Bij nader inzien B (2012)

Vandaag horen we twee lezingen die een beetje hard overkomen.

In de eerste lezing horen we Jesaja, de grote profeet uit het oude testament tekeer gaan tegen de toenmalige heersers van Juda. Hij verwijt hen hun gebrek aan vertrouwen in God en tevens voorspelt hij de komst van een vredebrenger, een dienaar van God, die de losprijs in lijden en vernedering zal moeten ondergaan, maar toch het licht zal mogen aanschouwen.

Jesaja zegt dat het lijden van de dienaar niet zinloos is maar dat het de mensen tot inzicht zal brengen. Voor ons klinken de woorden van Jesaja profetisch omdat wij natuurlijk het vervolg kennen. Wat opvalt in de tekst is dat Jesaja het woord “dienaar” gebruikt. Hij spreekt niet van een Messias of van een koning. Hier vinden wij het woord van Jezus terug: ”De mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en om zijn leven te geven als losprijs voor velen”.

 

Harde taal die op dat ogenblik niet ten volle begrepen wordt door de leerlingen. Hoe zou het ook kunnen? De man, hun vriend en meester, de man van de wondere daden, degene naar wie ze opkijken, die zou een smadelijk einde kennen? Dat gaat hun begrip te boven, iedereen moet toch zien dat met Hem het nieuwe en goede leven zal beginnen!

Daarom ook dat ze zo graag dicht bij Hem willen zijn, misschien om mede in Zijn glorie te delen? Dat geeft ook aan dat ze zo vlug “Ja” zeggen wanneer Hij vraagt of ze Zijn lot kunnen ondergaan. Hij spreekt over de beker die Hij zal drinken. Tegelijk voorziet Hij dat ze uiteindelijk hetzelfde lot van lijden en sterven zullen ondergaan. Daarom zegt Hij: ”Inderdaad de beker die ik drink zult ook gij drinken” .Maar Zijn lezing gaat verder wanneer Hij merkt dat er twist ontstaat tussen de leerlingen, wanneer er om de “postjes” gekissebist wordt.

Dan zegt Hij, en dit voor de zoveelste keer: wie de eerste wil zijn, zal de laatste worden, wie de grootste wil zijn moet dienaar worden.

Het verlangen van de mens om beter te zijn dan de anderen schuilt in elke mens. Als we carrière willen maken, kan dit dus maar op één manier: door dienstbaar te zijn aan het geluk van de medemensen.

 

Het grote woord is nogmaals gevallen: heel de lering, de zending van Jezus staat in het teken van het dienen van de medemens. Alle handelingen die Jezus verricht heeft, zijn terug te brengen naar dienen en helpen. Het genezen van zieken, het helpen van verstoten en noodlijdende mensen, telkens opnieuw geeft Hij aan hoe wij ons moeten gedragen naar onze medemensen toe.

 

Hij heeft het ons voorgedaan, aan ons om dit voorbeeld in ons leven plaats te geven. En het gebeurt: talloos zijn de mensen die inderdaad die weg gaan. Ik hoef hier niet alle organisaties en hulpgroepen te vermelden, wij kennen ze en soms springen we hen financieel bij. Sommigen worden door hun voorbeeld geraakt en voegen zich in hun groep.

Vroeger namen missionarissen het voortouw, begeesterd door hun vertrouwen in de blijde boodschap die ze graag wilden uitdragen. We weten uit hun verhalen dat het uiteindelijk niet het woord de blijde boodschap bracht, maar wel hun onverdroten inzet op hun dagelijkse zorg voor lichaam en geest van de diegenen waarvoor ze zich blijmoedig en met volle overgave inzetten.

 

Missionarissen, ik hoor het al zeggen, dat was ver weg, dat is voorbij!

Mensen in nood zijn overal, en ze zijn overal, alleen. We zien ze niet altijd. Mensen lopen niet met hun miserie te koop. Zoals de missionarissen vroeger naar hen toe gingen, naar Afrika en China en Molokai. Heel de toen bekende wereld, zo moeten wij ze ook opzoeken.

 

Gelukkig voor ons die deze opdracht niet aankunnen, zijn er veel bekwame en dienstbare mensen die zich toch inzetten en zij het op een bescheidener wijze het liefdewerk van Jezus gestalte geven.

 

Zij begeleiden bij hulp in de huishouding, ze nemen thuisverpleging en waakzorg op zich. Geheel belangeloos , enkel maar uit hun grote bekommernis voor mensen die zonder hen volledig zouden verkommeren. Christenen die zich solidair tonen met mensen in nood en werken aan oplossingen van problemen, en dit in samenspraak met de betrokkene. Zij zijn dienstbaar aan de ander, zij zien dit als een kerntaak van onze kerk, zoals onze grote meester, Jezus, het ons voorgedaan heeft.

Volgende zondag wordt er op dit thema verder gegaan, maar dan door de man die midden in dit heilswerk staat nl. de heer Jan Wouters, pastoraal werker van onze parochie. Tevens de gelegenheid om kennis te maken met een man die reeds geruime tijd werkzaam is in onze parochie, maar voor velen nog steeds een nobele onbekende.

Ik zou zeggen “niet te missen”