de parabel van het zaad op de akker. Jezus vergelijkt rijkdom daar met distels als Hij zegt: “Wat onder de distels viel zijn zij die wel geluisterd hebben, maar die gaandeweg door de zorgen, de rijkdom en de genoegens van het leven verstikt raken en niet tot rijpheid komen.”

 

Rijkdom heeft dus een gevaar is zich. Maar toch is het ook een kans. Het is een talent zoals andere talenten. Jezus zegt tegen de rijke man: “Eén ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.”

 

De heilige Don Bosco nam dit heel letterlijk. Hij zij tegen de rijken in Italië: “Geef mij uw geld, dan geef ik u de hemel.” Don Bosco zette zich in voor de arme straatjongens, die hij onderdak, voeding, opvoeding en onderwijs bood. Rijkdom dus als een kans. Maar deze rijke man kan die kans niet aannemen. Zo kunnen we een andere uitspraak van Jezus begrijpen: “Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.” Een mens moet eerst een geest van armoede hebben, om vrij te zijn in de materiële rijkdom.

 

In dit Evangelieverhaal komen we nog meer op het spoor. De onmacht van Jezus. Jezus nodigt uit. Maar deze man gaat er niet op in. We zien nog meer zelfs. Het Woord van Jezus laat iemand bedroefd achter. Had Jezus dan die uitnodiging niet moeten uitspreken? Had Hij niet moeten zeggen: “Verkoop alles en volg Mij”? De liefdevolle, uitnodigende en bemoedigende blik van Jezus was niet genoeg om hem los te maken van zijn bezit.

 

Rijkdom is een kans, maar rijkdom heeft ook veel gevaren. De leerlingen worden er moedeloos van. We hoorden het: Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar, als het voor een rijke zo moeilijk is. “Wie kan dan nog gered worden?”

 

Hoe is het met onze tijd? Ondanks de economische crisis, zijn wij nog steeds een rijk land. Ondanks het toenemend aantal probleemsituaties komt het merendeel van de Nederlandse bevolking niets tekort, integendeel, we houden over, ja, we zijn rijk. Zou dat ook wat zeggen over ons geloof, over onze bereidheid Jezus na te volgen? Want ook zonder apostel te worden, kan je Jezus navolgen; gewoon in het dagelijks leven.

 

Het doet me ook denken aan ons moderne kapitalisme. De regel die ooit door economen was bedacht, is een demon geworden die ons tot consumenten reduceert, die regel zegt: “Je moet kopen, dan kunnen we produceren, dan kan je meer verdienen en kan je ook meer kopen en kunnen we meer produceren …” Deze economen bestempelen ons ook als calculerende burgers. Daarom worden we bestormd met aanbiedingen, kortingen en uitverkoop. En zo worden we vanzelf die calculerende burgers die streven naar winstmaximalisatie. Dit soort demonen houden grote delen van ons Rijke Westen gevangen. Dit soort economische uitspraken en mechanismen hebben invloed op onze geest, meestal zonder dat we er erg in hebben.

 

Een heel andere sfeer heeft het gezegde: “Leven en laten leven”. Je hebt het goed, gun een ander ook een boterham. Je kunt iets kopen, gun het ook de kleine winkelier. “Leven en laten leven” sluit aan bij het Evangelie.

 

Jezus gaat nog verder. Hij zegt: “Durf arm te zijn.” Hij Laat het ook zien. Hij is volkomen innerlijk vrij. God is zijn rijkdom. Natuurlijk zijn er ouders zijn die drie keer moeten nadenken voor ze iets kunnen kopen, die het gevoel hebben hun kinderen tekort te doen, omdat ze hen niet alles kunnen geven wat andere kinderen op school wel hebben. Toch is deze houding van Jezus ook voor hen een antwoord. Wanneer zij hun kinderen, in plaats van geld lenen en toch die merkschoenen kopen, hen vrijheid kunnen leren, geven ze hen meer mee dan welk cadeau ook. Wanneer ouders hun kinderen kunnen leren vrij te zijn, niet jaloers, en rijk te zijn met de talenten die ze hebben, met de liefde van de ouders, met het spel dat ze spelen, dan zijn zij de rijken in de geest van Jezus.

 

Gezegd is makkelijker dan gedaan, ik weet het. Toch is dit de richting die Jezus ons wijst en waarvan we innerlijk weten dat het de goede richting is.

 

Zoals Jezus de rijke man niet kon meekrijgen, zo lijkt het ook met onze tijd te zijn. Zalig u, als u de vrijheid hebt ja te zeggen op zijn uitnodiging. Amen.