Aanraakbaar aanwezig (2009)

Wij gedenken, wij vieren vandaag Sacramentsdag. In bepaalde opzichten gelijkt die dag een beetje op de verkiezingen van vorige zondag. Tegelijk "van bij ons" en "internationaal", een beetje Belgisch en een beetje van heel de wereld.

Ik had mij voorgenomen om vandaag niet over politiek te beginnen. En dat blijft écht de bedoeling, maar ik kan het ook niet zomaar weglaten.
Verscheidene politici zitten in een lastig parket. Omdat ze in een aangebrande situatie in beeld kwamen. Omdat ze zich lieten vangen in grove vriendjespolitiek. Omdat zij op een onfrisse manier kandidaten van een andere partij probeerden over te doen overlopen. Omdat ze zich niet hielden aan hun kiesbeloften en een andere zetel gingen bezetten. Ik hoef geen namen te noemen en ik moet er ook geen tekeningetje bij maken.

Wie zich niet met dergelijke praktijken inlaat, staat in een benijdenswaardig sterke positie. Wie zelf onkreukbaar is, heeft alle recht van spreken. Ook al is zij een vrouw. Ik wil het vandaag hebben over zuster Juliana, een vrome en zeer plichtsgetrouwe kloosterzuster.
Juliana werd in 1192 geboren in Rétinne, een dorpje in de buurt van Luik. Het begin van haar leven zag er niet rooskleurig uit: op haar vijf jaar verloor ze haar beide ouders. Gelukkig werd ze opgevangen door de zusters augustinessen, die vlabij, op de berg Cornillon, een klooster hadden. Het kleine meisje kon het zo goed stellen bij die zusters dat zij er tien jaar later haar kloostergeloften aflegde.
Zij werd een heel devoot nonnetje, trouw in het gebed en gepassioneerd door de Eucharistie, beter gezegd, door het "Heilig Sacrament".
Wij kunnen het ons vandaag nauwelijks voorstellen welke grote impact de Heilige Communie toen had. Ook al ging je, zoals het een brave kloosterzuster betaamt, alle dagen naar de kerk en zo dikwijls mogelijk naar de Heilige Mis, toch kon je niet zomaar iedere dag te communie gaan.

Ten eerste moest je wel écht nuchter zijn, dus helemaal niets gegeten hebben. De ouderen onder ons kennen dat nog. Want dat was vijftig jaar geleden ook nog zo. Daarom werd er toen tijdens de hoogmis maar weinig ter communie gegaan.
Maar er was meer. Je kon ook niet zonder biecht of boete zomaar aan het Heilig Misoffer deelnemen. Het gebed om vergeving was toen nog een echte schuld-belijdenis.
Tenslotte mocht je de communie niet met je handen aanraken. De priester legde de hostie behoedzaam op je tong.

En toch was dat Sacrament voor onze jonge non zo belangrijk. Want daarin kon ze Jezus, de Christus die ze zo aanbad, écht bij haar aanwezig hebben. Het was toch die Jezus die, toen Hij bij het Laatste Avondmaal brood en wijn met zijn leerlingen deelde, gezegd had: "Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed" en "blijf dit doen om Mij te gedenken". Die onbereikbare Jezus kwam haar, daar in dat Heilige Sacrament, aanraakbaar dicht nabij.

Zuster Juliana was daarom uiterst streng voor zichzelf en deed haar uiterste best, om toch maar rein te zijn.
Op een dag in 1209, precies 800 jaar geleden, kreeg zij tijdens haar gebed een visioen. Zij zag een schijf, stralend als de volle maan, maar dan met een hap eruit. Maar ze begreep niet wat die maansverduistering voor haar kon betekenen. Pas twee jaar later, waarschijnlijk tijdens een eucharistieviering, zag ze plots de betekenis van haar visioen. Het was niet de maan, maar de stralende hostie, die door de priester omhoog werd geheven tijdens de viering: "Dit is mijn lichaam". Natuurlijk kon je niet de hele hostie zien, omdat ze werd vastgehouden door de vingers van de priester. Tegelijkertijd begreep onze zuster ook de achterliggende betekenis van dit visioen voor haar. Je kon niet de hele hostie, dus ook niet de hele Christus zien. Er bleef een stukje verborgen. En Juliana beschouwde het als haar taak om dat ontbrekende deel aan het licht te brengen.

Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een jonge non van nauwelijks twintig jaar, kon toch moeilijk naar de Paus van Rome stappen en vragen of hij een speciale feestdag voor het Heilig Sacrament wou instellen. Dat lukte zelfs niet toen ze een tiental jaar later overste werd van haar klooster. Integendeel. De harde discipline die Juliana van zichzelf eiste, konden haar medezusters niet opbrengen. Het liep zo erg mis, dat zij uit het klooster moest wegvluchten.
Juliana had nu alleen nog steun van haar medezuster Eva. Verder was er Jacques Pantaléon, een kanunnik uit Luik, die hen beiden een hand boven het hoofd hield. Hij had niet alleen oog voor hun onkreukbaarheid en strenge devotie, hij zag ook wel wat in hun Sacramentsfeest. Hij ging het voorstel aankaarten en vond gehoor bij Robert, de bisschop van Luik. In 1246 werd in dat bisdom een bijzondere dag ter ere van het Heilig Sacrament ingevoerd.

Helaas kwam daar een eind aan, na de dood van bisschop Robert. Erger nog, Juliana werd opnieuw uit het klooster verdreven. Zij werd kluizenares en is in 1258 in alle eenzaamheid gestorven.
Vrouwen met geestelijke roeping hadden (en hebben) het niet gemakkelijk in de kerk. Omdat zij geen priester konden worden zoals de mannen, kozen zij, naar het woord van Johannes, voor een plaats "in de wereld, maar niet van de wereld". Veel appreciatie van de buitenwereld was er niet. Mystieke nonnen en kluizenaressen werden als zonderlingen beschouwd, waarvan de spiritualiteit dichtbij waanzin aanleunde. Toch waren zij, door hun standvastigheid, tot grote dingen in staat. In het algemeen werden deze religieuzen bekeken als passieve vrouwen die in hun kluis op God zaten te wachten, zoals andere vrouwen thuis op hun man wachten.

Het verhaal is nog niet gedaan. In 1262 werd de vroegere kanunnik uit Luik, Paus Urbanus IV. Hij was het die in 1264 Sacramentsdag tot een hoogfeest voor de hele kerk maakte. Onze vrome Juliana heeft dat niet meer meemaken.
Sacramentsdag werd, volgens haar droom, een feest waarop, na de plechtige Heilige Mis, de geconsacreerde Hostie voor iedereen zichtbaar, ter aanbidding op het altaar werd geplaatst. Daarna werd dit Heilig Sacrament in plechtige processie door de straten gedragen, de basis van alle andere processies.

Terecht een zalige hoogdag!
Amen.